De Barmhartige Samaritaan. De gelijkenis over de barmhartige Samaritaan, is bij veel mensen bekend. Het is een verhaal dat aanspreekt. Een gewonde man die op de grond ligt, en twee mannen die er gewoon met een boog omheen lopen. Alleen de Samaritaan geeft hulp.
Lukas 10 : 26-37
25 En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beërven?
26 En Hij zeide tot hem: Wat is in de wet geschreven? Hoe leest gij?
27 En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven.
28 En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geantwoord; doe dat, en gij zult leven.
29 Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?
30 En Jezus, antwoordende, zeide: Een zeker mens kwam af van Jeruzalem naar Jericho, en viel onder de moordenaars, welke, hem ook uitgetogen, en daartoe zware slagen gegeven hebbende, heengingen, en lieten hem half dood liggen.
31 En bij geval kwam een zeker priester denzelven weg af, en hem ziende, ging hij tegenover hem voorbij.
32 En desgelijks ook een Leviet, als hij was bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en ging tegenover hem voorbij.
33 Maar een zeker Samaritaan, reizende, kwam omtrent hem, en hem ziende, werd hij met innerlijke ontferming bewogen.
34 En hij, tot hem gaande, verbond zijn wonden, gietende daarin olie en wijn; en hem heffende op zijn eigen beest, voerde hem in de herberg en verzorgde hem.
35 En des anderen daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf ze den waard, en zeide tot hem: Draag zorg voor hem: en zo wat gij meer aan hem ten koste zult leggen, dat zal ik u wedergeven, als ik wederkom.
36 Wie dan van deze drie dunkt u de naaste geweest te zijn desgenen, die onder de moordenaars gevallen was?
37 En hij zeide: Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo zeide dan Jezus tot hem: Ga heen, en doe gij desgelijks.
Wat moet ik doen?
De Wetgeleerde probeert de Heere Jezus te pakken op Zijn Woorden, en vraagt Hem: ‘Wat zal ik doen om het eeuwige leven te beërven?’ Het is een vraag waar ook wij graag een antwoord op horen. ‘Wat zal ik doen?’ Wij mensen willen graag weten wat wij moeten doen om eeuwig leven te verkrijgen. De mens houdt van regels, waaraan men zich kan vasthouden, en van zaken afstrepen op een lijstje, maar onder het Nieuwe Verbond der Genade, bestaat geen moeten.
Eigen verantwoordelijkheid
Door de dood en Opstanding van de Heere Jezus Christus staan wij in de vrijheid. De Vrijheid van het Nieuwe Verbond der Genade. Wij zouden zélf onze verantwoordelijkheid nemen in die vrijheid. Dat is moeilijker dan zaken wegstrepen van een lijstje! ‘Wat kan ik doen om God te behagen?’ De traditionele uitleg is dan: ‘Uw naaste liefhebben.’ ‘Ja, maar wie is dan onze naaste?’, vraagt de Wetgeleerde. Volgens de uitleg van de Heere Jezus is dat ‘de barmhartige Samaritaan’.
Galaten 5
1 Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid (= het Oude Verbond der Wet; de werken van de Wet) bevangen.
Goed doen?
We zouden dus doen als ‘de barmhartige Samaritaan’. De Samaritaan ontfermde zich over de gewonde man. Hij lag op de weg, nadat moordenaars hem te pakken hadden genomen. Dus als Christen zouden wij ‘goed doen’? Maar de naaste is iedereen, de buren wonen naast ons, dus zouden we goed doen in de straat. Ook in de sportclub misschien, of in de kerkgemeenschap. Vrijwilligerswerk doen voor de minder bedeelden, zieken of armen. Onze tijd, en een geldelijke bijdrage geven aan de mensen die het nodig hebben. Dat zou een goed Christen doen, denken we. ‘Goed doen’. We kunnen daar vervolgens een eigen uitleg, en een eigen invulling aan geven. En dat is precies wat religie is…
Geloof en religie
Veel mensen weten niet dat er een groot verschil is tussen geloof en religie. Geloof en religie is als Genade en Wet. ‘Verwacht de Heere werken, of geloof?’, is dezelfde vraag als ‘verwacht Hij godsdienst of geloof’?’ Religie en Godsdienst zijn nagenoeg hetzelfde. Religie, oftewel godsdienst, is het volbrengen van godsdienstige plichten. Godsdienst is je houden aan bepaalde wetten en regels. ‘Het is een heilig moeten.’
Godsdienst
Godsdienst is niet alleen in God geloven, maar Hem ook dienen door middel van werken. Zoals vrijwilligerswerk, omdat een goed Christen de naaste moet liefhebben. Godsdienst slaat op uiterlijke zaken. Er is dus een héél groot verschil tussen geloof en religie. Er is een groot verschil tussen God dienen met bepaalde werken, of je dienstbaar opstellen ten opzichte van God. Wil je zélf werken, of laat je Hém het Werk in, en door, en met jou doen? Dode werken ten behoeve van jezelf, de oude Schepping, en de Wet? Of Vruchtbare Werken ter ere van God? Oude Verbond der Wet, of Nieuwe Verbond der Genade? Werken of Rust? Gebonden aan regels, of in de vrijheid staan? Geloof zit in je hart, en religie hoort bij een werelds instituut.
Niet door eigen werken
Volgens de Bijbel zijn gelovigen helemaal niet godsdienstig. Gelovigen zijn, als het goed is, niet religieus. Religie is het tegenovergestelde van geloof, en is dus eigenlijk ongeloof. Religie of godsdienst veronderstelt dat de mens door eigen werken, of door eigen denken zou kunnen komen tot God. Maar men komt helemaal niet door eigen werken tot God, en al helemaal niet door het menselijk verstand. Integendeel zelfs.
Christus bracht ons bij God
Efeze 2
4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig (behouden; gered) geworden),
Wij waren helemaal niet in staat om tot God te komen. Wij waren namelijk dood door zonden en misdaden, door de erfzonde. In de Bijbel betekent dood, dat er geen communicatie met God mogelijk is. Alleen Christus kon doen wat er gedaan moest worden, om God bij de mens te brengen. Niemand komt tot de Vader dan door geloof in de Christus. God komt tot ons, Hij daalde neer, en Hij sprak tot ons, en gaf ons Zijn Woord. De basis voor Kennis van de Waarheid is niet het denken van de mens, maar uitsluitend het Woord van God.
Religie stelt de mens centraal
Lukas 10
38 En het geschiedde, als zij reisden, dat Hij kwam in een vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem in haar huis.
39 En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde.
40 Doch Martha was zeer bezig met veel dienens, en daarbij komende, zeide zij: Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg dan haar, dat zij mij helpe.
41 En Jezus, antwoordende, zeide tot haar: Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen;
42 Maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden.
We zouden het Woord van God bestuderen, en luisteren naar Zijn Woorden. Ja, het is waar; deze Samaritaan ‘deed wat goed was’. Het was niet voor niets een barmhartige Samaritaan. Maar het is niet het antwoord op de vraag ‘Wat zal ik doen om het eeuwige leven te beërven’! Dat is het verschil tussen religie, en een leven uit Genade. Religie probeert altijd zélf iets te doen. Religie stelt de mens centraal; wat kan ík doen? Vervolgens geeft die persoon er zélf een draai aan, naar wat voor hém ‘goed doen’ betekent. Eigen invulling dus. Dit is zoals bij Judas. Die gaf ook een eigen invulling aan wat ‘goed doen’ inhoudt.
Dat geld hadden we beter kunnen besteden
Maria zalfde de voeten van de Heere Jezus met kostbare olie, en wat zegt Judas? ‘Nou, dat hadden we beter kunnen verkopen, voor veel geld, en aan de armen kunnen geven.’ Als je het stuk verder leest, blijkt dat zijn bedoelingen helemaal niet zo goed waren. Dat is wat religie is, en wat religie doet; met een vingertje wijzen naar anderen, omdat ze geen ‘goed doen’.
Tevergeefs eren zij mij
Markus 7
5 Daarna vraagden Hem de Farizeën en de Schriftgeleerden: Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het brood met ongewassen handen?
6 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij.
7 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden zijn der mensen; (met menselijke regels eer je de Heere tevergeefs, de Heere wil geen religie)
Religie is, dat je bepaalde werken verricht (of juist níet!) om God welbehagelijk te zijn. Dat je aangenaam voor God wilt zijn, door werken te doen (of juist te laten). Door aan Wetten en zelfbedachte regeltjes te voldoen en denken dat je hiermee God ‘pleast’. Dat je in een goed blaadje wilt komen te staan, oftewel dat je je plaatsje in de Hemel wil zekerstellen.
Van de Genade vervallen
Galaten 5
3 En ik betuig wederom een ieder mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen.
4 Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de Genade vervallen.
Religie is het tegenovergestelde van geloof, en is dus feitelijk ongeloof. Zo zijn er ook nu veel ‘ongelovige gelovigen’. De meeste kerken prediken namelijk een beetje Wet en een beetje Genade. Maar als iemand onder de Wet leeft, moet hij aan alle wetten voldoen. Diegene kan zodoende geen aanspraak maken op Zijn Genade. Je kunt niet een beetje werken, en een beetje geloven. Het is alles of niets. Je kunt niet leven onder een beetje Wet en een beetje Genade. Een weinig zuurdesem maakt het hele Brood zuur.
Genade is eigenlijk loon op geloof
Het probleem zit ‘m niet ‘in goed doen aan anderen’. Het probleem zit ‘m in de mens zélf! De natuurlijke mens is niet tot enig goed in staat. (lees ook de studie: ‘Wat is erfzonde’) De mens is van nature een zondaar. De mens wordt zondig geboren. Zondig betekent ongelovig. Zonde betekent ‘het beoogde doel missen’. Zonde is alles wat niet uit het geloof is. De mens hoeft niet ‘goed te doen aan anderen’, om eeuwig leven te beërven. De mens kán dat niet op eigen kracht. Dat gaat helemaal niet lukken. De mens heeft Genade nodig, en dat is wat gelovigen ontvangen. Alles wat wij uit geloof ontvangen, dát is Genade. Genade is eigenlijk loon op geloof! En Genade kent geen enkele verplichting, anders is het geen Genade meer!
Romeinen 11
5 Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. (= Gelovigen ontvangen eeuwig leven en blijven dus over. En dat uiteraard op grond van Genade. God kiest geloof, en op grond van die verkiezing der Genade ontvangt men eeuwig leven.)
6 En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer.
Deelkrijgen aan de Heere Jezus Christus
Johannes 1
16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade.
17 Want de wet is (weliswaar) door Mozes gegeven, (maar) de Genade en de Waarheid is door Jezus Christus geworden.
De Wet is door Mozes gegeven, maar Genade en Waarheid is door Christus geworden. Het verschil tussen Wet en Genade, is dat Genade gepaard gaat met Waarheid. Kennis van Genade, kunnen we alleen krijgen, door kennis van de Waarheid. ‘Uw Woord is de Waarheid’. Daarom is het zó belangrijk dat wij ons laten onderwijzen door Zijn Woord. Daarmee worden wij, als het goed is, onderwezen in de Genade. Daarmee krijgen wij deel aan de Heere Jezus Christus, Die Genade en Waarheid geworden is. Dát is wat de mens nodig heeft!
Efeze 2
8 Want uit genade zijt gij zalig (behouden) geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; (de Genadegift van God is het eeuwige leven)
9 Niet uit de werken (werken der Wet), opdat niemand roeme.
Wij zouden ons onderwerpen aan Zijn Woord
De Heere Jezus zegt: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid, en het Leven.’ Díe weg zouden wij bewandelen. De Bijbel is niet zomaar wat zwarte letters op witte bladzijden, met een leer. Doordat we geloven, krijgen we te maken met de Heere. Hij openbaart Zich namelijk aan ons via Zijn Woord. Wij zouden ons in geloof tot Hem wenden, en ons onderwerpen aan Hem en Zijn Woord. Net als Maria, zittend aan Zijn voeten, in rust, luisteren naar Zijn Stem. Het goede deel kiezen. Dat is eigenlijk de kern van het verhaal over de barmhartige Samaritaan.
Zonder verstand
De Wetgeleerde stelt geen oprechte vraag. Hij probeert de Heere Jezus erin te luizen. Die Schriftgeleerde is niet op zoek naar de Waarheid, hij wilde enkel de Heere Jezus ten val brengen. Alle keren dat in de Evangeliën dit soort Wetgeleerden ten tonele komen, gaat het om verzoekingen. Ze verzochten Hem. De Wetgeleerden zijn religieus. Maar je kunt zo religieus zijn als je wilt, en enorm ijverig naar God, en toch ben je dan zonder verstand. Romeinen 10 zegt dat je behouden zult worden door geloof in het Woord. Niet door je religieus, en ijverig, aan allerlei wetten te houden.
LEES VERDER IN DE PDF DE BARMHARTIGE SAMARITAAN-pdf
De barmhartige Samaritaan
De barmhartige Samaritaan