Het Bijbelse huwelijk

Het Bijbelse huwelijk. Het huwelijk: de relatie tussen man en vrouw. ‘Wat daarvan in de Bijbel staat’, verkondigen de kerken en schrijven de theologen. Toch is de norm de Bijbel, het Woord van God. In deze studie gaan we kijken wat Zijn Woord nu wérkelijk zegt over het huwelijk. In Lukas 20 vragen enkele Sadduceeën aan de Heere Jezus ‘hoe het nu eigenlijk zit met een vrouw die met zeven broers getrouwd was geweest. Als de vrouw kinderloos sterft, wie is dan in haar opstanding haar man’? Ze probeerden de Heere Jezus te slim af te zijn met deze vraag, ze hadden geen goede bedoelingen. Sadduceeën geloofden niet in de opstanding en hielden zich heel nauwgezet aan de Wet van Mozes.

Lukas 20
34 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen zonen dezer eeuw (aion = de gang van zaken in deze wereld = tegenwoordige boze eeuw = satan regeert over deze oude Schepping) trouwen (= mannen), en worden ten huwelijk uitgegeven (= vrouwen; in de Bijbelse tijd werd men uitgehuwelijkt);
35 Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw (= de toekomende eeuw = de nieuwe Schepping = na de Opstanding van Christus) te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden;
36 Want zij kunnen niet meer sterven (in de toekomende eeuw; de nieuwe Schepping), want zij zijn den engelen gelijk; en zij zijn kinderen zonen Gods, dewijl zij kinderen zonen der opstanding zijn.

Een tijdelijke situatie

Uit bovenstaande verklaring van de Heere Jezus blijkt dat het huwelijk een tijdelijke en wereldse aangelegenheid is. Een huwelijk is alleen geldig in deze tegenwoordige boze eeuw. In de toekomende eeuw (= aion) bestaat er geen huwelijk meer. De toekomende eeuw, de nieuwe Schepping, wordt bestuurd door de Heere Jezus Christus. De Heere Jezus zegt: ‘In de nieuwe Schepping zal men niet meer trouwen, want men gaat dan niet meer dood’. Daarmee zegt de Heere Jezus feitelijk dat het huwelijk noodzakelijk is voor voortplanting. Als men niet meer sterft, is het niet meer nodig om te zorgen voor nageslacht!

Mannelijk en vrouwelijk

Genesis 1
27 En God schiep den (M)mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem (over het hoofd van Adam, wordt gesproken over de tweede Adam; de Heere Jezus Christus); man (juiste vertaling= mannelijk) en vrouw (juiste vertaling= vrouwelijk) schiep Hij ze.
28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!

Genesis 2
7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.

18 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij.(een tegenhanger)

In Genesis 1 worden man en vrouw geschapen door de Heere. Daar wordt de relatie man-vrouw al genoemd. Zij zijn bestemd om zich te vermenigvuldigen, om vruchtbaar te zijn. Om de aarde te vervullen. In Genesis 2 wordt vermeld hóe de vrouw is ontstaan uit de man. Adam was alleen, en God zei dat de man ‘een hulp nodig heeft’. De vrouw is een tegenhanger van, en aanvulling op, de man.

Typologie

Genesis 2
21 Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen (= typologisch de Bedeling der Verborgenheid), en hij sliep; en Hij nam één van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.
22 En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam (verwijzend naar de laatste Adam, de Heere Jezus Christus) genomen had, tot een vrouw (de Gemeente is het Lichaam van Christus), en Hij bracht haar tot Adam.
23 Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is.
24 Daarom zal de man (de Man; Christus) zijn vader (God) en zijn moeder (Volk) verlaten, en zijn vrouw (de Gemeente) aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn. (het Lichaam van Christus, de Gemeente)

Eén Plant, Eén levend organisme

De Heere Jezus verliet Zijn Hemelse Vader, en Hij kwam naar deze aarde. Hij verliet uiteindelijk ook Zijn moeder, namelijk het Volk waaruit Hij geboren was. De Heere Jezus Christus werd na Zijn Opstanding Eén met de Gemeente, Zijn Lichaam. Christus en de Gemeente zijn één Plant, één levend organisme. Achter elke letterlijke gebeurtenis in de Bijbel, zit een geestelijke betekenis. De achterliggende gedachte in Genesis 2 is dat de Schepper de verdeelde Schepping, de vrouw, tot één brengt met Zichzelf. En dat de Gemeente één is met het Lichaam, (het Vlees), van Christus. Christus is het Hoofd.

Christus en de Gemeente

Efeze 5
28 Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.
29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente.
30 Want wij (alle gelovigen) zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
31 Daarom zal een mens (Man; Christus) zijn vader (God) en moeder (Volk) verlaten, en zal zijn vrouw (de Gemeente) aanhangen; en zij twee zullen tot één vlees wezen. (= het Lichaam van Christus, de Gemeente)
32 Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.

Paulus zegt hier dat vanaf Genesis tot aan de Opstanding van de Heere Jezus Christus dit een Verborgenheid moest blijven. Maar nu maakt hij, in opdracht van de Heere, bekend dat deze samenvoeging door God, niet gaat over een willekeurige verbintenis van man en vrouw maar gaat over de verbintenis van Christus en Zijn Lichaam. Want welke scheiding er in ons leven als gelovige ook zal plaatsvinden, niets en niemand kan ons, Zijn Lichaam, de Gemeente scheiden van de Liefde van God. Deze verzen spreken niet over de natuurlijke mens. De natuurlijke man en vrouw zullen het één zijn – van hun vlees met elkaar – nooit bereiken!

Markus 10

1 En van daar opgestaan zijnde, ging Hij naar de landpalen van Judea, door de overzijde van de Jordaan; en de scharen kwamen wederom samen bij Hem, en gelijk Hij gewoon was, leerde Hij hen wederom.
2 En de Farizeën, tot Hem komende, vraagden Hem, of het een man geoorloofd is, zijn vrouw te verlaten, Hem verzoekende.
3 Maar Hij antwoordende, zeide tot hen: Wat heeft u Mozes geboden?
4 En zij zeiden: Mozes heeft toegelaten een scheidbrief te schrijven, en haar te verlaten.
5 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Vanwege de hardigheid uwer harten heeft hij ulieden dat gebod geschreven.
6 Maar van het begin der schepping heeft ze God man en vrouw gemaakt.
7 Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen;
8 En die twee zullen tot een vlees zijn, alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees.
9 Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
10 En in het huis vraagden Hem Zijn discipelen wederom van hetzelve.
11 En Hij zeide tot hen: Zo wie zijn vrouw verlaat, en een andere trouwt, die doet overspel tegen haar.
12 En indien een vrouw haar man zal verlaten, en met een anderen trouwen, die doet overspel.

Wat God heeft samengevoegd scheide geen mens

De Heere Jezus zegt hier; ‘Wat God samengevoegd heeft, scheide geen mens’. Dit slaat niet op de natuurlijke man en vrouw, maar dit is een verwijzing van de Heere Jezus naar wat er zal gebeuren ná Zijn Opstanding. Dán zal God niet meer scheiden wat Hij gaat samenvoegen; namelijk Christus en Zijn Lichaam, de Gemeente. De kerken hebben er niks van begrepen en gebruiken dit vers in hun huwelijksceremonie!

Romeinen 8
35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard?
36 (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.)
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.
38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen,
39 Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.

Verliefdheid

De oorsprong van het huwelijk ligt dus bij God. Hij heeft de man en vrouw geschapen. Hij heeft hen zó gemaakt dat zij zich kunnen voortplanten, zich kunnen vermenigvuldigen. De vrouw heeft Hij zo geformeerd dat zij kan ‘vruchtdragen’. In de Bijbelse tijd werd men vaak uitgehuwelijkt. Het huwelijk in onze tijd begint meestal met gevoelens, onze cultuur spreekt van verliefdheid, elkaar leuk en aardig vinden, dat kan de beginfase zijn van een huwelijk.

Man en zijn vrouw

God Zelf heeft scheiding gemaakt tussen man en vrouw. Eva werd door de Heere uit het lichaam van Adam genomen. Hiermee wordt verklaard waarom de man en vrouw zo naar elkaar verlangen, en streven om een eenheid te zijn. Van oorsprong waren zij één lichaam, maar in de praktijk blijkt het toch onmogelijk dat de man ook daadwerkelijk één is met zijn vrouw. (Maar Christus, en de Gemeente zijn weldegelijk één Vlees, namelijk één Lichaam). 

Liefde tussen man en vrouw

Genesis 34
1 En Dina, de dochter van Lea, die zij Jakob gebaard had, ging uit, om de dochteren van dat land te bezien.
2 Sichem nu, de zoon van Hemor den Heviet, den landvorst, zag haar, en hij nam ze, en lag bij haar, en verkrachtte ze.
3 En zijn ziel kleefde aan Dina, Jakobs dochter; en hij had de jonge dochter lief, en sprak naar het hart van de jonge dochter. (Dina vond hem ook aardig)
4 Sichem sprak ook tot zijn vader Hemor, zeggende: Neem mij deze dochter tot een vrouw.

Het voorbeeld uit Genesis 34 is niet het mooiste voorbeeld waar er gesproken wordt over ‘het liefhebben tussen man en vrouw’. We moeten daarbij dan ook niet vergeten dat elke Bijbelse gebeurtenis een typologische, geestelijke, betekenis heeft, maar iets moet eerst écht gebeuren voordat er een typologische betekenis aan gehangen kan worden.

Dina en Sichem

Dina was de dochter van Lea en Jakob. Sichem onteerde Dina. Het staat er niet met zoveel woorden, maar Dina zag Sichem ook wel zitten. Sichem vraagt aan zijn vader om naar Jakob te gaan om toestemming te vragen voor een huwelijk met Dina. Deze gebeurtenis gaat nog verder, maar loopt aan het einde slecht af voor Sichem. Hij moet zich voor een huwelijk met Dina namelijk laten besnijden en dat loopt letterlijk uit op een bloedbad. Hij wordt uiteindelijk vermoord door twee broers van Dina. De typologische betekenis achter deze gebeurtenis heeft te maken met het Volk Israël, en de Gemeente.

Liefhebben

Genesis 34
3 En zijn ziel kleefde aan Dina, Jakobs dochter; en hij had de jonge dochter lief  (‘ahavah’) , en sprak naar het hart van de jonge dochter. (Dina vond hem ook aardig)

8 Toen sprak Hemor met hen, zeggende: Mijns zoons Sichems ziel is verliefd (‘ahavah’: een sterk verlangen hebben naar, liefdevol verlangen naar, beminnen) op ulieder dochter; geeft hem haar toch tot een vrouw.
9 En verzwagert u met ons; geeft ons uw dochteren; en neemt voor u onze dochteren;

Het Hebreeuwse woord ‘ahavah’ betekent meer dan ‘verliefdheid’. Het ‘liefhebben’ uit vers 3, wordt ook gebruikt voor ‘het liefhebben van God’. (ahavah = 5.2.5.1) In Deuteronomium 10 is hetzelfde Hebreeuwse Woord vertaald met ‘lust gehad aan’. Het gaat dan van God uit; Liefde voor Zijn Volk. Zijn sterke verlangen naar gemeenschap met Zijn Volk. Het Volk Israël wordt hierbij opgeroepen haar hart te besnijden en de Heere te dienen. In negatieve zin komt het woord ahavah ook voor in de Bijbel. Namelijk in verband met overspel van Israël met haar ‘drekgoden’, haar ‘boelen’: goden van andere volkeren.

Deuteronomium 10
15 Alleenlijk heeft de HEERE lust gehad aan (= een sterk verlangen naar iemand, of een sterk verlangen hebben naar een Volk) uw vaderen (Abraham, Izaäk, Jacob), om die lief te hebben, (een sterk verlangen naar een gemeenschap met iemand, of een volk/ éénwording) en heeft hun zaad na hen, ulieden, uit al de volken verkoren, gelijk het te dezen dage is.

Ahavah

Liefhebben =  ‘Dienstbaarheid, in vrijwilligheid, en oprechtheid, zonder bijbedoelingen. Liefde met een groot verlangen naar éénheid’. Ook in Psalm 91 wordt hetzelfde woord gebruikt. Daar wordt het vertaald met ‘beminnen’, maar betekent ‘liefde voor God, ofwel zeer liefdevol verlangen naar gemeenschap, ofwel eenheid, met de Vader’. ‘Ahavah’ is dus dat iemand sterke liefdevolle gevoelens wil benoemen, en gestalte wil geven door een relatie aan te gaan. Bij Sichem ging dat natuurlijk op de verkeerde manier. Hij verkrachtte haar, omdat hij helemaal van slag was door zijn grote liefde voor haar.

Psalm 91
14 Dewijl hij (de Heere Jezus) Mij (God) zeer bemint (ahavah), spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam.
15 Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn. Ik zal er hem uittrekken (uit de dood), en zal hem verheerlijken. (spreekt op verborgen wijze over de Opstanding)

Praktisch liefhebben, is dienen

Liefhebben is een heel sterk verlangen tot vrijwillige dienstbaarheid aan iemand anders. Liefde is de drang naar innige, levende, en dus bewegende gemeenschap. In de praktijk van ons leven, is liefhebben ‘dienen’. Liefde is elkaar dienen: vrijwillig en onbaatzuchtig, en dus zonder enige voorwaarde. Wij zouden onze broeders en zusters dienen en liefhebben zoals de Heere Jezus Christus ons dient, en dus liefheeft. Liefde is de ander dienen, vanuit een rein hart, en vanuit een ongeveinsd geloof.

1 Timotheüs 1
5 Maar het einde des gebods (de samenvatting van al wat de Heere ons geboden heeft) is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof.

Ondertrouwen

Als twee personen een relatie aangaan, en ze het wel zien zitten met elkaar, dan is volgens de Bijbel het begrip ‘ondertrouwen ’ aan de orde. Je zou het nu kunnen vergelijken met ‘verloven’. Er zijn ook een aantal Schriftplaatsen van te vinden. Er blijkt daaruit dat, als men geslachtsgemeenschap heeft gehad, dat men dan verplicht is te trouwen. Hij zal dan een bepaalde prijs geven, de bruidsschat. Volgens de Bijbel zou men dus eerst trouwen voordat men geslachtsgemeenschap heeft.

Exodus 22
16 Wanneer nu iemand een maagd verlokt, die niet ondertrouwd is (heeft nog geen aanstaande man), en hij ligt bij haar (= geslachtsgemeenschap), die zal haar zonder uitstel een bruidschat geven, dat zij hem ter vrouwe zij.

Deuteronomium 20 (dit zijn eigenlijk ‘krijgswetten’)
5 Dan zullen de ambtlieden tot het volk spreken, zeggende: Wie is de man, die een nieuw huis heeft gebouwd, en het niet heeft ingewijd? Die ga henen (weg van het slagveld) en kere weder naar zijn huis; opdat hij niet misschien sterve in den strijd, en iemand anders dat inwijde.

7 En wie is de man, die een vrouw ondertrouwd heeft, en haar niet tot zich heeft genomen? (heeft nog geen geslachtsgemeenschap gehad) Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij niet misschien in dien strijd sterve, en een ander man haar neme. (in Deuteronomium 24 staat dat de man een jaar lang niet de strijd hoeft in te gaan)

LEES VERDER IN DE PDF: HET BIJBELSE HUWELIJK-pdf 


Het Bijbelse huwelijk

Het Bijbelse huwelijk

Reageren