Wat betekent de Geest bedroeven, uitblussen of lasteren
Efeze 4
30 En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.
1 Thessalonicenzen 5
19 Blust den Geest niet uit.
Mattheüs 12
31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden.
32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.
Alleen door geloof en niet door de werken
Niet door je eigen werken of door je aan allerlei regels te houden, de Wet na te leven, maar door Gods Genade ben je zalig geworden, heb je het eeuwige Leven verkregen. Alle eigen roem daarover is dus uitgesloten want alleen door Genade en Geloof verkrijg je dit eeuwige Leven. We hebben niet ons best hoeven te doen om te geloven, we hebben simpelweg Zijn Woord geaccepteerd en geloofd en alleen daardoor zijn wij wedergeboren danwel uit God geboren. Zonder daar ook maar iets voor gewerkt te hebben. Wij hoeven geen plaatsje in de Hemel te verdienen want het eeuwige Leven is ons reeds geschonken door geloof, uit Genade. En als we ervoor zouden moeten werken, is het geen Genade meer. Genade kent immers geen enkele verplichting.
Romeinen 3
28 Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
Bij wedergeboorte komt de Geest direct in je wonen
Op het moment dat we in Hem zijn gaan geloven, hebben wij direct de Heilige Geest ontvangen. En zijn wij kinderen van God geworden. Wij zijn nieuwe schepselen in (tesamen met) Christus geworden. In Hem, zijn wij Eerstelingen van de nieuwe Schepping. Wij hebben dan deel aan Zijn Opstandingsleven.
Johannes 14
16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid;
17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
Efeze 1
12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus gehoopt hebben.
13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.
Eenmaal een kind van God, altijd een kind van God
Dit kan nooit meer ongedaan gemaakt worden. Eénmaal een kind van God, altijd een kind van God. Eenmaal wedergeboren, altijd wedergeboren. Het Opstandingsleven is eeuwig leven, dat kun je niet veranderen. Men kan een geboorte niet ongedaan maken. En als men in het aardse leven de vader afwijst en niet meer wil zien of spreken, blijft het tóch de vader. En zo is het ook met onze Hemelse Vader.
1 Korinthe 3
13 Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven.
14 Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen.
15 Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur.
2 Timotheüs 2
12 Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heersen; indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen;
13 Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen.
In Christus zijn wij mede-erfgenamen
Wij, gelovigen, zijn wedergeboren, wij zijn uit God geboren. In Zijn dood gedoopt (= gedrenkt, vereenzelvigd) zijn wij met Hem mee opgestaan en hebben deel aan Zijn nieuwe Opstandingsleven. Wij hebben Zijn Geest ontvangen en zijn daardoor kinderen van God. Nu wij kinderen van God zijn, zijn we samen met Christus ook erfgenamen. De Heilige Geest hebben wij bij onze wedergeboorte ontvangen als onderpand (garantie, zekerheid) voor onze erfenis. Er wacht ons een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. Om de erfenis op te strijken wordt ons geloof wel eerst beproefd. Om de echtheid daarvan te laten blijken.
Vol Loon klaarliggen
Deze beproeving gaat gepaard met verdriet, lijden. De Heere heeft een vol loon voor ons klaarliggen. Om dat loon te ontvangen is het zaak om in de leer van Christus te blijven; om in Zijn Licht te wandelen, om in Gemeenschap met Hem te leven. Naargelang (Zijn) prestatie wordt Loon uitgekeerd, wordt het erfdeel vergeven. Ieder ontvangt loon naar werken. Naar gelang de Heere Zijn Werk in ons heeft mogen werken, bewerken en uitwerken, zal dat ons zijn tot Loon, Heerlijkheid, Kroon, Erfenis, Zoonschap (al deze woorden hebben dezelfde strekking). Het is dus niet de bedoeling dat wijzelf zouden werken voor dit loon. We staan vierentwintig uur per dag in en tot Zijn Dienst.
2 Johannes 1
7 Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist.
8 Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
1 Korinthe 3
8 En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid.
9 Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
Romeinen 12
1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.