Typologie in de natuur; de Dolfijn

Typologie in de natuur; de Dolfijn

Ik raad je aan om eerst de studie ‘Typologie in de Bijbel’ en ‘Typologie in de natuur; Tarwe’ te lezen, zodat je een idee krijgt wat typologie en de functie van typologie is. Dan zul je je nog meer kunnen verwonderen over de volgende studie. Typologie in de natuur; de Dolfijn.

God is buitengesloten

Op voorhand is de Schepper buiten de Schepping gelaten. We hebben God buitengesloten, buiten Zijn Eigen Schepping! Er wordt niet geloofd dat God te zien is in Zijn Schepping. Pantheïsme is de opvatting dat de natuur en God één zijn, maar dit onderwerp ligt schijnbaar heel gevoelig. Toch is het Waarheid. God is in de Schepping. Om te beginnen staat God centraal in de Schepping. Uiteraard, zou ik zeggen.

De zienlijke dingen zijn voortgekomen uit onzienlijke dingen

Alle zienlijke dingen in de Schepping getuigen van de Schepper. Zo is het mogelijk om in de dingen om ons heen, de Heere te herkennen. Dat staat dan ook geschreven in Zijn Woord. De Bijbel leert ons dat alle zienlijke dingen, zijn voortgekomen uit onzienlijke dingen. Zijn Vingerafdrukken vinden wij terug in Zijn Schepping, want dit Werk is van Zijn Hand.

Hebreeën 11
3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. (De zienlijke dingen hebben hun oorzaak en oorsprong in de onzienlijke dingen. De zienlijke dingen zijn geworden uit het Woord van God: door Christus)

Alle typologie slaat op de Heere Jezus Christus

God openbaart Zich in de Schepping en daarom worden de onzienlijk eigenschappen van God uit de Schepping verstaan, oftewel gekend. Alle typologie in de natuur, in de Schepping, slaat op de Heere Jezus Christus. Hij maakt Zich kenbaar via Woord en Beeld. Zo is niemand te verontschuldigen.

Niet te verontschuldigen

De mens is niet te verontschuldigen; hij kan niet zeggen: ‘ik heb het niet kunnen zien en niet geweten’. Uit de Schepping zou hij hebben kunnen leren, dat hij God dankbaar moet zijn. Hij zou Hem moeten verheerlijken vanwege Zijn Scheppingswerk. De hoogmoedigheid van de eigen gedachten van de ongelovige (natuurlijke) mens, en zijn daardoor verduisterde hart, hebben ertoe geleid dat hij denkt boven God te staan. De ongelovige mens verwerpt de Waarheid. De wereld heeft liever de leugen dan de Waarheid. De Waarheid wordt zelfs ten onder gehouden, staat in Romeinen! Dat betekent dat de Waarheid bewust niet boven komt.

Zijn Kracht en Goddelijkheid worden weerspiegeld in de Schepping

Romeinen 1
18 Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de Waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
19 Overmits (omdat) hetgeen van God kennelijk (kenbaar, gekend kan worden) is, in hen openbaar is; want God heeft het hun (de mensen) geopenbaard.
20 Want Zijn onzienlijke dingen (God Zelf; want God is Geest, en dus onzienlijk) worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. (De Bron van Kennis van God, is de Schepping. De Schepper kan men kennen vanuit de Schepping)

21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart (volgens God zit het verstand in het hart, en intelligentie heeft niks met het hart te maken. Men wíl God niet kennen) is verduisterd geworden;
22 Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden;

Dolfijntherapie

Bijna alle mensen houden van dolfijnen. En vooral kinderen gaan graag naar het dolfinarium om naar de kunsten van deze intelligente dieren te kijken. Er bestaat zelfs ‘dolfijntherapie’, en ook ‘zwemmen met dolfijnen’ is heel gewild. We gaan nu kijken in hoeverre de dolfijn een beeld is van onzienlijke dingen. Want, zoals alle typologie in de natuur, getuigt ook de dolfijn op één of andere manier van Christus.

Dolfijnenhuid in de woestijn

Thachashim  =  Dolfijnenhuid
Thachash       =  Dassen; Tuimelen; Tuimelaar

De dolfijn wordt niet rechtstreeks genoemd in de Bijbel, maar in het Oude Testament komt wel een aantal keren het woord ‘dolfijnenhuid’ voor. Het vierde dekkleed van de Tabernakel was namelijk van huiden van dolfijnen. In Exodus en in Numeri is het woord echter vertaald met ‘dassenvellen’. De vertalers vonden het niet logisch dat er dolfijnenhuid in de woestijn voorkwam. Dassen vonden zij logischer. Daarmee hebben ze een mooie typologische Waarheid wegvertaald.

Dassenvellen

Numeri 4
8
 Daarna zullen zij een scharlaken kleed daarover uitspreiden, en zullen dat met een deksel (= dekkleed, bedekking) van dassenvellen (= dolfijnenhuid) bedekken; en zij zullen derzelver handbomen aanleggen.

Exodus 26
14 Gij zult ook voor de tent een deksel maken van roodgeverfde ramsvellen, en daarover een deksel
(= dekkleed, bedekking) van dassenvellen. (= dolfijnenhuid)

Schoeisel van dolfijnenhuid

Ezechiël 16
10 Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen
(= dolfijnenhuid), en omgordde u met fijn linnen, en bedekte u met zijde.

Verder is ‘dolfijnenhuid’ ook wegvertaald in Ezechiël. Daar staat dat de Heere Israël schoeide met dolfijnenhuid. Daar zal dan eerst leer van gemaakt zijn. Looien is het conserveren van een huid, of vacht, met behoud van de natuurlijke eigenschappen. Eigenlijk is het looiproces het ‘vereeuwigen’ van een buitenkant; het proces staat voor wedergeboorte. Schoenen staan in de Bijbel typologisch voor iemands wandel, plaats, of positie. Het Volk Israël had behoren te wandelen in de positie waarin de Heere haar gezet had. Dolfijnenhuid staat hier voor een wedergeboren Volk Israël. Israël verwierp echter de Heere.

Op de vijfde dag

Genesis 1
20 En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
21 En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
22 En God zegende ze, zeggende: Zijt vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de wateren in de zeeën; en het gevogelte vermenigvuldige op de aarde!
23 Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vijfde dag.

Grote walvissen

In het eerste hoofdstuk van de Bijbel, in Genesis, wordt gesproken over de Schepping van ‘grote walvissen’. Nu is het zo dat de dolfijn behoort tot de walvisachtigen, oftewel Cetacea. Tot die groep behoren walvissen, dolfijnen en bruinvissen. Deze vissen zijn eigenlijk geen vissen. Deze vissen zijn zoogdieren, want zij baren levende jongen.

Volkerenzee

Genesis 1
21 En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.

In de Bijbel staan wateren, en zeeën en zee, typologisch vaak voor volkerenzee. Het is symboliek. Wateren zijn hier in Genesis één dan ook een beeld van de volkerenzee. De Gemeente komt voort uit de ‘wateren’; uit de heidense volkeren. De Gemeente vindt met name zijn oorsprong in de verstrooide tien-stammen van Israël. (zie ook studie ‘Filemon’)

Psalm 65
8 Die het bruisen der zeeën stilt, het bruisen harer golven, en het rumoer der volken.

Jesaja 17
12 Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, gelijk de zeeën bruisen; en wee het geruis der natiën, die daar ruisen, gelijk de geweldige wateren ruisen!

Naar Boven voor leven

Walvisachtigen verdrinken als zij onder water blijven, zij moeten iedere keer naar boven om zuurstof te halen. Als ze op land gaan, gaan ze dood. Ze horen eigenlijk niet in het water, maar ook niet op het land. De link is nu snel gelegd met de Heere Jezus Christus en Zijn Lichaam, de Gemeente. Wij leven midden in de volkerenzee, maar horen daar eigenlijk niet meer thuis. Ook wij halen onze adem, ons leven, van Boven. Wij zijn nog wel ín de wereld, maar niet meer ván de wereld…

Gelovigen staan buiten de wereld

De Gemeente heeft met de wereld niks te maken. Zij staat buiten de wereld. Zij heeft geen plaats in de wereld en hoort daar ook niet thuis. De wereld is de oude Schepping en de oude Schepping is dood voor God. Dood betekent in de Bijbel ‘geen communicatie met God’. De Heere Jezus Christus is opgestaan in een nieuwe Schepping. En wij zijn, als Zijn Lichaam, ook eerstelingen van die nieuwe Schepping. (zie ook de studie ‘Buiten de wereld’)

Johannes 15
18 Indien u de wereld haat (= terzijde stellen, oftewel aan de kant schuiven), zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft.
19 Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.

Grote vissen

Grote vissen =  Ha Thaninim
Thanin  =  Offerande; Gave; Stil geluid; Bezingen
Thanan =  Genadig; Goedgunstig; Gracieus; Machtig

Een walvis is machtig en gracieus. Een dolfijn is gracieus en vriendelijk, oftewel goedgunstig. Walvisgezang wordt gebruikt voor de communicatie van de walvissen. Ze produceren een geluid van rust en kalmte. Een soort sonar. Zij spreken op een verborgen wijze, maar het gezang van walvissen is in open zee duizenden kilometers verder, door soortgenoten te verstaan. Dolfijnen hebben geen stembanden, maar gebruiken luchtzakken in hun kop om fluitsignalen of sonarsignalen uit te sturen.

Het geloof is uit het gehoor

Romeinen 10
13 Want een ieder, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?
15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede (het Nieuwe Verbond) verkondigen, dergenen, die het goede (het Nieuwe Verbond) verkondigen!
16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd?
17 Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor (= gehoorzamen, geloven) door het Woord Gods,

Walvisachtigen hebben een enorm goed gehoor. Hun gehoor is eigenlijk hun zicht. Onder water is het te donker om veraf alles te kunnen waarnemen. Daarom kunnen ze met hun ogen dicht hun weg vinden. Hun oren doen het werk. Dat is een uitbeelding van de gelovige: die niet leeft uit wat voor ogen is, maar leeft uit het Woord van God. Wij geloven, terwijl wij niet zien. En vertrouwen op onze oren. Wij volgen de Stem van de Goede Herder. Voor de wereld is het uiterlijk, en de uiterlijke vertoning het belangrijkste.

LEES VERDER IN DE PDF TYPOLOGIE IN DE NATUUR; DE DOLFIJN_pdf

Typologie in de natuur; de Dolfijn

De Dolfijn

Reageren