Doof en weduwe
Doof en weduwe. Dit zijn in de Bijbel beiden een uitdrukking van scheiding. Wanneer men doof is, hoort men de ander niet. Als men doof is, kan men het Woord niet meer horen. En ook wanneer men weduwe is, is de gemeenschap met de Man verbroken. Doofheid en weduwschap zijn beiden een type van de dood. Er is namelijk geen communicatie (meer). De Bijbelse betekenis van dood is geen communicatie mogelijk. Leven is gemeenschap hebben met en communiceren met.
De Heere houdt Zich doof
De Heere houdt Zich doof voor Zijn Volk. De situatie van toen, ten tijde van Jeremia, was profetisch voor de situatie van nu. Toen was het grootste deel van het ongelovige Volk Israël in ballingschap, net als nu. Het gedeelte van het Volk Israël, dat in het land Kanaän achtergebleven was, meende dat de Heere hen wel zou uitredden. De Heere had immers vele Messiaanse beloften gedaan aan het Volk Israel! En valse profeten zeiden dan ook, dat als het Volk tot de Heere zou bidden, dat de Heere dan wel weer voor Jeruzalem zou zorgen. Ze zeiden dat de stad Jeruzalem dan niet verwoest zou worden. Maar Jeremia moest tot het ongelovige Volk Israel zeggen, dat Jeruzalem juist wél verwoest zou worden. En dat bidden en roepen tot Hem níet zou helpen. Tot op heden luistert de Heere nog steeds niet naar het Volk.
De bruid
De Heere was, na de scheiding van de twee en tien stammen, de Man van twee vrouwen; Israël (de tien stammen) en Juda (de twee stammen). Vanwege veelvuldige ontrouw keerde de Heere Zich af van Israël en gaf haar haar ‘scheidingspapieren’. Er kwam een einde aan het huwelijk tussen de Heere en Israël. Aan het andere deel van het huwelijk, met Juda, de twee stammen, het Joodse Volk, kwam uiteindelijk ook een einde, bij de kruisiging en moord op haar Man en Heere.
Jeremia 3
6 Voorts zeide de HEERE tot mij, in de dagen van den koning Josia: Hebt gij gezien, wat de afgekeerde Israël (tien stammen) gedaan heeft? Zij ging henen op allen hogen berg, en tot onder allen groenen boom, en hoereerde aldaar.
7 En Ik zeide, nadat zij zulks alles gedaan had: Bekeer u tot Mij; maar zij bekeerde zich niet. Dit zag de trouweloze, haar zuster Juda (twee stammen)8 En Ik zag, als Ik ter oorzake van alles, waarin de afgekeerde Israël overspel bedreven had, haar verlaten, en haar haar scheidbrief gegeven had, dat de trouweloze, haar zuster Juda, niet vreesde, maar ging henen, en hoereerde zelve ook.
Zijn bruid losgelaten
God heeft Zijn Volk echter niet verstoten maar Zijn Bruid, na veel ontrouw, wel losgelaten. Zijn Belofte dat er altijd een gelovig overblijfsel zal zijn, blijft gewoon staan. Pas ná de zeventigste jaarweek van Daniël (als de Heere Zijn Voeten op de olijfberg zet), zal het Joodse Volk weer het Volk Israël worden. Dan roepen zij de Naam des Heeren aan en zien zij wie zij doorstoken hebben. Dan zal ook het Joodse Volk wedergeboren worden en de Geest krijgen.