De Bijbel en het geraamte en de spieren

De Bijbel en het geraamte en de spieren

De Bijbel en het geraamte en de spieren is de zesde studie van de reeks ‘De Bijbel en het menselijk lichaam‘. Zoals we in vorige studies over het menselijk lichaam konden lezen, is ook de anatomie van de mens een plaatje van Geestelijke Waarheden. Wat zegt de Bijbel over het geraamte en de spieren? En wat vinden we daarvan terug in de anatomie van de spieren en het geraamte? We kunnen het in deze studie ontdekken.

Het gebeente

Gebeente = Etzem = 70.90.40 = sterkte, kracht, macht.

Het woord voor gebeente, staat in het Hebreeuws voor het hele skelet, en heeft getalswaarde 200. Het skelet, het geraamte, is de kracht van het lichaam. Zonder geraamte vallen wij als een plumpudding in elkaar. Het geraamte houdt ons vast. Het is de steungevende functie van het lichaam.

Job 10
11 Met vel (= huid) en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen (juiste vertaling = spieren) hebt Gij mij samengevlochten;

Hoeveel botten hebben we?

Psalm 22 (deze Psalm gaat over het lijden van de Heere Jezus)
15 Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden (in plaats van dat het gebeente het lichaam bij elkaar houdt, wordt hier gesproken dat de beenderen van elkaar gescheiden zijn, het is een beeld van Zijn lijden en aanstaande sterven); mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands.

18 Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen (= uitdrukking voor lijden, en mager zijn, smaadheid en ellende en lichamelijke zwakte); zij schouwen het aan, zij zien op mij.

Ons geraamte bestaat uit 206 beenderen. Grote en kleine. Het getal 206 komen we niet tegen in de Bijbel, maar wel de getallen 200 en 6.

Draagkracht van de mens

Het getal 200 staat in de Bijbel onder andere voor Heerschappij en voor Kracht. Het getal 6 staat in de Bijbel voor de mens, die immers op de zesde dag werd geschapen. Dus de beenderen van het skelet, het geraamte, staan voor de draagkracht van de mens. Het richt de mens omhoog en laat hem staan.

Handelingen 23
23 En zekere twee van de hoofdmannen over honderd tot zich geroepen hebbende, zeide hij: Maakt tweehonderd krijgsknechten gereed, opdat zij naar Cesarea trekken, en zeventig ruiters, en tweehonderd schutters, tegen de derde ure des nachts; (Paulus werd beschermd tegen de Joden door 200 krijgsknechten en 200 schutters)

1 Samuël 25
13 David dan zeide tot zijn mannen: Een ieder gorde zijn zwaard aan. Toen gordde een ieder zijn zwaard aan, en David gordde ook zijn zwaard aan; en zij togen op achter David, omtrent vierhonderd man, en daar bleven er tweehonderd bij het gereedschap.

De mens als zodanig

Psalm 35
9 Zo zal mijn ziel zich verheugen in den HEERE; zij zal vrolijk zijn in Zijn heil.
10 Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover.

‘Mijn ziel’ is in deze Psalm, qua strekking, hetzelfde als ‘mijn beenderen’. Ziel staat voor de handel en wandel van de mens; de mens als zodanig in zijn aardse levenswandel. Mijn ziel is ‘ik, met heel mijn hebben en houden’. En daar staat ‘al mijn beenderen’ dus ook voor. Het geraamte vormt de harde substantie in de mens.

Water is Woord

Spreuken 3
8 Het zal een medicijn (gezonde leer, gezond geloof) voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen. (het tegenovergestelde is ‘dorre beenderen’)

De navel staat in de Bijbel voor de oorsprong. In de Bijbel komen ook ‘doodsbeenderen’ voor. Maar ‘bevochtiging van de beenderen’, betekent dat het goed is voor het leven van de gelovige. Want bevochtiging gebeurt met water en water staat in de Bijbel voor het Woord. ‘Beenderen’ staan voor de gelovige mens in zijn aardse wandel. En onze aardse wandel zou zijn vanuit het Woord! En dat doe je, als je op de Heere vertrouwt. Het Woord heeft een reinigende en heelmakende Werking.

Zoet voor de ziel

Spreuken 16
24 Liefelijke redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel, en medicijn voor het gebeente.

Lieflijke redenen, zijn Woorden van de Heere Jezus Christus. Het Woord van God is zoet voor de ziel. Het leven van het Nieuwe Verbond geeft toekomst aan de ziel, de wandel van de gelovige mens. Door geloof in het Woord van God is er immers wedergeboorte, en dus eeuwig Leven. Hij is onze Heelmeester en heeft het juiste medicijn voor het gebeente. Het gebeente, de beenderen zijn typologisch de oorsprong van het leven van de natuurlijke mens. Het juiste medicijn voor de gelovige mens hier op aarde, is het Woord van God; ‘een honigraat vol met vaste Spijze’. Door geloof in het Woord van God, wordt de natuurlijke mens een nieuw schepsel.

Vet gebeente

Spreuken 15
30 Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.

Met het hart geloven wij en hebben wij lief. Verlichte ogen verblijden het hart. Blijdschap in de Heere omdat onze ogen verlicht worden door het Woord van God. Een goed gerucht is hetzelfde als de Blijde Boodschap. Goed voor ons gebeente, betekent: goed voor onze levenswandel. In afhankelijkheid van de Heere. Ziel en gebeente zijn een beeld van de gelovige in deze wereld. Vet staat in de Bijbel eigenlijk altijd voor olie. En olie is een type van de Heilige Geest. De Blijde Boodschap, het Woord van God, is dus goed voor het geestelijk leven van de gelovige hier op aarde.

Verrotting van de beenderen

Spreuken 14
30 Een gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting der beenderen.

Dit vers is eigenlijk het tegenovergestelde van bovenstaand vers! Vet gebeente is tegenovergesteld aan verrottend gebeente. Een gezond hart geeft leven aan het vlees, de oude mens. Maar in geestelijke zin is een gezond hart, een hart dat gelovig is. Een hart waarin de Heere Jezus Christus woont. Dat is het hart van de gelovige hier nog op aarde. Nijd is het tegengestelde van een gezond hart. Nijd, tweedracht, jaloersheid etc. is niet goed voor het aardse leven van de gelovige. Integendeel. Dat is niet opbouwend voor de Gemeente. De Gemeente staat ook in verband met het gebeente. Dus nijd is afbrekend voor de Gemeente. De satan zaait graag tweedracht binnen de Gemeente.

Christus en de Gemeente

Efeze 5
29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente.
30 Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
31 Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen.
32 Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.

Been van mijn benen

Genesis 2
21 Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.
22 En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.
23 Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is.

De essentie van iemand

Rode bloedlichaampjes worden aangemaakt in de botten van de mens. En zij transporteren zuurstof oftewel adem, oftewel geest door heel het lichaam van de mens. Het gebeente van de mens zou je dus tot op zekere hoogte kunnen beschouwen als de oorsprong van het leven van de natuurlijke mens. Het is de essentie van iemand. Het gebeente van de Heere Jezus Christus is de oorsprong van het leven van de wedergeboren mens. De nieuwe mens in Christus; een nieuw schepsel met de Goddelijke natuur. Omdat wij nu van hetzelfde vlees en benen zijn als Hij, delen wij in Hem in elke geestelijke zegening in de Hemel.

2 Petrus 1
4 Door Welke (Christus) ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.

Bloed is leven

Beenmerg is de plaats waar de bloedcelaanmaak plaatsvindt. In de Bijbel staat bloed voor leven. Bloedcellen ontstaan uit zogenaamde stamcellen. Stamcellen rijpen uit tot een grote verscheidenheid van verschillende cellen. Bloedcellen bestaan uit drie grote groepen. Rode bloedcellen zorgen voor zuurstoftransport. Witte bloedcellen zijn verantwoordelijk voor de afweer tegen infecties. En bloedplaatjes zorgen voor de stolling van het bloed.

De essentie

Botten worden vaak gezien als ‘dood’. Gezien als verharde lichaamsdelen die kunnen gaan ontkalken, waardoor ze bros worden en gemakkelijk breken. En dat is het dan. Maar de botten vormen dus eigenlijk de basis van onze gezondheid. Elke lichaamscel draagt onze codering in zich. Het beenmerg kent onze essentie en zorgt ervoor dat de nieuwe cellen deze essentie in zich dragen.

Oorsprong

Het leven van de mens wordt dus feitelijk uitgedrukt in het bloed van de mens. Rode bloedlichaampje worden aangemaakt in het gebeente. Via dit bloed wordt het lichaam voorzien van zuurstof. Het gebeente van de mens zou je daarom, tot op zekere hoogte, kunnen beschouwen als de oorsprong van het leven van de mens.

LEES VERDER IN DE PDF DE BIJBEL EN HET GERAAMTE EN DE SPIEREN_pdf

De Bijbel en het geraamte en de spieren

Reageren