Tafels in de Bijbel
Tafel is een veelzijdig woord. Als je het woord opzoekt, staat er: een horizontaal blad met één of meerdere poten. Je kunt eraan eten. Of een plaat van steen, hout, metaal ter herinnering of vermelding van een feit. Je hebt ook de tafels van vermenigvuldiging. Ook zijn er wat uitdrukkingen met het woord tafel erin. ‘Iets van tafel vegen’, betekent een voorstel krachtig verwerpen. ‘Iets boven tafel krijgen’, betekent duidelijkheid scheppen. Synoniemen van het woord tafel zijn onder andere tabel, lijst, dis of tablet. Een tafel houdt iets omhoog of laat iets zien. Wat is de betekenis van tafels in de Bijbel?
Er wordt iets gedemonstreerd
We kennen nogal wat tafels in de Bijbel. Oftewel tafelen. Zo zijn er de ‘Stenen Tafelen” en ook de ‘vlezen tafelen’. We kennen ook de ‘tafel der toonbroden’; daarop wordt dus iets getoond. Er wordt iets gedemonstreerd, zodat men het kan zien of beleven. Op die manier trekt die tafel de aandacht.
Exodus 35
13 De tafel en haar handbomen, en al haar gereedschap, en de toonbroden;
14 En den kandelaar tot het licht, en zijn gereedschap, en zijn lampen, en de olie tot het licht;
Een kamer voor Elisa
Tafels in de Bijbel hebben een overdrachtelijke betekenis, een symbolische functie. Waarom werd er bijvoorbeeld voor Elisa een kamer klaargemaakt met een bed, een stoel, een kandelaar en een tafel? Dit meubilair in de kamer voor Elisa heeft een overdrachtelijke betekenis. De voorwerpen zijn een type van een geestelijke Waarheid. In een bed zou hij rust vinden. Rust is een verwijzing naar het Nieuwe Verbond der Genade. Een stoel heeft bijvoorbeeld te maken met onderwijs. Denk hierbij aan de leerstoel in verband met het hoogleraarschap. We kennen ook de preekstoel.
2 Koningen 4
10 Laat ons toch een kleine opperkamer van een wand maken, en laat ons daar voor hem zetten een bed, en tafel, en stoel, en kandelaar; zo zal het geschieden, wanneer hij tot ons komt, dat hij daar inwijke.
Gelovig overblijfsel
Jesaja 28
5 Te dien dage zal de HEERE der heirscharen tot een heerlijke Kroon en tot een sierlijken Krans zijn den overgeblevenen Zijns volks; (het gelovig overblijfsel, in onze dagen de Gemeente)
6 En tot een Geest des oordeels dien, die ten oordeel zit, en tot een sterkte dengenen, die den strijd afkeren (de ongelovigen, en in het bijzonder het ongelovige Joodse Volk) tot de poort toe. (De Heere wordt aan de ene kant verheerlijkt door de gelovigen, aan de andere kant brengt Hij een oordeel over de ongelovigen.)
Uitspuwsel en drek op de tafels
Jesaja 28
7 En ook dwalen dezen (het Joodse Volk, de ongelovigen) van den wijn, en zij dolen van den sterken drank (als men teveel gedronken heeft, verliest men de werkelijkheid uit het oog); de priester en de profeet (de leidslieden van Israël; het ongelovige Israël) dwalen van den sterken drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van sterken drank; en zij dwalen in het gezicht (zij zien wel, maar bemerken niet); zij waggelen in het gericht. (= recht. Dat wat recht zou moeten zijn, is krom)
8 Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is. (De hele tafel is vol, met viezigheid)
De Tafels zijn vol
In de Bijbel kennen we de tafel dus vooral in overdrachtelijke betekenis. Hierboven in Jesaja achtentwintig staat dat de hele tafel vol is met ‘uitspuwsel en drek’. Het zou de bedoeling zijn dat er wat op tafel gezet wordt, maar de Heere kan er niks op kwijt. De Heere beklaagt Zich. Hij zegt; ‘Ik kan niks kwijt op de tafel van het ongelovige Israël’. Wat zou de Heere dan op de tafel willen hebben? Nou, het Woord…, het Brood des Levens!
Gebod op gebod, regel op regel
Jesaja 28
9 Wien zou Hij dan de kennis leren (aan wie zou Hij de Kennis leren?) en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven (aan wie zou Hij het gehoorde te verstaan geven?) Den gespeenden van de melk (onvervalste melk, volgens Petrus het Woord), den afgetrokkenen van de borsten? (het Joodse Volk is het moeder-volk kwijt. Het ongelovige Israël is het geloof van Abraham kwijt. Abraham had geen Wet om zich aan vast te houden.)
10 Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig. (het Joodse Volk is Wettisch; alles volgens regels en wetten)
Heerschappij van de Wet
Wat zich op de tafels van Jesaja 28 bevindt, hoort helemaal niet op die tafels thuis. Er zou goed aan gedaan worden om het direct te verwijderen. Maar dat gebeurt voorlopig nog niet. Wat die tafels met drek en uitspuwsel uitbeelden, staat in vers tien: gebod op gebod, regel op regel. Waarom kan het Brood des Levens niet op de tafels? Omdat er geen plaats is voor de Heere. Omdat men onder de Wet leeft! Heerschappij van de Wet is leven onder gebod op gebod en regel op regel. De werken van de Wet. Daar is geen plaats voor Kennis van de Waarheid. De tafel is vol, en de Heere kan niks kwijt.
Wettisch systeem
Heel dat Wettische systeem wordt dus beschreven als drek en uitspuwsel, of eventueel, de hele tafel met alles erop en eraan. De tafel is de uitbeelding van traditie, van cultuur, en dus ook van de Wet. Want de Wet, dat zijn voorgeschreven regels, ongeacht of ze zwart op wit staan. Of ze nu door de regering zijn voorgeschreven of dat de gemeenschap ze hanteert zonder erover na te denken. Wet is wet. Ook ongeschreven wet is wet. Dat noemt de Bijbel ‘onze ijdele wandeling, die van de vaderen is overgeleverd’… Cultuur en traditie en regels.
IJdele wandeling
1 Petrus 1
17 En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens ieders werk, zo wandelt in vreze (in onderwerping, met eerbied en ontzag) den tijd uwer inwoning; (inwoning in ons vlees, in deze oude Schepping)
18 Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele (leeg, onvruchtbaar) wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; (cultuur, traditie, wet)
19 Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam;
Multiculturele samenleving is onmogelijk
Gek genoeg binden Wet en (ongeschreven) regels mensen aan elkaar. Een gemeenschap, een samenleving, is alleen mogelijk doordat mensen aan elkaar verbonden worden door een gemeenschappelijke cultuur. Daarom is een multiculturele samenleving een onmogelijkheid. Dat mag je tegenwoordig niet hardop zeggen. Maar een samenleving is nou juist een samenleving, omdat het één cultuur is!
Gemeenschappelijke levenswijze maakt een samenleving
Men heeft het liefst de meeste dingen in het leven gemeenschappelijk. Een gemeenschappelijke levenswijze, een gemeenschappelijke levensbeschouwing, dát verbindt mensen met elkaar. En bij gemeenschappelijke interesses heb je dan maar zo een gezellige vereniging of een belangenbehartiging. Dát is wat een samenleving is. Als we overwegend verschillende levenswijzen en beschouwingen hebben, en de ongeschreven regels ook nog eens ánders zijn, dan heb je wel het multiculturele, maar géén samenleving. Dat is het dan juist níet. Dat geeft juist verdeeldheid!
Samen eten
Tafels in de Bijbel zijn daarom ook een uitbeelding van gemeenschap. De tafel staat voor een wijze van leven. Die aan die tafel aanzitten, worden geacht met elkaar verbonden te zijn. Het is uit drukking van gemeenschap, ze houden er dezelfde cultuur op na. Die cultuur wordt uitgebeeld in de tafel. Deze symboliek is tegenwoordig onbekend, maar in de praktijk kent men het wél. Als er iets te vieren valt, gaan we samen eten, dan gaan we samen aan tafel. Of samen uit eten bij een feestje. Door samen te eten, voelen we ons verbonden met elkaar. Ook als er iemand overleden is, eten we na de begrafenis samen een broodje. Dan wordt het vaak ook nog gezellig. Het is een gebruik. Waarom? Omdat het een uitdrukking van gemeenschap is.
Gemeenschap is deelnemen aan hetzelfde leven, is zitten aan dezelfde tafel
Gemeenschap staat voor leven. De tafel drukt de cultuur uit, waar we deel van uit maken en dat drukt gemeenschap uit. Iemand die helemaal alleen op de wereld is, heeft geen leven. Als je deel uit maakt van een collectief, een groep, dan heb je gemeenschap, dan heb je iets gemeenschappelijks; dan heb je leven. Deelnemen aan hetzelfde leven wordt uitgebeeld door de tafel.
Joodse cultuur
Dus de tafels uit Jesaja 28 zijn de uitdrukking van de Joodse cultuur. Het gaat niet zozeer over de dagen van Jesaja, maar het gaat over het aanbreken van het Nieuwe Verbond. Het gaat over de dagen van ná de Opstanding van de Heere Jezus Christus. De Heere Jezus leefde onder het Oude Verbond der Wet, maar bij Zijn dood en Opstanding brak het Nieuwe Verbond der Genade aan. Sindsdien zit Hij aan de Rechterhand van de Vader, gekroond met Eer en Heerlijkheid, en heeft Hij Heerschappij over alles. Was de Tafel der Toonbroden in het Tabernakel ook niet omlijst met een Kroon?!
Nieuw leven
Sinds Zijn dood en Opstanding heeft de Heere Jezus Christus nieuw Leven ter beschikking. Dat zou Hij geven aan alle vlees. In Zijn Opstanding is Hij de eersteling van een nieuwe Schepping. Hij wilde dit nieuwe Leven, om te beginnen, geven aan het Joodse Volk, maar zij wilde dit niet. Zij wilde geen Woord des Levens, geen Brood des Levens, dat uit de Hemel is neergedaald. Zij verwierp het nieuwe eeuwige leven, onder het Nieuwe eeuwige Verbond. (Verbond betekent gemeenschap.) Er was geen plaats op de tafel. De Heere had vlak voor Zijn Opstanding nog geprobeerd die tafel leeg te krijgen…
Hij keerde de tafelen om
Johannes 2
13 En het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem.
14 En Hij vond in den tempel, die ossen, en schapen, en duiven verkochten, en de wisselaars daar zittende.
15 En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen; en het geld der wisselaren stortte Hij uit, en keerde de tafelen om.
16 En Hij zeide tot degenen, die de duiven verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het huis Mijns Vaders tot een huis van koophandel.
17 En Zijn discipelen werden indachtig, dat er geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verslonden.
Een oordeel over Israël
De Heere kwam bij de tempel. De tempel staat hier voor heel het Joodse Volk. De Heere ziet de tafels met daarop alle handel. Het was een complete braderie. Het was economie en handel. Niemand kan trouwens ontkennen dat de Joden daar goed in zijn. Het Jodendom, ook het Judaïsme, is een zaak van handel. Die tafels, die markt in de tempel, waren, en zijn nog steeds, een uitbeelding van het Jodendom. Het omvergooien van die tafels in de tempel is een uitbeelding van wat de Heere in de toekomst zal doen met Israël. Een oordeel brengen over het Volk. Definitief. (zie studie ‘de zeventigste Jaarweek)