Zout in de Bijbel

Zout staat voor het Woord van God

Zout in de Bijbel. Zout is een type van het Woord van God. Net zoals ook Water, Wijn, Brood, Honing, Licht en Olie uitbeeldingen zijn van het Woord van God. Zout gaat het bederf tegen en is dus conserverend, denk aan pekelen of inzouten van vlees. Of denk aan de zoute haring. Zout is ook een smaakversterker; het geeft smaak aan de maaltijd. Daarbij heeft zout ook een reinigende, ontsmettende werking. Zout heeft een negatieve invloed op gist oftewel zuurdesem. Zout is wit van kleur.

Overeenkomsten tussen zout en het Woord van God

Nu is de link van zout naar het Woord van God beter te begrijpen, want ook Gods Woord is onverderfelijk; Zijn Woord staat vast. Zijn Woord reinigt onze handel en wandel en ons hart oftewel ons geweten. Wie in Zijn Woord gelooft, is geconserveerd oftewel behouden voor de eeuwigheid. Bovendien is zout ‘wit’. En wit spreekt in de Bijbel van reinheid en zuiverheid. Wit is in de Bijbel de kleur van de priesterlijke kleding; de Heere Jezus Christus is Hogepriester van het Nieuwe Verbond.

Gist oftewel zuurdesem wordt negatief beïnvloed door zout

Gist of zuurdesem komt alleen negatief voor in de Bijbel. Het staat voor de werking van het bederf en de zonden en van de dood. Gist maakt het deeg groot, maar ook inhoudsloos; eigenlijk is het gebakken lucht. Net zoals de leringen van de farizeeën. Hoe mooi dat het Woord van God, het Zout, deze werkingen negatief beïnvloedt. Zijn Woord is Levend en Krachtig en overwint de huichelarij van de Farizeeën.

Lukas 12
1 Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeën, welke is geveinsdheid.

Zout was kostbaar ten tijde van de Heere Jezus

In onze tijd is zout gemeengoed; het is goedkoop en eenvoudig te krijgen. Ten tijde van de Heere Jezus was zout erg kostbaar. Door de geschiedenis heen was zout een waardevol product. Er was ooit zelfs een zoutbelasting en zout werd ook gebruikt als ruilmiddel. In diverse oorlogen werden soldaten zelfs uitbetaald in zout! Tot in de achttiende eeuw kon men aan de plaats waar men tijdens een feestmaal zat, vlak bij de plek waar het zout stond of verder weg, zien wat iemands maatschappelijke positie was, waarbij de eervolle plaats vóór het zoutvaatje was, naast het hoofd van de tafel. Typologisch is ook dit een Bijbelse Waarheid. Het Hoofd van de Gemeente is immers Christus…

Zoutverbond

2 Kronieken 13
5 Staat het u niet toe te weten, dat de HEERE, de God Israëls, het koninkrijk over Israël aan David gegeven heeft, tot in eeuwigheid, hem en zijn zonen, met een zoutverbond?

Numeri 18
19 Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israëls den HEERE zullen offeren, heb Ik aan u gegeven, en aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal een eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u.

In de Bijbel wordt gesproken over een zoutverbond tussen God en David. God heeft een Belofte gedaan; Hij heeft Zijn Woord, het Zout, aan David gegeven. Zout is bederfwerend en conserverend. Dus met een zoutverbond wordt een verbond bedoeld dat eeuwigdurend is en bestand tegen bederf. Een verbond van bestendigheid en duurzaamheid. Het Nieuwe Verbond der Genade is ook een eeuwig Verbond en zou men dus ook een Zoutverbond kunnen noemen.

Onze offerandes met zout zouten

Leviticus 2
13 En alle offerande uws spijsoffers zult gij met zout zouten, en het zout des verbonds van uw God van uw spijsoffer niet laten afblijven; met al uw offerande zult gij zout offeren.

Onder het Oude Verbond waren er verplichte offers en vrijwillige offers. De verplichte offers (schuldoffers en zondoffers) waren tot een stank voor God. Maar de vrijwillige offers (brandoffers, spijsoffers, drankoffers, dank of vredeoffers) waren voor God, lieflijke en welriekende offers. Deze offerandes zouden met zout gezouten worden, volgens het oude Testament. De typologische betekenis daarvan is dat vrijwillige offers in overeenstemming zouden zijn met het Woord van God. Dus offerandes vanuit geloof in Zijn Woord. Dit kan alleen vanuit de nieuwe mens in Christus.

Onszelf aanbieden aan de Heere

Wij zouden onszelf aanbieden aan de Heere Jezus Christus zodat Zijn Geest in en door en met ons kan werken. Het is niet de bedoeling dat wij zélf gaan werken. (zie studie alleen geloof) Onze oude mens kán zichzelf immers niet aanbieden aan de Heere, aangezien de oude mens dood is voor God. Door de spijsoffers te zouten werden ze bederfwerend en symbool van duurzaamheid en onvergankelijkheid. De dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.

Romeinen 12
1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.

Zijn Woord is Krachtig

Hebreeën 4
12 Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.

Zonder zout is de maaltijd flauw oftewel smakeloos. Flauw betekent krachteloos en zwak. Zijn Woord, het Zout, is niet krachteloos oftewel smakeloos. Zijn Woord is juist Krachtig. God maakt Zichzelf bekend via Zijn Woord. Zijn Woord is de veruiterlijking van Zijn Wezen en Zijn Kracht. (zie studie Licht en duisternis) Maaltijd houden staat in de Bijbel voor gemeenschap en verbondenheid; deelhebben aan hetzelfde leven. Als de maaltijd smakeloos en flauw is, dan is er Bijbels gezien gemeenschap met de Heere zonder het Woord. Christendom zonder Zijn Woord en Leven verandert in humanisme. Als gelovigen de Bijbel niet openen, staan zij krachteloos en zwak in het geloof. Wij kunnen, vanuit het Woord van God, proeven of het geestelijk voedsel wat ons voorgezet wordt, vol van smaak of smakeloos is.

Het zout der aarde

Mattheüs 5
13
 Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.
14 Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.
15 Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn;
16 Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

Het is natuurlijk beeldspraak van de Heere Jezus dat Hij de discipelen het zout van de aarde en het licht van de wereld noemt, want zout en licht zijn allebei uitbeeldingen van het Woord van God. En de discipelen waren niet het Woord van God, maar aan hen werden wel de Woorden Gods toevertrouwd. De Heere Jezus waarschuwt, over de hoofden van de discipelen, elke gelovige te zorgen dat het zout niet smakeloos zou worden. Dat wil dus zeggen: als je een volgeling van de Heere Jezus Christus wil zijn en wilt behoren tot Zijn Lichaam, dan zou je vast en stevig in Zijn Woord gaan staan. Dan is het Geestelijk Voedsel dat je eet, rijk van smaak. Zodra je Zijn Woord geweld aandoet, is het smakeloos geworden.

Waarschuwing van de Heere om van Zijn Waarheid geen leugen te maken

De Heere waarschuwt ons om Zijn Woord niet smakeloos dus krachteloos te maken door een verkeerde prediking. Door Zijn Woorden te verdraaien of voor eigen gewin te gebruiken. Hij wil dat Zijn Woord ‘recht gesneden wordt’. En dat deden Zijn discipelen dan ook; zij predikten het Woord overal waar zij daar gelegenheid voor kregen. Zij hebben het Woord van God recht gesneden en rijkelijk uitgedeeld en hebben het Woord als Licht laten schijnen tot verlichting van het hart voor iedereen die gelooft. De discipelen hebben overal waar kon het Zout en het Licht gebracht en vervolgens is het Woord ook door anderen gepredikt.

2 Timotheüs 2
14 Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren, hetwelk tot geen ding nut is, dan tot verkering der toehoorders.
15 Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt.
16 Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen leegpraterij ; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.
17 En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneüs en Filetus;

Onze woorden besprenkelen met Zout

Kolossensen 4
6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden.

Al onze woorden zouden met zout besprengd zijn. Dat betekent dat alles wat wij spreken gebaseerd zou zijn op het eeuwig blijvend Woord van God onder het Nieuwe Verbond der Genade. Wij zouden prediken met zout besprengde woorden. Als bijvoorbeeld Wet en Genade worden vermengd in de prediking dan wordt het Woord van God niet meer ‘recht gesneden’. Of als men via prediking terug wil keren naar de principes van het Leven onder het Oude Verbond der Wet, dan is dat woord dat gepredikt wordt, smakeloos geworden. Krachteloos. Dat woord dient nergens voor en zou men buiten werpen.

Smakeloos

Als zout smakeloos is geworden, heeft het zijn kracht verloren. Het Woord van God is Krachtig, tenzij het Woord ‘niet recht gesneden wordt’. Als het Woord onrecht aangedaan wordt en er zaken weggelaten of toegevoegd worden, verliest Het Zijn Kracht. Dan is het geen Woord van God meer, maar dan is het een woord van mensen.

Mattheüs 15
6 En gij hebt alzo Gods gebod
(alle Woord van God; al het gebodene, alles wat Hij aanbiedt) krachteloos gemaakt door uw inzetting.
7 Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende:
8 Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;
9 Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.

1 Thessalonicensen 2
13 Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft.

 Lees verder in de PDF Zout in de Bijbel.pdf

Zout in de Bijbel

Zout in de Bijbel

Reageren