Het verloren schaap

Het verloren schaap. Deze studie gaat over de gelijkenis van het verloren schaap. Er zitten altijd meerdere typologische en profetische betekenissen in een gelijkenis. De hoofdgedachte uit de gelijkenis van het verloren schaap is: ‘Dat wat verloren was, terug te vinden, en te brengen naar de oorspronkelijke eigenaar’. Let wel: niet het schaap zoekt, maar de herder zoekt. De Herder zoekt wat van Hem was, maar wat hij kwijt is, en terug wil vinden …

Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen?

Mattheüs 13
10 En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen (het Joodse Volk) door gelijkenissen?
11 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u (de discipelen; gelovigen) gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven. (de ongelovige Joden, en ongelovigen in het algemeen)
12 Want wie heeft (geloof heeft in de Heere Jezus, de Zoon van God), dien zal gegeven worden (de Heilige Geest; eeuwig leven), en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, (wie geen geloof heeft, ongelovig is) van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
13 Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij (het Joodse Volk) ziende niet zien, en horende niet horen (horen = gehoorzamen = geloven), noch ook verstaan. (omdat zij niet geloven; omdat zij de Heere verwerpt)

De vraag van de discipelen aan de Heere Jezus is: ‘Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen’? Het antwoord is: ‘Om zaken te verbergen’. De Heere Jezus zegt dat de verborgenheden voor gelovigen bestemd zijn, en niet voor ongelovigen. De gelijkenissen worden niet gebruikt om iets duidelijk te maken. Een gelijkenis verbergt juist de Waarheid. Niet omdat men het Woord van God niet zou mogen weten, of niet zou mogen begrijpen, maar omdat bepaalde hoorders ongelovig zijn en liever ongelovig willen blijven. Daarom blijven deze Bijbelse Waarheden voor ongelovigen nog steeds verborgen. De gelijkenissen worden wél uitgelegd aan de discipelen, de gelovigen. De Heere Jezus maakt deze Bijbelse Waarheden publiekelijk bekend, zodat het Joodse Volk niet te verontschuldigen is.

Verborgen Bijbelse Waarheden

De Heere Jezus maakt in de gelijkenissen het Nieuwe Verbond der Genade bekend. Hij spreekt tot degenen die wel in Hem geloven over het Werk dat de Heere zal doen in Zijn Verborgen Hemelse Koninkrijk. Op een cryptische, verborgen manier. Het Joodse Volk wilde de Messias, en Zijn Koninkrijk, niet aanvaarden. Zij heeft Hem verworpen en verwerpt Hem nog steeds. Tot op heden is er daarom nog geen geopenbaard Koninkrijk op aarde. De Heere Jezus Christus is momenteel Koning van Zijn Verborgen Koninkrijk in de Hemel. Bij Zijn Wederkomst zal dit Koninkrijk zich uitbreiden over de aarde.

De Verborgenheden van het Koninkrijk der Hemelen

De Verborgenheden van het Koninkrijk der Hemelen, beslaan een periode van twee Bedelingen. Namelijk de Bedeling waarin wij nu leven, de vijfde ‘Bedeling der Genade Gods’, ofwel ‘de Bedeling der Verborgenheid’. En de zesde Bedeling; ‘de Bedeling van de Volheid der tijden’. De zesde Bedeling begint bij de Wederkomst van Christus. Sinds de Opstanding van Christus leven wij in de vijfde Bedeling. De Heere maakt ons nu bekend met Zijn Wil en Zijn Plan. Op grond van geloof kunnen wij gemeenschap hebben met de Verborgenheden van het Koninkrijk der Hemelen. Dit is dus, tot op heden, nog niet gegeven aan het ongelovige Joodse Volk. Het Joodse Volk is ongelovig, omdat zij de Heere Jezus Christus niet erkennen als de Messias. Niemand komt tot de Vader dan door de Zoon.

Efeze 1
9 Ons (de Gemeente, Zijn Lichaam; gelovigen) bekend gemaakt hebbende (via Zijn Woord en Geest) de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven
10 Om in de bedeling van de volheid der tijden (= zesde Bedeling), wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is; (het Hemels Koninkrijk zal zich dan uitbreiden over de aarde)

Drie gelijkenissen in Lukas 15 

In Lukas 15 staan drie gelijkenissen. Er zitten altijd veel typologische en profetische betekenissen in een gelijkenis. De hoofdgedachte uit dit vijftiende Hoofdstuk uit Lukas is ‘Dat wat verloren was, terug te vinden en te brengen naar de oorspronkelijke eigenaar’. De Heere Jezus reageerde doorgaans op dingen die om Hem heen gebeurde en ging daar dan wat dieper op in. Hij sprak meestal naar aanleiding van de weerstand die Hij ondervond van de godsdienstige leiders in die dagen. Hij had geen problemen met de ongelovigen, maar juist met Schriftgeleerden en Farizeeën. Zij verweten de Heere Jezus dat Hij omging met zondaren. Zijn publiek bestond uit zondaren, tollenaars en hoeren. Zij luisterden naar Hem, geloofden Hem en kregen daarna vergeving van zonden.

Het verloren schaap

Lukas 15
1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?
5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde.
6 En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

De Goede Herder

De Heere als Herder. Zijn schapen zijn een beeld van gelovigen in het algemeen. Het zijn schapen die Zijn Stem horen en Hem dus gehoorzaam zijn en Hem volgen. Niet alle schapen in de Bijbel horen (al) bij Zijn stal of kudde. Schapen zijn dus niet altijd een beeld van gelovigen. In het Oude Testament was de kudde het Volk Israël. In onze dagen is de Gemeente, Zijn Lichaam, de kudde, die haar Herder volgt. Wat doet de Goede Herder? Hij zorgt voor ons en waakt over ons. De Herder beschermt ons en bewaart ons in Zijn Hand. Hij brengt ons naar Zijn geestelijk Voedsel. Wij zouden daarom niet afdwalen van de kudde, maar Zijn Stem volgen. (zie ook de studies ‘Psalm 23; De Heere is mijn Herder’, en ‘Ik ben de Goede Herder; Ik ben de Deur’)

Eenvoudig

Zo op het eerste gezicht lijkt de gelijkenis van het verloren schaap eenvoudig uit te leggen. ‘Dat verloren schaap is een zondaar die gevonden wordt, omdat hij zich bekeert. Hij bekeert zich, want de Herder zoekt hem. Die Herder heeft honderd schapen en raakt er één kwijt en dat blijkt die zondaar die zich bekeert. Die andere schapen, die negenennegentig rechtvaardigen hebben geen bekering nodig. Einde verhaal’. We kunnen van deze gelijkenis ook een Evangelisatie-verhaal maken: ‘Dat ieder mens van nature een zondaar is, en verloren is, en zich vooral moet laten vinden. Op die manier zal men dan behouden blijven’. Maar in een gelijkenis is dus meer te vinden. Er zitten verborgenheden in. We bekijken in deze studie verschillende toepassingen van de gelijkenis van het verloren schaap. Dan zal blijken dat bovenstaande eenvoudige uitleg van de gelijkenis eigenlijk helemaal niet klopt!

Lukas 15
1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.

Vergeving van zonden door geloof in Hem

Deze tollenaars en zondaars wilden de Heere Jezus graag horen spreken. Hij predikte over het Koninkrijk en Hij riep hen op zich te bekeren. Zij zijn geen zondaars, omdat de Farizeeën en Schriftgeleerden dit van hen zeggen, maar zij weten en geloven dit, omdat de Schrift dit van hen zegt. Zij zijn zich ervan bewust dat zij, in het dagelijks leven, zondaren blijken te zijn. De Heere heeft daar geen enkel probleem mee. Hij predikt juist Zijn Genade en Vergeving van zonde, door geloof in Hem.

Hoeren in de Bijbel

Hoeren en tollenaars staan typologisch niet alleen voor ‘zondaren in het algemeen’, maar specifiek voor de tien stammen van Israël. In de Bijbel zijn hoeren een beeld van ontrouw, ontrouw aan de eigen Man. Was Israël niet de vrouw van de Heere, was zij niet met Hem getrouwd?! Hoererij staat voor ontrouw: getrouwd en daarna ontrouw aan de eigen man. Net zoals de tien stammen ontrouw waren aan het ‘Huwelijksverbond’ met de Heere. De tien stammen waren immers weggelopen bij haar eigen Man. Zij wilden Hem niet meer. Zij dienden liever de afgoden. Uiteindelijk heeft de Heere hen verstrooid onder de heidenen.

Jeremia 31
31 Ziet, de dagen komen (na de 70e Jaarweek), spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël (10 stammen) en met het huis van Juda (2 stammen) een nieuw verbond (het Nieuwe Verbond der Genade) zal maken;
32 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb (het Oude Verbond der Wet; het Huwelijksverbond met Israël), ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de HEERE; (het Huwelijksverbond is verbroken, het Volk was ontrouw aan de Heere en diende afgoden)

Tollenaars in de Bijbel

Tollenaars waren Joden die de heidenen (= niet-Joden) dienden. Ze verzamelden belasting voor de Keizer in Rome. Het beroep van tollenaar werd gezien als verraad aan het Joodse Volk. De belasting kwam immers niet terecht bij de Joodse overheid, maar in Rome. De tollenaars hielden ook nog een bedrag voor zichzelf. En omdat het Joodse Volk meende een dienstknecht van God te zijn, beschouwde zij een tollenaar als een vijand van God, en Zijn Woord.

Ontrouw aan de Heere

De tien stammen waren altijd al ontrouw in hun priesterlijke dienst aan de Heere en aan Zijn Woord; zij dienden altijd andere heren, namelijk de afgoden. Zij waren ontrouw aan hun naam Israël, en aan hun Eerstgeboorterecht, met de daarbij behorende verantwoordelijkheid om een Koninklijk Priesterdom van de Heere te zijn. Zij waren trouw aan de Keizer in plaats van aan God.

De tien-stammen verstrooid

Hoeren en tollenaars zijn dus een beeld van zondaren in het algemeen, maar zijn specifiek een beeld van de ontrouwe tien stammen van Israël. De Heere heeft hen, vanwege hun ontrouw, door de Assyrische legers laten wegvoeren uit het land Israël. In ballingschap. De Assyriërs hebben de tien stammen, voor het grootste gedeelte, verstrooid onder de volkeren. In het gebied van Israël, waar de tien stammen woonden, hebben zij een ander overwonnen volk geplaatst. De Samaritanen. Het restant van de tien stammen heeft zich vermengd met dit vreemde volk. De twee stammen minachtten dit vermengde Volk wat in dat gebied leefde. Zij werden door het Joodse volk als heidenen beschouwd.

Belangrijke positie

De tien stammen waren dus verstrooid onder de heidenen en werden gerekend tot heidenen. Maar omdat zij in het verleden Gods Verbondsvolk, en tevens Gods vrouw waren, hebben zij een belangrijke positie binnen de overige heidenen. Het was, in de tijd van de Heere Jezus, algemeen bekend dat de tien stammen zich hoofdzakelijk hadden gevestigd langs de Middellandse Zee, de Egeïsche Zee, en langs heel de kust van Europa.

2 En de Farizeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.

Protest

Lukas 7
34 De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.

De Farizeeën protesteerden dat de Heere Jezus predikte. Zij waren immers de Schriftgeleerden, maar hun uitleg was gebaseerd op traditie en niet op geloof. De Farizeeën en Schriftgeleerden voelden zich gepasseerd door de Heere Jezus. Zij waren jaloers, omdat zij de rabbi’s waren van het Joodse Volk! De Farizeeën en Schriftgeleerden plaatsten zich boven iedereen en waren erg blij met zichzelf. Dat de Heere Jezus omgaat met dit uitschot van hoeren en tollenaars is in de ogen van de Schriftgeleerden tot degradatie van hun stand en aanzien als rabbi. (rabbijn: leraar).

De Heere Jezus eet met hen

De Heere Jezus houdt zelfs maaltijd met tollenaars en zondaars. Eten is in de Bijbel een beeld van gemeenschap: deel hebben aan hetzelfde voedsel en dus deelhebben aan hetzelfde leven. De Heere nodigt ook nu iedereen uit tot de Maaltijd, om gemeenschappelijk deel te hebben aan Zijn Opstandingsleven. Het leven onder het Nieuwe Verbond der Genade.

Lukas 5
30 En hun Schriftgeleerden en de Farizeën murmureerden tegen Zijn discipelen, zeggende: Waarom eet en drinkt gij met tollenaren en zondaren?
31 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen (of zij die menen rechtvaardig te zijn), maar zondaren tot bekering.

LEES VERDER IN DE PDF ‘HET VERLOREN SCHAAP’- pdf

Het verloren schaap

Reageren