Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 3 gaat over de geestelijke betekenis achter het letterlijke verhaal over de gebeurtenissen van Naomi en haar gezin. Iets moet eerst letterlijk gebeuren, voordat er een geestelijke betekenis aan gehangen kan worden.
Ruth 3
12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.
Onderbreking
Ruth 3
11 En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt.
—
Ruth 4
13 Alzo nam Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouwe, en hij ging tot haar in; en de HEERE gaf haar, dat zij zwanger werd en een zoon baarde.
We zouden vanaf Ruth 3 : 11 gewoon verder kunnen lezen bij Ruth 4 : 13. Daar staat dat Boaz Ruth tot vrouw neemt en dat Ruth een zoon baart. Boaz lost Ruth en Ruth zorgt voor een erfgenaam. De geschiedenis had afgelopen kunnen zijn, maar nu komt de complicatie. Er staat namelijk in Ruth 3 : 12 dat er nog een andere losser is. Deze geschiedenis komt ertussendoor. Het is de onderbreking.
9 En hij zeide: Wie zijt gij? En zij zeide: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd, breid dan uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser.
—
12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.
Die andere
‘Nader’ wil zeggen ‘nog dichterbij’. Die andere losser stond nóg dichter bij Ruth. Die andere losser was het méést naaste familielid. In Ruth 3 : 9 zegt Ruth tegen Boaz: ‘Gij zijt de losser’. Het lijkt dan alsof er geen andere losser is. Boaz ontkent niet dat hij de losser is, maar hij licht dit wel nader toe. Hij zegt: ‘Het is waar dat ik de losser ben, maar er is nog een losser, nader dan ik’. Voor ons doet het er niet toe dat er een andere losser is. En het doet er ook niet toe dat Hij niet lossen wil, want Boaz lost haar toch?! Er wordt ons niet verteld wie die andere losser is. De naam is dus niet belangrijk. Toch wordt die andere losser vermeld. Boaz is de losser wel, maar er was eerst een ander. Op deze geheimzinnigheid ligt de klemtoon.
Verborgen Koninkrijk der Hemelen
Het houdt verband met de typologie. Typologie is het bestuderen van de verborgen betekenissen achter de gebeurtenissen in de Bijbel. De geestelijke Waarheden achter de letterlijke gebeurtenissen. Iets moet eerst echt gebeuren, voordat er een geestelijke betekenis aan gehangen kan worden. De verborgen betekenissen zijn vaak de belangrijkste betekenissen. Dit geldt ook voor het boek Ruth. De verborgen betekenissen houden in de Bijbel verband met ‘de Verborgenheid’. De Verborgenheid is de tijd waarin de Heere Jezus Christus, Koning is van het verborgen Koninkrijk der Hemelen. Als de Heere straks terugkomt op aarde, zal dit Hemelse Koninkrijk zich, in etappes, gaan uitbreiden over de aarde. (zie ook de studies ‘Efeze 3; Verborgenheid’ en ‘Typologie in de Bijbel’).
Eerst lijden, dan Heerlijkheid
De Verborgenheid is de tijd waarin Jezus Christus de Koning is van het Koninkrijk der Hemelen. Christus, en Zijn koninkrijk, zijn nu verborgen. De Verborgenheid is – in de Heilshistorie – de periode tussen het lijden dat op Christus komen zou en de Heerlijkheid daarna. Deze Verborgenheid was al van vóór de nederwerping (grondlegging) van de wereld bekend. Deze periode was weliswaar een onderdeel van Gods Plan, maar moest verborgen blijven. God heeft, na Zijn Opstanding, die Verborgenheid aan Paulus bekend gemaakt. Deze Verborgenheid heeft te maken met de Gemeente. De Gemeente is de groep van gelovigen van ná de Opstanding van Christus, tot de opname van de Gemeente: gelovigen uit de Joden én gelovigen uit de niet-Joden. De Gemeente is het Hemelse Volk in het Hemelse Koninkrijk.
Efeze 3
2 Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u;
3 Dat Hij mij (Paulus) door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
4 Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus),
5 Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;
6 Namelijk dat de heidenen (gelovige niet-Joden) zijn mede-erfgenamen, en van hetzelfde lichaam (Zijn Lichaam, de Gemeente), en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
Bedeling der Verborgenheid
Romeinen 16
24 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn (= apostel Paulus) Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest;
26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt;
27 Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
Apostel Paulus is de eerste die alle Gemeentelijke Waarheden gehoord heeft. De Heere Jezus Christus heeft hem aangesteld om de ‘Verborgenheden van het Koninkrijk der Hemelen’ bekend te maken. De Verborgenheid omvat twee Bedelingen. De vijfde Bedeling; de Bedeling der Genade Gods, waarin wij nu leven. Ook wel genoemd de ‘Bedeling der Verborgenheid’. En de zesde Bedeling; de Bedeling van de Volheid der tijden. Tijdens de zesde bedeling wordt Zijn Koninkrijk langzaam maar zeker geopenbaard hier op aarde. Wat eerst verborgen was, wordt dan zichtbaar.
Verborgen kennis
Onder het Oude Testament was verborgen hoe de Christus van lijden tot Heerlijkheid zou komen. Dat Hij Verheerlijkt zou worden, was wél duidelijk, en ook dat Zijn Heerlijkheid voor eeuwig zou zijn. Maar de weg van vernedering naar Verhoging, naar Heerlijkheid, was níet bekend. Als dat bekend geweest zou zijn, ‘hadden zij de Heere niet gekruisigd’. Dan had de satan daar een stokje voor gestoken! Vandaar dat Nieuwtestamentische Waarheden, en in het bijzonder Gemeentelijke Waarheden, op een verborgen, cryptische manier zijn beschreven in het Oude Testament.
1 Korinthe 2
6 En wij spreken wijsheid (kennis over de Verborgenheid) onder de volmaakten (gelovigen); doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld (boze geestelijke machten, satan), die te niet worden;
7 Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was (Nieuw testamentische Waarheden waren bedekt onder het Oude Testament), welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was;
8 Welke niemand van de oversten dezer wereld (satan en zijn personeel) gekend heeft; want indien zij (de boze geestelijke machten; satan) ze (de Nieuwtestamentische Waarheden) gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben.
9 Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.
10 Doch God heeft het ons (alle gelovigen en Paulus als eerste) geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods.
Wij hebben voorkennis
Dat wij nu in het Oude Testament zaken herkennen die verwijzen naar Nieuwtestamentische Waarheden, komt omdat wij nu voorkennis hebben! Voor de profeten was het natuurlijk veel moeilijker te begrijpen wat die weg naar Verheerlijking zou zijn, en ook alle Gemeentelijk Waarheden gingen hun pet te boven. Als je alleen het Oude Testament hebt, wordt het natuurlijk wel heel moeilijk om alles te begrijpen. De profeten onderzochten hun eigen profetieën, met name de Genade. Ze zochten naar een bepaalde tijd, en de Heerlijkheid daarna. Voor hen was er de vraag ‘hóe je van lijden naar Heerlijkheid kan komen’. Bovendien hebben alle uitspraken over Israël óók een toepassing op de Gemeente. Ga er maar aan staan!!
1 Petrus 1
10 Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied;
11 Onderzoekende, op welken of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende.
12 Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door den Heiligen Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien.
Hebreeën 11
8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte.
10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.
Gelijkenissen
Mattheüs 13
3 En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: …
—
10 En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?
11 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u (de discipelen; gelovigen) gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien (de schare, het Joodse Volk) is het niet gegeven.
12 Want wie heeft (geloof en onderwerping aan God en Zijn Woord), dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft (wie geen geloof heeft), van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
13 Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan. (omdat zij niet geloven; omdat zij de Heere verwerpt)
14 En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
15 Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze. (het Joodse Volk moet eerst het oordeel ondergaan, de grote Verdrukking over Israël, voordat zij zich kan bekeren tot de Heere Jezus Christus. Pas ná de zeventigste Jaarweek zal het Volk ook de Geest uitgegoten krijgen)
Een gelijkenis verbergt de Waarheid
De Heere Jezus zei dat de Verborgenheden voor de gelovigen bestemd zijn, en niet voor de ongelovigen. De gelijkenissen worden niet gebruikt om iets duidelijk te maken. Een gelijkenis verbergt de Waarheid. Wanneer wij de Waarheid hebben leren begrijpen, herkennen wij die Waarheid ook in de Oudtestamentische geschriften. Dat is tevens een bevestiging van het feit dat de Verborgenheid in voorgaande eeuwen bekend was bij God. Het maakte altijd al deel uit van Zijn Heilsplan met de wereld. De Verborgenheid komt tot uitdrukking in Zijn Woord.
12 Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik.
Soms even zoeken
Het kost soms wat moeite om die Verborgenheid terug te vinden. Vanaf Ruth 3 : 12 gaat het nadrukkelijk over iets dat verborgen is. De andere losser is ‘de grote onbekende’. Het gaat om een verborgen aangelegenheid. Ten eerste wordt Boaz als de losser aangekondigd, toch is er sprake van een verborgen (Ver-)losser. Pas daarna verschijnt de geopenbaarde losser. Dat is Boaz.
LEES VERDER IN DE PDF Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 3.pdf
Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 3
Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 3