Genade kun je omschrijven als ‘onverdiende gunst’, soms gebruikt men ook wel het woord ‘gratie’. Bij gratie word je een schuld kwijtgescholden, zonder dit te verdienen. Bij gunst krijg je iets, wat je eigenlijk niet verdiende. ‘Genade is Gods welwillende toewending tot de mens in Christus Jezus’, staat in Wikipedia onder ‘Genade- Christelijk geloof’. Genade is één van de fundamentele begrippen in de Bijbel en komt dan ook vaak voor. In het Nieuwe Testament komt het meer dan 150 keer voor. Het is een kernwoord. Het begrip Genade staat vaak samen met het begrip geloof. (zie ook de studie ‘Geloof’) Dat is niet zo vreemd, want geloof is noodzakelijk om Genade van God te kunnen ontvangen.
Handelingen 15
11 Maar wij (gelovige Joden, de discipelen) geloven, door de genade van den Heere Jezus Christus, zalig te worden (gered/verlost te worden; eeuwig leven ontvangen), op zulke wijze als ook zij. (= de gelovigen uit de Heidenen)
Geloof is noodzakelijk om Zijn Genade te ontvangen
Het begrip ‘Genade’ komt het eerst voor in het Oude Testament bij Noach. Noach vond Genade in de ogen van de Heere, omdat hij een oprecht en rechtvaardig mens was. Noach wandelde met God. Als je met God wandelt, word je rechtvaardig gerekend (vrijgesproken van schuld) op grond van geloof. Geloof is, in de hele Heilsgeschiedenis, noodzakelijk om Genade te ontvangen. Die Genade is tot stand gekomen door de Heere Jezus Christus. Momenteel leven we in de vijfde ‘Bedeling der Genade Gods’, deze wordt ook wel de ‘Bedeling der Verborgenheid’ genoemd. (zie ook de studie ‘De Verborgenheid’)
Efeze 3
2 Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij (Paulus) gegeven is aan u;
3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
Romeinen 5
1 Wij dan, gerechtvaardigd (vrijgesproken van schulden) zijnde uit het geloof, hebben vrede (= eenheid; eenwording) bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
2 Door Welken wij ook de toeleiding (toegang) hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods.
De Genadegift van God is het eeuwige Leven
1 Johannes 5
10 Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.
11 En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon.
12 Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet.
13 Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God.
Genade kent geen enkele verplichting
God heeft, in Christus (= in nauwe verbondenheid met Christus), alles gedaan wat nodig was om de Eer van Zijn Naam te herstellen en de mens te redden uit zonde en dood. Vóór de Schepping was Zijn Plan van verlossing al klaar. Nu biedt God elk mens een volkomen verlossing in Christus aan. Als gift, helemaal gratis, enkel uit Genade. Genade kent geen enkele verplichting, anders is het geen genade meer. De mens hoeft deze gave alleen maar te aanvaarden, door Hem te geloven op Zijn Woord. Zijn Geest, de onzienlijke Christus, woont vanaf dát moment in zijn hart. In Christus is het Leven, buiten Hem is alleen maar de dood.
Romeinen 6
22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven.
23 Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.
Romeinen 11
6 En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer.
Genade strijdt tegen ons eergevoel
Genade heeft, in onze oren, geen aangename klank. De mens wil van nature geen ‘genadebrood’ eten. Genadegaven worden niet gewaardeerd, genade strijdt tegen ons eergevoel. Ons prestige eist dat wij tegenprestaties leveren. In onze menselijke samenleving, deze oude Schepping, is deze houding niet te veroordelen. We voelen een zekere minachting voor de mens ‘die niet wil werken voor de kost’. Op het gebied van het geestelijke leven liggen deze dingen echter totaal anders.
Verloren in zonden en misdaden
Efeze 2
1 En u (= de gelovige mens; de wedergeboren mens; de Gemeente) heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig (gered; verlost; behouden) geworden),
Geen communicatie met God mogelijk
De mens is zo diep verloren in zonde en dood, dat er geen andere mogelijkheid voor hem is dan door God begenadigd te worden. Alleen God kan hem redden. Aan de natuurlijke mens Genade bewijzen, kon God echter niet zonder meer, hoe lief Hij de mens ook had. God is Heilig, en Rechtvaardig, en daarom moest Zijn Liefde, en Zijn Genade, op recht gegrond zijn. De Wet eiste dat ‘iedere zondaar zal sterven’. Volgens Zijn Woord heeft de natuurlijke mens nérgens recht op, alleen op de dood. In de Bijbel staat ‘dood’ voor geen-communicatie-met-God-mogelijk. De zonden maken contact tussen de natuurlijke mens en God onmogelijk. Zonde is alles wat niet uit het geloof is, zonde is ongeloof. Zonde is afwijken van de koers, met als resultaat, dat het beoogde doel niet wordt bereikt. (zie ook de studie ‘Wat is erfzonde?’)
Romeinen 14
22 Hebt gij geloof? hebt dat bij uzelven voor God. Zalig is hij, die zichzelven niet oordeelt in hetgeen hij voor goed houdt.
23 Maar die twijfelt, indien hij eet, is veroordeeld, omdat hij niet uit het geloof eet. En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.
De zondaar zal sterven
Ezechiël 18
4 Ziet, alle zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven.
Het Woord van God veroordeelt de natuurlijke mens, het zondige vlees. Het spreekt een vonnis uit over de natuurlijke mensheid. Veel Christenen denken dat de Bijbel er is om de natuurlijke mens te verbeteren, maar er staat juist dat de oude mens, het vlees, onverbeterlijk is. Hij is verloren in misdaden en zonden. De Wet, onder het Oude Verbond, schrijft voor dat de zondaar zal sterven. Ons vleselijk lichaam kán niet anders dan zondigen, en kán niet gehoorzamen aan de Wet, staat in de Bijbel.
Romeinen 8
7 Daarom dat het bedenken des vleses (= de zondige oude mens; de natuurlijke mens) vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet (= thora = onderwijs) Gods niet; want het kan ook niet.
8 En die in het vlees zijn (de oude mens, de natuurlijke mens), kunnen Gode niet behagen.
De eis van de Wet is door Christus vervuld
Filippensen 2
6 Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn;
7 Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden;
8 En in gedaante gevonden als een mens (de Heere Jezus), heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
2 Korinthe 5
15 Als die dit oordelen, dat, indien Eén voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. (= Eén is voor allen gestorven) En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is.
De natuurlijke mens, de oude mens, het vlees, kan God dus niet behagen. Hij kan God niet dienen, omdat er geen contact mogelijk is tussen God, en de zondaar. God heeft Zich daarom vernederd om als mens (de Heere Jezus) plaatsvervangend voor alle zondaren te sterven. Bij de dood van de Heere Jezus, was heel de mensheid dood. (‘als Eén sterft voor allen, dan zijn zij allen dood) Daarmee heeft Hij de eis van de Wet vervuld.
God gaf Zichzelf in Zijn Zoon
Zijn Liefde was zó overweldigend groot, dat Hij Zijn geliefde Zoon voor ons tot zonde heeft gemaakt, en als gevolg daarvan, in de dood heeft gebracht. Hij gaf Zichzelf in Zijn Zoon. Op Hem kwam het oordeel van God over al het kwaad en zijn gevolgen. God heeft Christus opgewekt uit de dood, en Hem uitermate verhoogd, en een Naam gegeven welke boven allen naam is. Door het verlossingswerk van Jezus Christus is de Eer van Gods Naam volkomen hersteld. Nu kan God de mens Zijn grote Liefde en overvloedige Genade tonen.
Door wedergeboorte zijn wij nieuwe schepsels
Bij de dood van de Heere Jezus, was heel de schepping dood. (als Eén sterft voor allen, dan zijn zij allen dood) Christus is als Eerste opgestaan in een Nieuwe Schepping. Door geloof nemen ook wij deel aan dat nieuwe Opstandingsleven. Wij zijn, in Christus, ook nieuwe schepsels. Hij is het Hoofd, en wij zijn Zijn Lichaam. Onze nieuwe mens in Christus neemt deel aan de Goddelijke natuur. Als God naar ons kijkt, ziet Hij Christus! Een gelovige heeft dus twee ‘naturen’; een Goddelijke en een menselijke; een oude en een nieuwe mens. Dat nieuwe leven is voor eeuwig. Als Christus niet zou zijn opgewekt, hadden wij nu geen nieuw, eeuwig leven. God heeft dus uit deze oude Schepping een Nieuwe Schepping gemaakt, door de dood en Opstanding van Christus. God heeft daarmee het zonde-probleem voor ons opgelost.
2 Korinthe 5
17 Zo dan, indien iemand in Christus is (= leeft in gemeenschap met Hem en Zijn Woord), die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.
18 En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.
Galaten 6
15 Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel. (het maakt niet uit of je besneden bent of niet, door geloof alleen ben je, samen met Christus, een nieuw schepsel)
In Christus nemen wij deel aan de Goddelijke natuur
2 Petrus 1
2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;
3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;
4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Wij zijn allemaal zondaren
Romeinen 5
8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
—
12 Daarom, gelijk door één mens (Adam) de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.
Genade speelt dus een belangrijke rol in de Bijbel. Wij hebben immers Genade nodig omdat wij allen zondaren zijn. God heeft in deze Genade voorzien door Zijn Eniggeboren Zoon te geven als een losprijs in plaats van allen. Hij is de Middelaar tussen God en de mensen. God biedt dus Genade aan in Christus. (= samen met Christus, of in nauwe verbondenheid met Christus)
1 Timotheüs 2
4 Welke wil, dat alle mensen zalig worden (gered; verlost; behouden worden), en tot kennis der waarheid komen.
5 Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus;
(Maria is dus géén middelaar, hoewel de Roomse kerk dit predikt)
6 Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen (losprijs) voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd;
De Rijkdom van Zijn Genade
Efeze 1
6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;
7 In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,
8 Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid;
Efeze 1
6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade (het is tot Eer en Heerlijkheid van God als je Zijn Genade aanneemt), door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde; (= Hebreeuws voor ‘David’; de Heere Jezus Christus)
7 In Welken (Christus) wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden (zonden), naar den rijkdom Zijner genade,(God biedt Genade aan en als je daar deel aan wilt hebben door het geloof, dan ben je meteen verlost door het Bloed van de Heere Jezus Christus, en heb je vergeving van zonden ontvangen)
8 Met welke (Genade) Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; (de Kracht van God die alles vóórziet, en in alles voorzíét)