De eindtijd

De eindtijd; de laatste dagen; de laatste tijden. Dit zijn misbruikte termen. Want wanneer beginnen Bijbels gezien ‘de laatste dagen’? En leven wíj in de laatste dagen?? In Timotheüs vinden wij de term genoemd in verband met ‘de afval van het geloof’. Om 1 Timotheüs 4 te begrijpen, moet je echter even terugbladeren naar 1 Timotheüs 3. Na dit hoofdstuk gelezen te hebben, weet je dat ‘het afvallen van het geloof’ niet alleen naar onze tegenwoordige tijd verwijst. (Ook weet je dan dat er geen Bijbelse lijst bestaat die kerkeraden zouden gebruiken bij de aanstelling van diakenen of opzieners.)

1 Timotheüs 4
1 Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen,
2 Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid;

1 Timotheüs 3

1 Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk (belangrijk, achtenswaardig) werk.
2 Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren;
3 Niet genegen tot den wijn, geen smijter, geen vuil-gewinzoeker; maar bescheiden, geen vechter, niet geldgierig.
4 Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid;
5 (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)
6 Geen nieuweling, opdat hij niet opgeblazen worde, en in het oordeel des duivels valle.
7 En hij moet ook een goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn, opdat hij niet valle in smaadheid, en in den strik des duivels.
8 De diakenen insgelijks moeten eerbaar zijn, niet tweetongig, niet die zich tot veel wijns begeven, geen vuil-gewinzoekers;
9 Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten.

14 Deze dingen schrijf ik (Timotheüs) u, hopende zeer haast tot u te komen;
15 Maar zo ik vertoef (zolang ik weg ben), opdat gij  (= Timotheüs) moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid. (de Gemeente is een geestelijke Tempel van God omdat daar het Woord van God woont. Wij zouden Zijn Woord bewaren)
16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.

Niet geschreven voor de kerkenraad

Als iemand diaken of opziener wil worden, hanteren veel kerken bovenstaande lijst van ‘plichten van opzieners en diakenen’.  Zij gebruiken de opsomming van voorwaarden bij hun aanstelling. Maar alleen de Heere geeft gelovigen een plaats in de gemeenschap. Een plaats binnen Zijn Lichaam. Ook zou de Heere daarbij nooit deze Wettische voorwaarden gebruiken. Sinds het Oude Verbond der Wet is vervuld, hoeven wij namelijk niet meer te voldoen aan allerlei Wetten en regeltjes. (zie ook de studie ‘Alleen geloof’) Voldoen aan allerlei eisen waar de gemiddelde oude mens toch niet aan kan voldoen. De lijst is dan ook niet geschreven voor een kerkeraad, maar is gericht aan Timotheüs.

Waarschuwing

Paulus waarschuwt Timotheüs dat, als hij niet aan de voorwaarden voldoet, hij dan waarschijnlijk grote problemen krijgt in zijn ambt. Paulus zegt; ‘Het opzienersambt is wel een belangrijk en eerbaar werk, maar als je niet voldoet aan deze voorwaarden, wordt het erg moeilijk deze functie te vervullen’. Paulus schrijft dit niet aan de Gemeente, of de gelovigen. De voorwaarden zijn niet gericht aan gelovigen. Dat zou ook niet kunnen, dat zou Wettisch zijn. In vers 14 kun je lezen dat de waarschuwing gericht is aan Timotheüs.

Wat is de functie van gelovigen op aarde?

De functie van de Gemeente, alle gelovigen, is Zijn Woord te bewaren. In ónze dagen is de Gemeente drager van het Woord van God. De Gemeente ontleent als Volk zijn bestaansrecht aan deze functie. Dit is de basis van alles wat over het praktische leven van de gelovige beschreven staat. Priesters zijn wij. En wij staan vierentwintig uur per dag in Zijn Dienst. De Woorden van God zijn aan ons toevertrouwd, aangezien het Joodse Volk hierin faalde. Wij zijn dus allemaal verantwoordelijk voor het gemeenschappelijk dragen van het Woord. (zie ook de studie ‘de Gemeente als Tempel”) Wij zouden Zijn Woord in onze harten laten planten. Het Woord zal dan ons denken veranderen, en dat zal uitwerken in ons praktische leven.

Priesterlijke dienst

Als wij het Woord van God geloven, en uit dat Woord willen leven, zouden wij als eerste Bijbelstudie kunnen gaan doen. Daardoor kan er, op grond van geloof in Zijn Woord, verandering van denken plaats gaan vinden. Als het Woord van God rijkelijk in ons woont, vindt verandering van denken, gevoelen, gezindheid en wandel plaats  Dan kunnen wij ons overgeven aan het Woord en de Geest en het Werk van Christus in ons. Dan zijn wij voorbereid voor onze priesterlijke dienst. Dan kunnen wij de oude mens afleggen, en de nieuwe mens in Christus aandoen. En dat zal tot gevolg hebben dat er verandering komt in ons dagelijks leven en in omgang met onze naasten. Dan kunnen wij ingezet worden voor de opbouw van het Lichaam, de Geestelijke Tempel.

Efeze 4
22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;
23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.

De Gemeente een priesterlijk volk

De verantwoordelijkheid voor de prediking van het Evangelie, het Woord, is door God weggehaald bij het ongelovige Juda. Zij heeft deze priesterlijk taak niet willen uitvoeren. Toen heeft de Heere die verantwoordelijkheid gegeven aan de heidenen (= gelovige niet-Joden) in het algemeen, en aan Efraïm in het bijzonder. (Zie studie Efeze 2: Schapen van een andere stal). De Gemeente is verborgen voor de hele wereld. Het Koninkrijk van God is verborgen in de Hemel bij Christus. Wij horen niet bij deze wereld. Wij zijn onttrokken aan deze wereld. Wij zijn niet op aarde om de wereld of onszelf te verbeteren. Wij zijn een geestelijke Hemelse Tempel in nauwe verbondenheid met de Heere. Wij zijn in de plaats van het volk Israël het priesterlijk volk geworden. In dienst van God.

Kolossensen 1
13 Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde;

Efeze 3

1 Om deze oorzaak ben ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt.
2 Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u;
3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
4 Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus),
5 Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;
Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
7 Waarvan ik een dienaar geworden ben, naar de gave der genade Gods, die mij gegeven is, naar de werking Zijner kracht.

Verborgenheid

De heidenen, oftewel niet-Joden, zijn op grond van geloof deelgenoot geworden van de zegeningen, de beloften en erfenissen die God beloofde aan Israël. De Gemeente is deelgenoot geworden van de beloofde zegeningen aan Israël. Letterlijk zijn deze zegeningen straks van toepassing op een wedergeboren aards Israël (ná de 70-ste Jaarweek). Maar nu al zijn deze zegeningen van toepassing op het Hemels Israël, de Gemeente. (zie ook de studie ‘Efeze 3; Verborgenheid’)

Aanwijzingen

Degenen die door God een plaats binnen het Lichaam hebben gekregen als opziener of diaken, dragen op de eerste plaats verantwoordelijkheid in het werk van de Gemeente. Paulus was de uitgezonden Apostel. Maar Titus en Timotheüs en veel anderen, maakten zijn werk mogelijk. En daarmee krijg je de gezamenlijk functie van de Gemeente. De één is de hand, de ander het oog, en de ander de voet! En hierin krijgen ze enkele aanwijzingen die te lezen zijn in hoofdstuk 3. De roeping van de Gemeente, en alles wat daarmee samenhangt, wordt in de Bijbel ‘Verborgenheid’ genoemd. God doet dit Werk aan de Gemeente in het verborgene.

Verborgenheid

1 Timotheüs 3
9 Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten. (voor opzieners en diaken)

15 Maar zo ik vertoef (als ik niet aanwezig ben), opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der Waarheid(het Woord der Waarheid = het Woord van God)

De Gemeente maakt dus deel uit van de ‘Verborgenheid’, en het verborgen Werk van God. De Heere heeft Paulus aangesteld tot dienaar van die Verborgenheid. Paulus zegt dat juist de verantwoordelijke diakenen en opzieners, zouden moeten weten wat de Gemeente precies is, en welk verborgen Werk van God hiermee samenhangt! Zij zouden moeten weten dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het bewaren van het Woord van God. In de Brieven aan Titus en Timotheüs wordt vooral gepraat over praktische zaken binnen de Gemeente. Toch zijn deze ondergeschikt aan het feit dat de Gemeente een pilaar en vastigheid is van het Woord van God. ‘Dat is het belangrijkste’, zegt Paulus in 1 Timotheüs 3. (zie ook de studie ‘Efeze 3; de Verborgenheid)

Maar…

1 Timotheüs 4
Doch (= maar) de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen,
2 Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid;

Het volgende hoofdstuk, 1 Timotheüs 4, begint met ‘maar’. Normaal gesproken begint een zin niet met ‘maar’. Maar is een voegwoord, dat twee zinnen aan elkaar verbindt. Deze eerste zin van hoofdstuk 4, hoort dus eigenlijk gewoon achteraan hoofdstuk 3 te staan!

1 Timotheüs 3
16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God  de verborgenheid der Godzaligheid is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.
Doch (=maar) de Geest zegt duidelijk (door de profeten, in het Oude Testament), dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen,

LEES VERDER IN DE PDF DE EINDTIJD-pdf

De eindtijd

De eindtijd

Reageren