Ik ben de Ware Wijnstok

Ik ben de Ware Wijnstok. Christus is de Wijnstok, de Landman is God de Vader, en de gelovigen zijn de ranken. Waar gaat deze studie over? Het gaat erover dat het belangrijk is dat wij in de Heere zouden blijven. Alleen op die manier nemen wij de Levenssappen van de Ware Wijnstok tot ons, en zo kunnen wij dan vruchtdragen. Dit betekent dat wij, ook in de praktijk van ons leven, met Hem verbonden zouden blijven. Wij zouden, aan de hand van Zijn Woord, met Hem door het leven gaan. Want de liefde voor Zijn Woord, is hetzelfde als liefde voor Hem. Zijn Woord zou ons leven zijn, liefst in al onze dagelijkse bezigheden. Zijn Woord brengt dan blijvende vrucht voort.

Johannes 15

Johannes 15
1 Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.
2 Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.
3 Gijlieden zijt nu (juiste vertaling: nadat) rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
6 Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
7 Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden.

Inleiding

Deze woorden zijn gesproken door de Heere Jezus in de opperzaal. Hij was daar, samen met de discipelen, om het Pascha te vieren. Dat kunnen we vinden in Johannes 13. Dezelfde gelegenheid, in de opperzaal, wordt vermeld in de Evangeliën van Mattheüs, Markus, en Lukas. Daar wordt echter gesproken over het Brood en de Wijn als tekenen van het Nieuwe Verbond. Het eigenaardige is dat in het Evangelie van Johannes de beschrijving van het Avondmaal helemaal niet voorkomt!

Johannes 13
1 En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.
2 En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou,
3 Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging,
Stond op van het avondmaal, en legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelven.

De monoloog van de Heere Jezus

Johannes geeft een veel uitgebreidere uitleg van de gebeurtenissen van die avond. Hij geeft een uitvoerige toelichting over de betekenis van het Avondmaal. Brood en Wijn zijn de uitdrukking van de eenheid die er is tussen de Opgewekte Heere Jezus Christus, en de gelovigen. Ze zijn de uitbeelding van het leven onder het Nieuwe Verbond. Een uitbeelding van het Leven, en het Lichaam van Christus, waarvan wij deel uitmaken. Díe eenheid wordt uitvoerig beschreven in Johannes dertien tot en met zeventien. Dáár vinden we de woorden die de Heere Jezus die avond gewisseld heeft met de discipelen. Eigenlijk is het meer een monoloog, een alleenspraak, van de Heere Jezus.

Niet de typologie, maar de verklaring

We vinden in het Johannes-Evangelie níet vermeld dat Hij na het eten van de maaltijd het Brood en de Wijn nam, en ervoor dankte, en het aan Zijn discipelen uitreikte en zei: ‘neemt, eet, dit is Mijn Lichaam’. Dit vinden we allemaal niet vermeld in Johannes. Maar we vinden daar wél de uitleg, de verklaring, van deze dingen. Dus Johannes beschrijft niet de typologie van de Maaltijd, zoals de andere Evangelisten doen, maar Johannes geeft direct de verklaring ervan.

Geen teken van dood, maar van leven

De meeste kerken prediken dat de tekenen van Brood en Wijn een uitbeelding zijn van Zijn lijden en sterven. Niks is minder waar, het is juist een teken van Zijn Opstanding. Het Paaslam, het bloed van het paaslam, is een teken van Zijn lijden en sterven. Maar Brood en Beker zijn een beeld van Zijn Opstanding. En dat dit werkelijk zo is, wordt vermeld in Johannes 13 t/m 17. Er wordt in die hoofdstukken nadrukkelijk gewezen op de Eénheid die er is tussen Christus en Zijn Lichaam. Zijn Lichaam, de Gemeente, bestaat uit alle gelovigen van ná Zijn Opstanding. (zie ook de studie ‘Avondmaal; Brood en Wijn’)

Johannes hoofdstuk 13 en 14

Johannes 13 begint met de voetwassing, wat een beeld is van de Hogepriesterlijke taak van de Heere Jezus Christus nu. In de Hemel wast onze Hogepriester onze dagelijkse zonden. Hij wast onze voeten, die vies worden tijdens onze levenswandel hier op aarde. De Hogepriester als Middelaar tussen God en de mens. Hij verbindt ons, via Hem, met God. In hoofdstuk 14 vinden we de Belofte van de uitstorting van de Heilige Geest. De Heilige Geest, de onzienlijke Christus, door Wie wij verbonden zijn met de Levende God. Dat spreekt dus ook over onze eenheid met Christus.

Johannes hoofdstuk 15 en 16 en 17

Dan de Ware Wijnstok in Johannes hoofdstuk 15. In de tweede helft van dit hoofdstuk gaat het over het feit dat er scheiding is tussen de wereld en de gelovigen. De wereld haat ons, omdat zij de Heere haat. Dus dit spreekt ook over onze verbondenheid met Christus. Vervolgens wordt in hoofdstuk 16 gesproken over het Werk van de Heilige Geest ín de gelovige. Er wordt daar ook gesproken over de overwinning op de wereld door Christus. Daarna volgt het Hogepriesterlijk gebed. Daarin bidt de Heere Jezus Christus voor de Eenheid tussen Hem, en de Vader, en de gelovigen. In feite een samenvatting van de vorige hoofdstukken. Dit gebed is, in Zijn dood en Opstanding, verhoord. (zie ook de studie ‘Het Hogepriesterlijk gebed’)

Overwinnaar

Vanaf Johannes hoofdstuk 18 wordt het lijden en sterven van de Heere Jezus beschreven. De Heere Jezus ging de dood in, in de wetenschap dat Hij weer zou opstaan. Hij kon het lijden verdragen omdat Hij, vanuit de Schriften, wíst van Zijn Verheerlijking daarna. Hij werd daarmee Overwinnaar over de oude Schepping. In Zijn Opstanding, Zijn Wedergeboorte, werd Hij Eersteling van een nieuwe Schepping.

Hebreeën 12
2 Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God.

Hij heeft ons getrokken uit deze oude Schepping

Hij wist dat Hij ons, in Zijn Opstanding, tot Zich zou trekken. Dat is wat de Heere van tevoren wist, en dat is wat gepredikt werd. Als typologie komt dit naar voren in Brood en Wijn. De opperzaal is een type van de Hemel. Daar zei de Heere Jezus met Brood en Wijn voor Zich; ‘Ik ben de Ware Wijnstok’. De Heere Jezus Christus ziet hier vooruit naar Zijn Hemelse Positie, en dat wat daarmee samenhangt.

Johannes 6
44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Johannes 12
31 Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden.
32 En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken.
33 (En dit zeide Hij, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.)

Verband tussen Wijnstok en Heerschappij

De Heere Jezus gebruikte het beeld van de Wijnstok, omdat de beker met Wijn voor Hem stond. De Heere Jezus sprak over ‘de vrucht van de Wijnstok’, en Hij nam de Beker, en Hij zei tegen zijn discipelen; ‘drinkt allen daaruit’. Daarna zei Hij dat Hij niet meer van de vrucht van de Wijnstok zou drinken, totdat Hij in Zijn Koninkrijk gekomen zou zijn. Nu zien we meteen het verband tussen de Wijnstok, en de Heerschappij van Christus. De Heerschappij van Christus in ons leven, maar ook de Heerschappij in de wereld, in de toekomst. Sprekend over de Wijnstok, en over de Vrucht van de Wijnstok, zegt de Heere: ‘Ik ben de ware Wijnstok’.

Wij nemen deel aan Zijn Opstandingsleven

‘Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ De vrucht van de wijnstok is de uitbeelding van het nieuwe Opstandingsleven van Christus. Hij is Eersteling van een nieuwe Schepping. Door geloof, en uit Genade, nemen ook wij deel aan dat nieuwe leven. Wij zijn met Hem gestorven, en met Hem mee opgestaan, en zijn met Hem gezet in de Hemel: het Koninkrijk van de Vader. Christus en Zijn Lichaam, de Gemeente, nemen deel aan hetzelfde nieuwe leven.

Efeze 2
5 Ook toen wij dood waren door de misdaden (onze oude mens; het vlees; de natuurlijke mens), heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),
6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in (= met) Christus Jezus;

Het nieuwe Opstandingsleven van Christus

Johannes 15
1 Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.

Het gaat om de typologie. De vrucht van de Wijnstok, de Wijn, is een beeld van het Opstandingsleven van Christus, onder het Nieuwe Verbond. Christus is de Wijnstok, dus is Híj Degene Die de Wijn voortbrengt. Hij is degene Die het leven onder het Nieuwe Verbond voortbrengt. Het nieuwe Opstandingsleven van Christus. En wij hebben deel gekregen aan dat nieuwe Leven van Christus. De Heere zegt niet: ‘Ik ben de Wijnstok’, Hij zegt: ‘Ik ben de Wáre Wijnstok’. Zijn er in de Bijbel dan nog anderen die ‘de wijnstok’ genoemd worden?

LEES VERDER IN DE PDF IK BEN DE WARE WIJNSTOK-pdf

Ik ben de Ware Wijnstok

Reageren