Mara

Mara is Hebreeuws voor ‘bitter’. Het Volk Israël was drie dagen, zonder water, onderweg in de woestijn. Toen kwamen zij bij Mara. Daar was water, maar dat water konden ze niet drinken, want het was bitter. Mozes moest van de Heere een hout in dat bittere water gooien. Toen werd dat water zoet. Achter élke geschiedenis in de Bijbel zit een overdrachtelijke betekenis. Iets moet eerst écht gebeuren, voordat er een geestelijke betekenis aan gehangen kan worden. In de Bijbel staat ‘water’ altijd voor het Woord van God. Dat water is zowel bitter als zoet. Het zoete heeft het bittere vervangen. Het bittere water staat voor het Oude Verbond der Wet en het zoete water staat voor het Nieuwe Verbond der Genade. Het hout is de Heere Jezus, die voor ons aan de eis van de Wet heeft voldaan. In Zijn Opstanding begon het Nieuwe Verbond.

Exodus 15

22 Hierna deed Mozes de Israëlieten voortreizen van de Schelfzee af; en zij trokken uit tot in de woestijn Sur, en zij gingen drie dagen in de woestijn, en vonden geen water.
23 Toen kwamen zij te Mara; doch zij konden het water van Mara niet drinken, want het was bitter; daarom werd derzelver naam genoemd Mara.
24 Toen murmureerde het volk tegen Mozes, zeggende: Wat zullen wij drinken?
25 Hij dan riep tot den HEERE; en de HEERE wees hem een hout, dat wierp hij in dat water; toen werd het water zoet. Aldaar stelde Hij het volk een inzetting en recht, en aldaar verzocht Hij hetzelve,
26 En zeide: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!
27 Toen kwamen zij te Elim, en daar waren twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden zich aldaar aan de wateren.

Wat leert ons dit over Christus?

Waarom staat bovenstaande gebeurtenis in de Bijbel? Die fonteinen en bomen staan er allang niet meer, en dit Volk mocht het Beloofde land uiteindelijk niet binnengaan, dus waarom vertelt God al deze details? Als we deze gebeurtenis níet zouden lezen, missen we niks van de Heils- of wereldgeschiedenis! Zoals alle geschiedenissen in de Bijbel, is dit voorval daadwerkelijk gebeurd, maar heeft een typologische betekenis. In Zijn Woord schuilt achter álles een geestelijke Waarheid, maar iets moet eerst écht gebeuren voordat je er een geestelijke betekenis aan kunt geven. Het belang van Bijbelstudie is, onder andere, dat wij de typologie, en symboliek in de Bijbel zouden leren begrijpen. Alleen op die manier komen we erachter dat alle geschiedenissen in de Bijbel ons iets leren over Christus. We gaan in deze studie dan ook kijken wat de achterliggende Boodschap is in ‘de geschiedenis van het bittere water dat zoet werd’.

Lukas 24
44 En Hij (de opgestane Heere Jezus Christus) zeide tot hen: Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en Psalmen. (het hele oude Testament)
45 Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden.
46 En zeide tot hen: Alzo is er geschreven (in het Oude Testament), en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage.

Ongeloof

Na hun verlossing uit Egypte is het Volk Israël hier pas drie dagen in de woestijn. Ze vonden geen water en toen ze aankwamen in Mara bleek dat zij van het water daar niet konden drinken. Het water was namelijk bitter. In plaats van op de Heere te vertrouwen, en Zijn Beloften te geloven, begon het Volk ontevreden te klagen tegen Mozes. Mozes vroeg hulp aan de Heere, en Deze zorgde voor een oplossing.

Belofte van de Heere aan het Volk Israël

De Heere beloofde, via Mozes, aan Israël dat Hij haar God zou zijn. Hij beloofde haar te brengen in het land Kanaän. De Heere verloste het Volk uit Egypte, maar het Volk deed niet anders dan klagen en zeuren. Ze vertrouwden niet op de Heere. Vanwege haar ongeloof, mocht het grootste gedeelte van het Volk Israël het Beloofde Land uiteindelijk niet binnen. Alleen degenen onder de twintig jaar (en Jozua en Kaleb) zijn in het Beloofde Land gekomen. Ze waren uiteindelijk veertig jaar onderweg in de woestijn, net zolang totdat het ongelovige geslacht gestorven was.

Numeri 32
11 Indien deze mannen, die uit Egypte opgetogen zijn, van twintig jaren oud
(de leeftijd die de Bijbel geeft als verantwoordelijk voor je daden) en daarboven, het land zullen zien, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb! Want zij hebben niet volhard Mij na te volgen;
12 Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne, den Keniziet (een heiden oftwel niet-Jood), en Jozua, de zoon van Nun; want zij hebben volhard den HEERE na te volgen.
13 Alzo ontstak des HEEREN toorn tegen Israël, en Hij deed hen omzwerven in de woestijn, veertig jaren, totdat verteerd was het ganse geslacht, hetwelk gedaan had, wat kwaad was in de ogen des HEEREN.

Voorbeeld en waarschuwing

In het Nieuwe Testament staat, dat de dingen die het Volk Israël overkwamen, ons tot voorbeeld zijn. Het Nieuwe Testament roept ons daarom op om de Heere na te volgen. Paulus zegt tegen de Hebreeën dat zij de Heilige Geest zouden volgen met een gelovig hart. Hij waarschuwt de Korinthiërs (en ons) dat wij in gemeenschap met de Heere Jezus Christus en Zijn Woord zouden blijven. ‘Doe niet als de ongelovige Israëlieten’, leert Paulus ons.

1 Korinthe 10
5 Maar in het meerderdeel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij (de generatie die murmureerde en Hem niet geloofde) zijn in de woestijn ter nedergeslagen. (in veertig jaar tijd was die ongelovige generatie weg)

11 En deze dingen alle zijn hunlieden (het Volk Israël) overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn.

Die Zijn Woord gelooft, zal leven

Exodus 15
25 Hij (Mozes) dan riep tot den HEERE; en de HEERE wees hem een hout, dat wierp hij in dat water; toen werd het water zoet. Aldaar stelde Hij het volk een inzetting en recht, en aldaar verzocht Hij hetzelve,
26 En zeide: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!

Hier staat letterlijk dat de Heere hiermee een Wet, een inzetting, demonstreert. Hij toont hiermee het Volk een bepaalde Waarheid. De Heere leert hier een inzetting (voorschrift; verordening) aan het Volk Israël. In vers 26 legt Hij de inzetting aan hen uit: ‘dat wanneer zij gehoorzaam zullen zijn aan Zijn Stem, als zij doen wat God behagelijk is, als zij zich houden aan al Zijn inzettingen, dan zal Hij geen van de plagen op hen leggen, die Hij op Egypte heeft gelegd’. ‘Ik, de Heere, ben het die jullie geneest.’ Dat is een universele Waarheid; ‘iedereen die hoort naar Zijn Woord (= gelooft), zal leven’. Wij worden niet behouden doordat wij netjes leven, maar alleen door geloof verkrijgen wij eeuwig leven.

1 Johannes 5
13 Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God.

Johannes 6
40 En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een ieder, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Illustratie

Dat is wat God het Volk hier bij Mara leerde: ‘dat zij de Stem van de Heere zouden gehoorzamen’. (gehoorzamen = horen = geloven) Mensen die luisteren naar de Heere, en Hem geloven, die worden gered. Gelovigen worden gezegend. Dat geldt voor alle tijden. Die Waarheid wordt geïllustreerd in de gebeurtenis van het hout-en-water in Mara. ‘Aldaar stelde Hij het Volk een inzetting en recht, en aldaar verzocht Hij hetzelve’. De Heere deed dat op twee manieren. Op de eerste plaats via aanschouwelijk onderwijs en op de tweede plaats via het Woord dat Hij rechtstreeks tot Israël sprak. De duidelijke taal van vers 26 is een toelichting van God op de gebeurtenis die eraan voorafging. Hiermee wordt in één keer door de Schrift verklaard wat de betekenis is van de gebeurtenis in Mara.

God staat centraal in de Bijbel

Deze gebeurtenis gaat over Gods Recht, en over Gods inzetting. Het gaat niet om ‘die arme Israëlieten, met kleine kinderen, die dorst hadden, en toen baden tot de Heere, en de Heere toen voorzag in hun nood’. Dat is een mooi verhaal, maar de Bijbel gaat in de eerste plaats over Hemzelf, over Christus. Waarom zou de Heere het Volk anders eerst dorst laten lijden? Waarom verzoekt Hij het Volk eerst? Wij zouden de Bijbel niet horizontaal, maar verticaal interpreteren. Van Boven naar beneden. Het is Gods Woord aan ons. God staat centraal in de Bijbel, en niet de mens. God wil de Israëlieten een les leren over Zijn Eigen Woord. Die les staat zwart op wit in vers 26.

Exodus 15
26 En zeide: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!

Het Woord van God heeft twee smaken

Exodus 15
23 Toen kwamen zij te Mara; doch zij konden het water van Mara niet drinken, want het was bitter; daarom werd derzelver naam genoemd Mara.

Psalm 119
103 Hoe zoet zijn Uw redenen (= Uw Woorden; het Nieuwe Verbond der Genade) mijn gehemelte (wij proeven met onze tong en ons gehemelte!) geweest, meer dan honig mijn mond!

Het water dat Israël tegenkwam in de woestijn, is niet anders dan de andere ‘wateren’ die we kennen uit de Bijbel. Het bittere water in de woestijn, is een uitbeelding van het Oude Verbond der Wet. In de Bijbel is ‘water’ altijd een beeld, van het ‘Woord van God’. Net zoals ‘honing’. Het Woord van God heeft twee smaken: bitter en zoet. Voor gelovigen zou het water alleen zoet moeten zijn. Wij zouden altijd het Woord van God spreken. Zoet staat voor het Nieuwe Verbond der Genade. Zoet en bitter gaan niet samen, net zoals Genade en Wet niet samengaan. ‘Als je hart bitter is, zal suiker in je mond niet helpen’, is een oude uitdrukking.

Galaten 5
3 En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen.
4 Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen.

LEES VERDER IN DE PDF MARA-pdf

Mara

Mara

Tags: , ,

Reageren