Misintenties
Ik heb een misintentie aangevraagd en betaald. Van oudsher bestaat het Rooms-katholieke gebruik te bidden voor dierbare overledenen. In elke Eucharistieviering bidt de kerk voor de overleden gelovigen. Vandaar de traditie om een misintentie te vragen voor een overledene. De naam van een dierbare wordt dan genoemd bij de voorbede, waarbij men bidt voor zijn of haar zielenrust. Daarnaast kunnen ook misintenties worden aangevraagd om te bidden uit dankbaarheid, voor het welslagen van een operatie, bijzondere intentie, etc. Voor deze misintenties moet aan de kerk worden betaald. Het geld wordt besteed aan kerkonderhoud en andere onkosten van de parochie.
Aflaten
Ik heb destijds vijftien euro betaald voor een misintentie voor mijn overleden vader. Het betalen voor gebed, ruikt mij nu teveel naar de ‘aflaten’ van de Roomse kerk uit de Middeleeuwen. Vraag dan gewoon een contributie om de kerkdiensten te financieren. Maar geld betalen voor een gebed? De roomse kerk is toch het rijkste instituut ter wereld?
Wij kunnen niet bidden voor de zielenrust van overledenen
Door Bijbelkennis weet ik inmiddels beter. In de Bijbel is genoeg te vinden over gebed. Maar wat ik nog veel erger vind, is dat de kerk de mensen voorliegt door te zeggen dat zij kunnen bidden voor de zielenrust van overleden mensen. Hoe krijgen ze zoiets verzonnen? Wil de kerk ons nu echt voorhouden dat wij, schepselen van God, iets kunnen doen voor mensen die dood zijn? Er is in de verste verte niets van te vinden in de Bijbel.
Ongelovige mensen gaan verloren
Het is heel simpel; mensen die gelovig waren blijven behouden en ongelovige mensen gaan verloren. En niet wij bepalen of iemand gelovig was (of is) maar alleen de Heere kan in ieders hart kijken. Wij als nietige mensen hebben, gelukkig, geen invloed op de plaats en de rust van overledenen.
Ik maakte mijn eigen geloof
Toen ik nog geen Bijbel las, had ik hele theorieën verzonnen over wat er zou gebeuren met me als ik dood zou gaan. Door te onderzoeken en te lezen, weet ik inmiddels mijn positie hier en ook mijn positie straks, als mijn natuurlijk lichaam sterft. Ik hoef voor mezelf geen verhaaltjes meer te verzinnen.