De toekomst van Israël; Jesaja 60. Wat is de toekomst van Israël? Veel wereldleiders willen een ’twee-staten-oplossing’, en vooral vrede. Wat zegt de Bijbel eigenlijk over de toekomst van Israël? Mensen zijn geneigd tot filosoferen, hun eigen gedachten en bedenkingen zijn belangrijker dan Zijn Woord, dat Waarheid is. Hun Wijsheid is eigen-wijsheid, maar de Bijbel is heel duidelijk over de toekomst van Israël. Zo ook in Jesaja 60. Dit hoofdstuk zullen we in deze studie vers voor vers bekijken.
Beloften van de Heere
Enkele Beloften inzake het geopenbaarde Koninkrijk
Het Joodse Volk is nog steeds ongelovig
Jesaja 60
1 Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
Een Verlosser in Sion
Jesaja 59
20 En er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die zich bekeren van de overtreding in Jakob, spreekt de HEERE.
‘Maak u op’, gaat over Sion. Er zal een Verlosser naar Sion komen, staat in het vorige hoofdstuk van Jesaja. Het gaat in dit hoofdstuk op de eerste plaats over Israël, over Sion, Jeruzalem, waar de Heere in de toekomst Zijn Woning zal hebben. ‘Maak u op’, is in het Hebreeuws ‘kumi’, en betekent ‘Sta op’ (denk aan; Talitha kumi, uit Markus 5). ‘Sta op’, verwijst naar de opstanding; ‘tot leven komen’. ‘Maak u op’ verwijst naar de wedergeboorte van Sion.
1b want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
Licht is Heerlijkheid
Laat het Licht over je heenkomen, ‘wordt verlicht’. Het Licht is afkomstig van de Heere. Wees waakzaam Sion, want de Heere komt, laat je door Hem verlichten. Licht en Heerlijkheid zijn hier synoniem. ‘Sion, de Heere komt, kom tot wedergeboorte’. Zijn Heerlijkheid zal, net zoals de zon, opgaan over Sion. De Heere zal komen om Zijn Volk te verlossen.
Jesaja 2
5 Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN.
Gelovig Israël
Het gaat over de toekomst van een gelovig Israël, dat in het Beloofde Land zal gaan wonen. Van dat Land zal Jeruzalem, Sion, de hoofdstad zijn. Jeruzalem wordt straks, in de nabije toekomst, ‘de stad des HEEREN’, ‘het Sion van den Heilige Israëls’. De Verlosser verlost Zijn Volk met een eeuwige Verlossing.
Jesaja 45
17 Maar Israël wordt verlost door den HEERE, met een eeuwige verlossing; gijlieden zult niet beschaamd noch tot schande worden, tot in alle eeuwigheden.
1b want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
De Heere Jezus Christus heeft het Licht uitgedaan
Johannes 9
4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
5 Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.
Dat Licht is een beeld van de Heere Jezus Christus, leren we uit het Nieuwe Testament. De Heere Jezus noemt Zichzelf daar ‘het Licht’, maar men heeft het Licht destijds niet aanvaard. Je kunt daarom zeggen dat de Heere Jezus Christus bij Zijn Hemelvaart ‘het Licht in de wereld heeft uitgedaan’. De hele wereld ligt momenteel in duisternis, en dat is te merken!
Middelaar voor communicatie
De mens heeft de duisternis verkozen boven het Licht. Licht is Leven, duisternis is dood. Dood betekent in de Bijbel dat er geen communicatie met God mogelijk is. Zijn kinderen, de Gemeente, kunnen natuurlijk wel in Zijn Licht wandelen. De Heere Jezus Christus is momenteel de Middelaar tussen God, en de gelovige mens. Straks, bij Zijn Wederkomst, zal de duisternis in de wereld wijken voor het Licht.
Johannes 1
1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
2 Dit was in den beginne bij God.
3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.
4 In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.
5 En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. (= omvat, omarmt)
1 Timotheüs 2
5 Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus;
1 Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
De Vader en de Zoon zijn Eén
Momenteel is het Joodse Volk ongelovig. Zij gelooft niet in de Heere Jezus Christus, als Opgestane Zoon van God, en ‘niemand komt tot de Vader dan door de Zoon’. Een gelovig overblijfsel uit het Joodse Volk zal, aan het einde van de grote Verdrukking over Israël, de Naam van de Heere aanroepen. De Heere zal dan terugkomen, en zal Zijn Volk verlichten. Als God de Heere Zich openbaart, doet Hij dat door Zijn Zoon te laten verschijnen. ‘Ik en de Vader zijn Eén’.
Als God Zich laat zien, zien we de Heere Jezus Christus. De Zoon van God is de buitenkant van God. God Zélf is immers onzienlijk. Het gelovig overblijfsel van Israël verwacht niet dat zij, na het aanroepen van de Heere, Christus te zien zullen krijgen. Dan pas zullen zij zien Wie zij, destijds, gekruisigd hebben.
1 Timotheüs 6
15 Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
Zacharia 12
10 Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.
2 Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
De Dag des Heeren
Joël 2
1 Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij.
2 Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten
nacht = duisternis = dood = ongeloof. Licht = Wijsheid = Leven = Waarheid = het Woord.
Het eerste vers is een hele blijde aankondiging van het Licht dat eraan komt voor Israël. Het eerste gedeelte van het tweede vers is een tegenstelling, want daar gaat het juist over duisternis. Duisternis komt overeen met donkerheid. De aarde is de plaats waar de volkeren zich bevinden. Terwijl het Licht over Israël (Sion) zal opgaan, komt de duisternis over de overige volkeren. Het is een beschrijving van de ‘Dag des Heeren’ die dan zal aanbreken; het oordeel, ofwel de grote Verdrukking over de volkeren. Dus als er Licht is voor Israël, zal er duisternis over de rest van de wereld zijn.
Zefanja 1
14 De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen.
15 Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid;
Zijn Voeten op de Olijfberg
Zacharia 14
4 En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.
‘De Dag des Heeren’ begint als Christus Zijn Voeten zet op de Olijfberg. Deze Dag duurt tot aan het begin van de duizend jaren dat satan gebonden zal zijn. Dag betekent ‘oordeel’, denk maar aan ‘dagvaarden’. Hij zal dan, als Koning der koningen, laten zien dat Hij alle macht heeft over Hemel en aarde. Christus zal namelijk – in etappes – Zijn Koninkrijk op aarde vestigen.
Zijn Koninkrijk der Hemelen zal Hij uitbreiden vanuit de Hemel over de hele aarde. Uiteindelijk zullen alleen gelovigen ingaan in het duizendjarig Koninkrijk, de ongelovigen worden weggedaan, maar krijgen nog een kans om zich te bekeren in die 33 jaren.
Joël 2
1 Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des Heeren komt, want hij is nabij.
2 Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten.
LEES VERDER IN DE PDF ‘DE TOEKOMST VAN ISRAËL; JESAJA 60-PDF’
De toekomst van Israël; Jesaja 60
De toekomst van Israël; Jesaja 60




