Waartoe werd de Heere Jezus geboren? Met Kerstmis wordt door veel gelovigen alleen gedacht aan de geboorte van de Heere Jezus. Er is vaak geen flauw idee waartoe dat nodig was. Waarom was dat eigenlijk nodig? Waarom moest de Heere Jezus op aarde komen? We bekijken hiervoor 1 Johannes 4. Zijn eerste Komst was in vernedering, Zijn tweede Komst in de wereld zal in Heerlijkheid zijn. De meeste gelovigen weten weinig, of niets, van Zijn Wederkomst. Ze weten ook niet dat wij vóór die tijd Hem tegemoet zullen gaan in de lucht. (zie ook de studie ‘De opname van de Gemeente’)
1 Thessalonicenzen 4
15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst (= wederkomst) des Heeren, niet zullen voorkomen (= voorgaan) degenen, die ontslapen zijn.
16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan (alle gestorven gelovigen van ná Zijn Opstanding, zullen als eerste opstaan)
17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn (= de gelovigen die op het moment van de opname nog leven), zullen te zamen met hen (de gestorven gelovigen) opgenomen worden (de juiste vertaling uit het Grieks is; ‘met kracht worden weggenomen’ ofwel ‘weggerukt’, zie Openbaring 12 : 5) in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
18 Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.
1 Johannes 4
7 Geliefden! Laat ons elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren, en kent God;
8 Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde.
9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
10 Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden.
11 Geliefden, indien God ons alzo lief heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkander lief te hebben.
12 Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, zo blijft God in ons, en Zijn liefde is in ons volmaakt.
13 Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft.
14 En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld.
15 Zo wie beleden zal hebben, dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God.
16 En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde; en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.
17 Hierin is de liefde bij ons volmaakt, opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben in den dag des oordeels, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn in deze wereld.
God is Liefde
We zullen de hoofdzaken van bovenstaande verzen uit de eerste Johannesbrief wat beter bekijken. Dan zal blijken dat er al drie redenen instaan ‘waartoe de Heere Jezus gezonden werd door God’. Er staat ook dat ‘het liefhebben van elkaar’, als gelovigen, mogelijk is door ‘de Liefde die uit God is’. Er staat twee keer dat God Liefde is. De Liefde van God is een kenmerk van Zijn Wezen. Hij heeft Zijn Liefde betoond in de wereld, door Zijn Zoon te sturen. Johannes wordt trouwens ook wel ‘de apostel der Liefde’ genoemd. (zie ook de studie ‘God is Liefde’)
Zijn Liefde is in ons hart uitgestort
7 Geliefden! Laat ons elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een iegelijk, die liefheeft, is uit God geboren, en kent God;
Dat is een beschrijving van ons, als gelovigen. Als je ‘uit God geboren’ bent, ben je wedergeboren. Dan ben je ‘opnieuw geboren’ in een nieuwe Schepping. Wedergeboorte is het moment dat je de Heere Jezus Christus aanvaardt als de opgestane Zoon van God. Op dat moment komt de Heilige Geest in je hart wonen. Vanaf dat moment neemt jouw nieuwe mens deel aan de Goddelijke natuur. De Liefde van God is dan in je hart uitgestort.
Romeinen 5
5 En de hoop (in de Bijbel: een zekere toekomstverwachting) beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.
2 Petrus 1
3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;
4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Goddelijke Liefde
Wij kunnen dus leren om elkaar, als gelovigen, lief te hebben met Goddelijke Liefde. God heeft dit initiatief Zélf genomen. Omdat wij kinderen van God zijn, kúnnen wij ook elkaar liefhebben. Dat is wat de Schrift hier zegt. Ongelovigen kúnnen dus niet liefhebben op de manier zoals God Die bedoeld heeft, staat in vers 8.
1 Johannes 5
1 Een ieder, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren (wedergeboren in de nieuwe Schepping); en een ieder, die liefheeft Dengene, Die geboren heeft, die heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren is. (= mede-gelovigen; broeders en zusters; naasten)
Een ongelovige kán God niet liefhebben
8 Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde.
Als je God niet kent (= bekent = gelooft), ben je een ongelovige. En ongelovigen kúnnen dus niet liefhebben op de manier zoals God die bedoeld heeft, want God heeft Zijn Liefde in ons hart uitgestort. In vers 7 en 8 wordt de gelovige tegenover de ongelovige geplaatst. Wat ons dus onderscheidt van de ongelovigen, is dat wij God kunnen liefhebben en elkaar kunnen liefhebben. Een ongelovige kán God niet liefhebben.
Opdat wij zouden leven door Hem
9 Hierin is de liefde Gods jegens (= onder) ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
Dit vers legt uit waarom God Zijn Zoon gezonden heeft in de wereld. Zijn doel was: ‘opdat wij zouden leven door Hem’. Dit betekent dus dat de mens van nature dood is. Ook al leeft hij in deze wereld, en kan hij zich bewegen, en allerlei dingen doen, tóch is hij dood. Dood voor God. Omdat hij, van nature, geen geloof heeft, en een zondaar is, leeft hij gescheiden van God, en leeft daardoor in de dood. In de Bijbel betekent dood: ‘geen communicatie met God mogelijk’. Zodra de ongelovige lichamelijk sterft, is hij voor altijd dood, en dus verloren.
Lukas 19
10 Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.
Dood is verbroken communicatie
In de Bijbel betekent ‘dood’: ‘verbroken communicatie, geen communicatie mogelijk met God’. De zonde-natuur staat tussen God en de mens. Naar menselijke begrippen was Adam niet gestorven, toen hij had gegeten van ‘de boom van kennis van goed en kwaad’, want Adam leefde daarna nog ruim negenhonderd jaar. Maar naar Bijbels begrip is Adam op dat moment gestorven. Gestorven ten opzichte van God. Er was, vanaf dat moment, namelijk geen communicatie meer mogelijk met God.
Adam waar ben je?
Door de zondige, ongehoorzame, ongelovige daad van Adam, was Adam vanaf dat moment (gerekend naar Goddelijke normen) afgesneden van het Leven. De gemeenschap tussen God en de mens was nu verbroken. Adam had zélf de levenslijn verbroken en sindsdien is er geen contact meer mogelijk. De Heere vroeg dan ook aan Adam ‘waar hij gebleven was’. God riep immers naar Adam: ‘waar zijt gij’? Als we ons beperken tot de mens, dan is de mens vanaf dát moment ‘dood door de zonden en (namelijk) misdaden’. Volgens de Bijbel is zonde ‘alles wat niet uit het geloof is’. Zonde is in feite ‘ongeloof’, ofwel ‘het beoogde doel missen’.
Efeze 2
1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden (het beoogde doel missen) en de zonden (= ongeloof);
Romeinen 14
23b En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.
De geboorte was het begin van Zijn Komst in vernedering
9 Hierin is de liefde Gods jegens (= onder) ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
Lukas 19
10 Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken (= te redden; te verlossen), dat verloren was.
Omdat God in deze wereld kwam door Zijn Zoon, om te zoeken wat verloren was en zalig te maken, heeft Hij die Liefde betoont in Zijn Zoon. De mens is van zichzelf ‘dood in zonden en misdaden’ en kan zichzelf niet redden uit die positie. Daarom heeft God Zijn Zoon gezonden. En daartoe is Hij voor ons gestorven aan het kruis. Het geboren worden van de Heere Jezus was slechts het begin van Zijn Komst in vernedering. Maar dat is gelukkig niet het einde van het verhaal, want hoe is het mogelijk dat wij kunnen leven door Hem?
Het nieuwe leven
Als Hij gestorven is, hoe kunnen wij dan leven? Nou, het nieuwe leven wat wíj ontvangen, is niet het natuurlijke leven. Het natuurlijke leven is eindig, maar wij hebben eeuwig leven ontvangen. Wij hebben Zíjn Opstandingsleven ontvangen. Met ‘wij zouden leven door Hem’ wordt het nieuwe Opstandingsleven bedoeld.
Romeinen 5
8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Johannes 3
16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
17 Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.
Eniggeboren Zoon
9 Hierin is de liefde Gods jegens (= onder) ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
Hebreeën 11
17 Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd,
Genesis 22
1 En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik!
2 En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.
Met ‘Eniggeboren Zoon’ wordt niet alleen bedoeld dat God ‘geen meerdere Zonen naar de wereld gestuurd heeft’. De term wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij Izaäk. Izaäk was de zoon van Abraham en Sara. Vóórdat Izaäk geboren werd, was Ismaël er al en toch noemde God Izaäk de ‘enige’ zoon. Dit woord ‘enige’, ofwel ‘eniggeborene’ heeft in de Bijbel een bijzondere betekenis, het gaat namelijk om degene die uniek is. ‘De enige in zijn soort’. Izak is natuurlijk een beeld van de Heere Jezus Christus, de beloofde Zoon.
Eerstgeboorterecht
De eerstgeborene is degene die het eerstgeboorterecht krijgt van de vader. ‘Het recht der eerstgeboorte’. Aanstelling in het eerstgeboorterecht wordt in de Bijbel ook wel ‘zoonstelling’, of ‘aanstelling tot zoon’ genoemd. De zoon gesteld in het hoogste erfrecht. Degene die in deze plaats gesteld is, is hoofd van de familie, oftewel is de gezaghebbende. In de Bijbel is het vaak de tweede zoon die het eerstgeboorterecht erft. Volgens het Oude Testament krijgt de eerstgeborene een dubbel deel van de erfenis, en de eerstgeborene erft automatisch de titel van koning en (hoge-)priester. Dat hoort – Bijbels gezien – gewoon bij het eerstgeboorterecht. Bij Christus ligt momenteel de nadruk op Zijn Functie als Hogepriester. Bij Zijn Wederkomst zal de nadruk liggen op het Koningschap.
Willem Alexander
Het hoofd van de Koninklijke familie is koning Willem Alexander. Hij is niet de oudste van de familie, maar hij is, door het erfrecht, het hoofd van de familie. Aan dit erfrecht is de troon, ofwel het Koningschap verbonden. In de hogere adellijke kringen is het nog steeds zo dat iemand het hoofd van de familie is. Als er zaken in de familie besloten of goedgekeurd moeten worden, dan doet het hoofd van de familie dit.
Kindeke klein is zeer Groot geworden
Dat kindeke geboren in Bethlehem was klein. Het ‘kindeke Jezus’ kun je vertroetelen en bewegen, zoals je het zélf wilt hebben. Maar besef dat dit ‘Kindeke klein’, dit ‘Kindeke teer’ als Eerstgeborene inmiddels de Hoogste Positie ontvangen heeft. Hij heeft, in Zijn Opstanding, ofwel bij Zijn Zoonstelling, alle Macht, in Hemel en op aarde, ontvangen van de Vader.
Hebreeën 1
5 Want tot wien van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon (Zoonstelling), heden heb ik U gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn?
6 En als Hij wederom den Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden.
Psalm 89
27 Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils!
28 Ook zal Ik hem (= Christus) ten eerstgeborenen zoon stellen (= Zoonstelling = Eerstgeboorterecht = Hoogste Positie), ten hoogste over de koningen der aarde.
Efeze 1
19 En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht,
20 Die Hij gewrocht (= voortgebracht; gemaakt) heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechterhand in den hemel;
21 Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;
22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult.
Erfgenaam van alles
In het Nieuwe Testament staat dat de Heere Jezus Christus de Eerstgeborene uit de doden is. De Eerstgeborene van de Nieuwe Schepping. Daarom is Hij tot Zoon gesteld. Daarmee heeft Hij het Eerstgeboorterecht en daardoor recht op de Erfenis. God de Vader heeft Hem aangesteld als Erfgenaam van alles.
Hebreeën 1
1 God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
Kolossenzen 1
15 Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen.
16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
18 En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. (boven alles en iedereen)
LEES VERDER IN DE PDF ‘WAARTOE WERD DE HEERE JEZUS GEBOREN’– pdf
Waartoe werd de Heere Jezus geboren?
Waartoe werd de Heere Jezus geboren?