Johannes 9; genezing van de blindgeborene
1 En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af.
2 En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?
3 Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.
4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
5 Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.
6 Dit gezegd hebbende, spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden;
7 En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende.
Geestelijke blindheid
Iemand die blind is, kan geen licht waarnemen. Licht is de uitbeelding van wijsheid en kennis, en dus van waarheid. De geschiedenis van de blindgeborene staat voor de natuurlijke mens die, van zichzelf, niet in staat is de Waarheid te kennen. De blindheid van deze blindgeborene is een uitbeelding van de ‘geestelijke blindheid’ waarin de mens zich bevindt. In overdrachtelijke zin, opent de Heere Jezus Christus, tot op vandaag, de ogen van ‘blinden’. En Hij sluit de ogen van hen die menen te zien. Volgens de Bijbel kan de mens, van nature, de Wijsheid van God niet begrijpen, althans niet op eigen kracht.
1 Korinthe 2
14 Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden.
Geen belangstelling voor Zijn Woord
Johannes 1
4 In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.
5 En het Licht schijnt (scheen) in de duisternis, en (maar) de duisternis heeft hetzelve (het Licht) niet begrepen. (= gegrepen)
6 Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. (= Johannes de Doper)
7 Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen (spreken over Licht, is spreken over Christus, de Waarheid, het eeuwige Leven), opdat zij allen door hem geloven zouden.
Johannes de Doper sprak van licht, omdat zijn tijdgenoten blind waren. Wat heb je aan licht als je blind bent? Men is niet ontvankelijk voor de Waarheid. De duistere, verderfelijke wereld had, en heeft, geen belangstelling voor het Woord van God. In de Oudtestamentische geschiedenis sprak God altijd tot het Volk Israël. Bovendien zond Hij ook Zijn profeten naar Israël, maar het volk wilde nooit luisteren. Ze wilde het leven niet grijpen.
Blindelings geloven
Het Licht schijnt in de duisternis, en het is de bedoeling dat wij dat Licht grijpen; dat wij het Woord in ons hart laten wonen. Dat wij zijn Woord blindelings geloven. Dus ongeacht of wij het nu begrijpen of niet. Johannes kwam praten over het Licht. Hij kwam getuigen van het Licht. Hij sprak tot diegenen die blijkbaar niet in staat waren om het Licht te zien. Ze waren namelijk blind. Als je blind bent, neem je geen Licht waar. De geboorte van de Heere Jezus, Kerstmis, is niet voor niets het feest van het Licht. Een voorafschaduwing van leven uit de dood.
Geest is Licht, is Waarheid, is Leven, is Woord
2 Korinthe 4
6 Want God, Die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen (zie Genesis 1), is Degene, Die in onze harten (van gelovigen) geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus.
1Korinthe 2
12 Doch wij hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn;
Wij, als gelovigen, hebben de Heilige Geest ontvangen, zodat wij weten ‘de dingen die ons van God geschonken zijn’. De Geest wil ons leiden in alle Waarheid. Licht is kennis. God heeft in de harten van gelovigen geschenen. De Geest van God is in ons, het Leven van God is in ons, het Licht van God is in ons, het Woord van Christus is in ons. Het zijn allemaal synoniemen; die woorden betekenen gewoon hetzelfde. Licht is Kennis, is Woord, is Geest, is Leven. Dat wordt realiteit voor ons als wij ons hart openstellen voor dat Woord van God. Dat Woord, dat Licht, dat Leven, moet bij ons binnenkomen. Wij zouden er gehoor aan geven, wij zouden het aanvaarden, ofwel geloven. Als Licht leven betekent, is blindheid een beeld van de dood.
De hele wereld is blind
De hele wereld is blind. De wereld verwerpt het Licht, en is daarom in duisternis. Het ‘menselijk verstand’ is de norm in de wereld. De natuurlijke mens kan geen Licht zien, want hij verwerpt het Woord. En omdat men geen Licht ziet, gaat men filosoferen over onzienlijke zaken. Wat met het menselijk verstand niet is te begrijpen, verwerpt men. Maar de gemiddelde mens wéét dat er iets is. Dat zeggen ze dan ook: ‘ik geloof niet in (een) god, maar ik geloof wel dat er iets is …’.
Het Woord opent de ogen
De remedie is dan het Woord. Door Zijn Woord vallen de schellen van de ogen en wordt blindheid genezen. Het Licht gaat dan schijnen, want Woord is Licht. Bij de Emmaüsgangers werden de ogen geopend toen de Heere Jezus Christus de Schriften opende. En daarop openden zij hun hart.
Lukas 24
30 En het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had, gaf Hij het hun.
31 En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht.
32 En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende?
Psalm 146
8 De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
De tekenen hebben een betekenis
Mattheüs 15
30 En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende bij zich kreupelen, blinden, stommen, lammen, en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve.
31 Alzo dat de scharen zich verwonderden, ziende de stommen sprekende, de lammen gezond, de kreupelen wandelende, en de blinden ziende; en zij verheerlijkten den God Israëls.
Al deze genezingen waren een beeld van geestelijke Waarheden. Ze hadden een betekenis. Als men blind is, kan men het Licht niet zien, oftewel men is dan ongelovig. Bij doofheid kan men Zijn Woord niet horen, oftewel men is ongelovig. Indien men lam of kreupel is, kan men niet stevig in Zijn Woord staan en Zijn Weg niet volgen, oftewel men is dan ongelovig. Het is een beeld van de geestelijke blindheid, doofheid en kreupelheid van de natuurlijke mens. (Het is ook een beeld van de tien stammen van Israël, waaruit de Gemeente is ontstaan, maar daar gaan we in deze studie niet verder op in.) Geloof in de Heere Jezus Christus, en Zijn Woord, is de oplossing voor al deze aandoeningen. Hij geeft nieuw, onsterfelijk Leven aan iedereen die gelooft. De blindheid, en doof-stomheid, en het kreupel zijn, verdwijnen na wedergeboorte.
Jesaja 29
18 En te dien dage (als het Nieuwe Verbond is aangebroken) zullen de doven horen (horen = gehoorzamen = geloven) de woorden des Boeks (het Woord van God); en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien. (wedergeboorte; nieuw en eeuwig leven)
Tekenen dat Hij de Zoon van God is
De Heere Jezus heeft heel veel tekenen gedaan. Als teken dat Hij de Zoon van God is. Deze wonderen hadden het Joodse Volk wakker moeten schudden. Maar het ongelovige Joodse Volk wilde, door volharding in ongeloof, de typologische en profetische betekenis áchter deze wonderen niet begrijpen. Uit deze tekenen had men moeten begrijpen dat Hij de Messias wel moest zijn. Johannes de Doper begreep de tekenen wél…
Lukas 7
20 En als de mannen tot Hem gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U afgezonden, zeggende: Zijt Gij, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?
21 En in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij het gezicht.
22 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en gehoord hebt, namelijk dat de blinden ziende worden, de kreupelen wandelen, de melaatsen gereinigd worden, de doven horen, de doden opgewekt worden, den armen het Evangelie verkondigd wordt.
Genezingen
De Heere Jezus, de Messias, was natuurlijk niet alleen aan de wonderen te herkennen. Het Joodse Volk had Hem ook via Zijn afkomst kunnen herkennen; Zijn afstamming van David. En zij had Hem ook kunnen herkennen omdat ‘het de tijd was’, volgens de profetieën van Daniël. De Heere Jezus deed inderdaad de dingen die in het Oude Testament gezegd waren. Zoals Hij te herkennen is in de Messiaanse profetieën in Jesaja; de Messias zou op één of andere wijze genezing tot stand brengen. En letterlijk genas de Heere Jezus blinden, doven, kreupelen en melaatsen. Duidelijker kon niet, zou je zeggen!
Jesaja 53
5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Jesaja 35
5 Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan worden, en der doven oren zullen geopend worden.
6 Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis.
Christus is de uitstraling van de Lichtbron
Hebreeën 1
3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;
De Heere Jezus Christus is de Vervulling van al Gods Beloften. Het Woord, en de Beloften van God, zijn Licht en daarom is de opgewekte Christus het Licht van de wereld. Hij is de uitdrukking van Gods Wezen, en Hij is het afschijnsel (het Licht) van Gods Heerlijkheid. Hij is de uitstraling van de Lichtbron. God is de Bron van alle Leven, en de Heere Jezus Christus geeft het eeuwige Leven. En ook leven is licht. Eén van de kenmerken van het wezen van God, is dat God Licht is. Hij bewoont een ontoegankelijk Licht. Hij is de Vader der lichten.
1 Timotheüs 6
14 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus;
15 Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
Jakobus 1
17 Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering
Bekeren vanuit duisternis tot Licht
Als God Licht is, wie is dan duisternis? Als je dat wilt personificeren, kom je bij de satan terecht. Hij is de vorst van de duisternis, hij is de god van deze wereld. Hij doet zich graag voor als een engel van het licht, maar is op-en-top duisternis. De natuurlijke mens, het vlees, heeft een duister hart. De mensheid wordt opgeroepen zich te bekeren vanuit de duisternis tot het licht. (zie ook de studie ‘Licht en duisternis’) Paulus werd van duisternis, blindheid, verlost om te gaan prediken onder de ongelovige Joden, en ongelovige heidenen. Om ook hun ogen te openen. Duisternis is macht van satan, en Licht is God, en Zijn Woord.
Handelingen 26
18 Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij.
Als je blind bent, kun je geen licht ontvangen
Efeze 1
16 Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden;
17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;
18 Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;
Als je blind bent, kun je geen licht ontvangen. Paulus bidt voor ons om ‘verlichte ogen des verstands’; dat de ogen ontvankelijk zouden worden voor Licht. Dat God ons zou geven de Geest der Wijsheid, en der Openbaring in Zijn Kennis, want het is belangrijk dat wij kennis krijgen van het Werk, en het Plan wat God heeft met de Gemeente. Het is belangrijk te weten waartoe Christus geroepen is. Als we weten waartoe de Heere Jezus Christus geroepen is, weten wij ook wat de dingen zijn die ons van God geschonken zijn. We zijn immers één Plant met Hem!
Verlichte ogen
Paulus bidt dus dat wij zouden ontvangen de Geest der Wijsheid, en de Openbaring in Zijn Kennnis. Namelijk; verlichte ogen des verstands! En dit verstand is niet ‘het intellect’ van de mens. We hoeven niet enorm gestudeerd te hebben om Zijn Woord te begrijpen, hoewel dat vaak als excuus wordt aangevoerd. Het gaat er bovenal om dat we geloven wat we lezen. Ook al is het op dat moment niet te begrijpen voor ons, dan zouden we met verlichte ogen moeten lezen. Verlichte ogen hebben met geestelijke Waarheden te maken. De Kennis zou dus komen van de Geest. De Heilige Geest zal ons leiden in de hele Waarheid. De Geest der Waarheid zal ons geestelijk inzicht doen toenemen. Zijn Wijsheid is niet de wijsheid van de Wereld.
Johannes 16
13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Johannes 9
1 En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af.
2 En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?
3 Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.
En voorbijgaande
‘En voorbijgaande’ slaat terug op de laatste zin uit het vorige hoofdstuk. Hoofdstuk acht van Johannes eindigt met; ‘Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich (dit spreekt profetisch ook over de tijd waarin wij nu leven; ‘de Verborgenheid’), en ging uit den tempel (onttrok Zich aan het Joodse Volk), gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij’. En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af’. Terwijl Hij Zich verbergt voor de ongelovige Joden, zag Hij dus die blindgeboren man.
2 En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?
Door de zonde is de dood in de wereld gekomen
Romeinen 5
12 Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.
De discipelen vragen aan de Heere Jezus: ‘Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?’ Ze hebben nog nét begrepen dat ziekten en gebreken, ofwel onvolmaaktheden, het gevolg zijn van zonde. Zonde wil zeggen dat er iets mis is, het beoogde doel is niet bereikt. Er is iets gebroken, of er ontbreekt iets. Dat is zonde. De mens is onvolmaakt en gaat uiteindelijk dood. Dus is de mens in het algemeen een zondaar. Zo wordt hij geboren.
Psalm 51
7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen
LEES VERDER IN DE PDF JOHANNES 9; GENEZING VAN DE BLINDGEBORENE_PDF
Johannes 9; genezing van de blindgeborene
Johannes 9; genezing van de blindgeborene
