Avondmaal, Brood en Wijn. Wat staat er in de Bijbel over het Avondmaal? En hoe vaak zouden wij die Maaltijd houden? Wat is de betekenis achter de traditie? Mag iedereen zomaar aanzitten aan Zijn Tafel?
Persoon
Bij God is geen aanneming des persoons. In de Bijbel betekent ‘persoon’ de buitenkant van iemand. De buitenkant én de rol die hij speelt. ‘Persona’ is een Latijns woord dat oorspronkelijk ‘masker’ betekende. Persoon is het uitgedrukte beeld van iemands wezen. In het Oude testament heet dat ‘aangezicht’.
Deuteronomium 10
16 Besnijdt dan de voorhuid uws harten (= laat uw hart vernieuwen i.p.v. te leven onder Wetten en regels. Besnijdenis is de uitbeelding van het wegnemen van de oude mens, het vlees; dus besnijdenis staat voor wedergeboorte), en verhardt uw nek niet meer.
17 Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht (= persoon; buitenkant) aanneemt, noch geschenk ontvangt; (God is niet om te kopen met geschenken).
God ziet het hart aan
1 Samuël 16
7 Doch de HEERE zeide tot Samuël: Zie zijn gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.
Voor de wereld is het uiterlijk en de uiterlijke vertoning het belangrijkste, maar de Heere prikt daar doorheen. De mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heere kijkt naar het hart. Hoe iemand eruit ziet en wat hij doet of hoe hij leeft, speelt voor God geen enkele rol. Dat doet er voor Hem niet toe. De mens ziet aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan. De Heere weegt en proeft het hart. Het is de bedoeling dat ons hart de zetel is van het geloof.
Uiterlijk verbergt innerlijk
Romeinen 3
10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een;
11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
12 Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot een toe.
13 Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.
14 Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;
15 Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten;
16 Vernieling en ellendigheid is in hun wegen;
17 En den weg des vredes hebben zij niet gekend.
18 Er is geen vreze Gods voor hun ogen.
Hoe iemand is en hoe iemand zich gedraagt, zegt niets over het wezen van die mens. Het is juist omgedraaid; ons uitwendig gedrag moet ons innerlijk verbergen! Bijbels gezien woont er immers geen enkel goed in de mens; dus heeft hij heel wat te verbergen… De natuurlijke mens heeft heel wat op zijn hart! De natuurlijke – oude – mens wil niks van God weten. Met een ongelovig hart kun je niet naderen tot God. Een ongelovig hart is dood voor de Heere.
Rein hart
De erfzonde staat in de weg en daardoor is er geen communicatie met God mogelijk. Maar God kan daar wat aan doen voor degenen die dat willen. Het enige wat daarvoor nodig is, is geloof. Door geloof in de Heere Jezus Christus vernieuwt en reinigt Hij je hart. Direct bij wedergeboorte komt de Heilige Geest namelijk in je hart wonen. Door de inwonende Heilige Geest ben je bekwaam gemaakt om God te kunnen dienen. Bekwaam gemaakt om vrijmoedig te naderen tot de Troon van Genade. Bekwaam gemaakt om aan Zijn Tafel aan te zitten.
Gelovig hart
Psalm 40
7 Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist.
8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven.
9 Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet (= torah = onderwijzing) is in het midden mijns ingewands.
De Heere liet Israël van alles doen. Hij liet ze allerlei offers brengen. Dat staat in Leviticus één en twee. Maar daarna zei de Heere: ‘uw offerande heb Ik niet gewild.’ Terwijl Hij ze Zelf voorgeschreven had! Waarom wilde Hij ze dan niet? ‘Ze dienen Mij met de lippen maar hun hart is verre van Mij.’ Het gaat de Heere niet om de religieuze voorschriften. Het gaat bij Hem niet om de buitenkant. De Heere wil een gelovig hart. De Heere wil een besneden hart; een hart dat bekwaam is om de Heere te dienen. Een hart gevuld met de Heilige Geest. Een nieuw hart.
Jesaja 29
13 Want de Heere heeft gezegd: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, waarmede zij Mij vrezen, mensengeboden zijn, die hun geleerd zijn;
Geloof
Ik heb altijd gedacht, en met mij vele anderen, dat als men zich maar aan de regels houdt, dat het dan allemaal wel goed komt. Dat als de voorschriften en tradities en leefregels van de kerk nageleefd worden dat God daar dan wel genoegen mee neemt. Dat als men een beetje netjes en humaan leeft dat het dan wel los zal lopen. Nee dus. Geloof is er niet om de mens te verbeteren, tot de orde te roepen of beschaving bij te brengen. Het is er niet om ons een geluksgevoel te bezorgen of makkelijk door het leven te helpen. Geloof in de Heere Jezus Christus zorgt er op de eerste plaats voor dat wij bekwaam zijn om de Heere te kunnen dienen. Wij zouden in onderwerping de Geest in en door ons laten werken. Daartoe zijn wij verlost en is de Geest in ons hart komen wonen.
Offerande
De Heere wil van ons totale overgave en onderwerping aan Hem en Zijn Woord. De Heere wil dat ons hart aan Hem toebehoort. Hij wil dat wij onszelf aan Hem aanbieden als een welgevallige offerande. Net zoals de Heere Jezus Christus Zich hedentendage nog steeds als Hogepriester, als een welriekend offer, aanbiedt aan de Vader.
Romeinen 12
1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.
Religie
Religie of godsdienst veronderstelt dat de mens door eigen werken of door eigen denken zou kunnen komen tot God. Maar men komt helemaal niet door eigen werken tot God. Godsdienst slaat op uiterlijke zaken. Er is een héél groot verschil tussen geloof en religie. Religie hoort bij de wereld. (Zie studie Alleen geloof.) Voor de wereld zijn gedrag en uiterlijkheden belangrijk. Maar God kijkt naar de binnenkant. De buitenkant doet voor Hem niet mee. Met de buitenkant heeft de Heere allang afgerekend.
God kijkt naar het hart
Hij wil dat wij ongeveinsde en oprechte liefde voor Hem hebben. Hij wil dat wij Zijn Woord in ons binnenste planten en ons denken daardoor laten veranderen. Als het Woord in ons geplant is, woont Christus in ons. Als wij leven vanuit zijn Woord, leven wij naar de Geest en zal Hij ons binnenste vernieuwen. Dan worden wij, inwendig, steeds meer het Beeld van Christus gelijkvormig. En dit zal in ons praktische leven ook verandering brengen. Het praktische leven van de gelovige is het product van de inwonende Geest. ‘Het Woord van Christus wone rijkelijk in ons’ en dat zal ons wezen veranderen en ook onze blik op het leven hier op aarde.
Kolossensen 3
16 Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
De Geest verbindt
Wat gelovigen bindt, is hun liefde voor het Woord van God. Liefde voor de Waarheid waarin ze de Heere Jezus Christus hebben gevonden. De Bijbel zou centraal staan. Het gaat niet om elkaars uiterlijkheden. Wij kennen elkaar niet meer naar het vlees want wij zijn allemaal nieuwe schepselen. Wij zijn allemaal wedergeboren in de nieuwe Schepping. De natuurlijke mens met zijn buitenkant is dood voor God. En daarom zouden wij onze medegelovigen ook niet meer beoordelen naar het vlees. Gelovigen hebben een gemeenschappelijke levensbeschouwing die hen aan elkaar bindt.
2 Korinthe 5
15 Als die dit oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is.
16 Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees; en indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees.
17 Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.
Nieuwe mens
Onder het Nieuwe Verbond hebben wij de Geest ontvangen; hebben wij nieuw leven ontvangen. Door God worden wij slechts gezien als nieuw schepsel. Onder het Oude Verbond had men alleen de natuurlijke mens waarin dan wellicht het Woord van God woonde en dat kon uitwerking hebben in hun levenswandel. Maar zij waren niet wedergeboren. Wij hebben echter het Leven van Christus ontvangen. God rekent alleen nog naar de nieuwe mens. Maar Hij verwacht wel dat wij dat nieuwe leven, dat wij uit Genade hebben ontvangen, in Zijn Hand geven. Wij zouden onze oude mens voor dood houden en Zijn Opstandingsleven leven. Dat kan alleen wanneer wij weten wat onze positie in Christus is. Bijbelstudie, kennis van Zijn Woord, is daarvoor noodzakelijk.
Voor de beantwoording van de vragen inzake Avondmaal, Brood en Wijn:
Wat staat er in de Bijbel over het Avondmaal? En hoe vaak zouden wij die Maaltijd houden? Wat is de betekenis achter de traditie? Mag iedereen zomaar aanzitten aan Zijn Tafel?
Lees verder in de PDF Avondmaal; Brood en Wijn.pdf
Avondmaal, Brood en Wijn
Avondmaal, Brood en Wijn