Job 2; Job en het Nieuwe Testament

Job 2; Job en het Nieuwe Testament. Deze studie is een vervolg op twee vorige studies over het Boek Job, en laat zien wat er over lijden te vinden is in het Nieuwe Testament. Ook behandelt deze studie vers voor vers hoofdstuk 2 van het Boek Job.

De oude mens veroorzaakt veel ellende zélf

Galaten 6
7 Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. (als men alleen investeert in het natuurlijke, aardse leven, zal daar alleen maar ellende uit voortkomen)
8 Want die in zijn eigen vlees (oude, natuurlijke mens) zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait (degenen die zich laten leiden door de Geest; de nieuwe mens in Christus), zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. (God zorgt daarvoor)

We worden hierboven in Galaten gewaarschuwd dat de mens veel ellende zélf veroorzaakt. De oude mens – het vlees – deugt immers niet. We hoeven dus niets te verwachten van die oude, natuurlijke mens. Bovendien is er ook nog het morele lijden. Alles loopt immers altijd anders dan hij gehoopt en verwacht had. Alles wat de oude mens voortbrengt, rammelt. God maakt niet voor niets een nieuwe Schepping uit deze oude Schepping! Wij hebben niet voor niets de Geest ontvangen, Hij wil ons leiden naar de eeuwige Erfenis.

Op zichzelf gericht

Door alle filosofieën waar Job mee werd geconfronteerd, werd zijn blik alleen maar meer op zichzelf gericht. En aan het einde van het verhaal belijdt Job dat ook aan God. Zijn ego was niet de aanleiding van zijn lijden, maar het vergrootte zijn lijden wel. Wat de mens zaait, oftewel investeert, zal hij oogsten. Beter dus om de nieuwe mens ‘aan te trekken’ en te investeren in de eeuwige toekomst.

De Heere Jezus is ons Voorbeeld

De Vierde Vriend van Job, Elihu, zegt dat lijden nuttig is tot vorming, oftewel tot opvoeding. Dit staat ook in de Hebreeënbrief. Wij zouden een voorbeeld nemen aan de verdraagzaamheid, het lijden, van de Heere Jezus. Als resultaat van Zijn gelopen ‘loopbaan’, zit Hij aan de Rechterhand van God. En wij zijn geroepen tot dezelfde Plaats. We zouden daarom ophouden te strijden tegen de zonde, zegt Paulus. Hij bedoelt daarmee dat het geen zin heeft om de natuurlijke, oude mens zijn gang te laten gaan. De natuurlijke mens, en zijn ego, brengen ons niet tot Heerlijkheid. Wij zouden de Geest volgen en niet het zondige vlees.

Hebreeën 12

5 En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iedere zoon, die Hij aanneemt.
7 Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)

Kastijding

Paulus zegt verder dat de Heere degenen kastijdt die Hij liefheeft. Hij kastijdt iedere zoon die Hij aanstelt. Hij voedt ons op. Als je je kinderen liefhebt, dan voed je ze op. Als je als kind van God niet bezwijkt in de verdrukking, verzoeking oftewel beproeving, als je de kastijding verdraagt, dan stelt Hij je tot zoon. Als de Vader belang heeft bij de zoon, hem ergens wil hebben, moet Hij er wat aan doen. En dat gaat via de weg van kastijding, geseling, oftewel opvoeding. Kastijding en geseling betekenen hier geen afranselen. Het gaat om discipline, oftewel volgzaamheid.

Leergeld betalen

Als het goed is, voeden aardse vaders hun kinderen op met het oog op de toekomst. Zij willen dat hun kinderen zichzelf kunnen redden in het leven en met moeilijkheden kunnen omgaan. Als het kind bijvoorbeeld bij een hete kachel rondloopt, zal de moeder het kind daar weghalen. Een vader zal waarschijnlijk één keer waarschuwen, maar het kind zijn gang laten gaan. Dit vanuit het oogpunt: ‘laat hij zich maar één keer branden, dan doet hij het nooit meer…’ De vader zal dus niet alle moeilijkheden wegnemen, maar het kind door schade en schande wijs laten worden. En dat doet de Hemelse Vader ook bij Zijn kinderen. Hij voedt ze op en begeleidt ze naar het Doel waar Hij ze hebben wil. En dat pad gaat nou eenmaal niet altijd over rozen…

Hebreeën 12

8 Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen (alle zonen) deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet zonen. (bastaarden delen niet in de Erfenis)
9 Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses (vleselijke aardse vader) wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten (geestelijke Vader) onderworpen zijn, en leven?
10 Want genen (aardse vaders) hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze (onze Hemelse Vader) kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.
11 En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; (opgevoed worden is niet leuk) doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid (oefening baart kunst) dengenen, die door dezelve geoefend zijn. (Oefening van de Godzaligheid)

Van kind naar zoon

Al je geen moeilijkheden en ellende kent in jouw leven, heb je een probleem!! Dan is er iets niet in orde. Want door middel van opvoedkundige maatregelen wil de Heere ons iets leren. Het leven hier is een leerschool. (zie ook de studie ‘Stage lopen’) Vallen en opstaan. We lopen stage voor de eeuwigheid in deze oude Schepping. Je moet wel eerst kind van God zijn, gelovig zijn, om tot zoon gesteld te kunnen worden. Zoonstelling is in de Bijbel een ander woord voor Erfenis, Loon, Kroon oftewel Heerlijkheid. Dit zijn allemaal synoniemen. Om tot zoon gesteld te worden, moeten wij het één en ander leren. Lijden in het leven is in de praktijk karaktervormend.

Jesaja 9
5 Want een Kind (de Heere Jezus) is ons geboren, een Zoon (de Heere Jezus Christus) is ons gegeven, (ook de Heere Jezus moest eerst lijden voordat Hij Verheerlijkt werd) en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;

Toekomstige functie

Ons leven heeft tot doel ons te vormen voor onze toekomstige functie. God maakt iets dat in de toekomst goed zou functioneren. In tegenstelling tot deze wereld, de oude Schepping, die niet goed functioneert. Door de erfzonde mist deze Schepping zijn doel. (zie ook de studie ‘Wat is erfzonde’) Als straks de nieuwe Schepping openbaar is geworden, bepaalt de Heere wélke plaats wij daarin innemen. En daarvoor worden wij nu klaargestoomd. De Schepping is nu in barensnood. Het lijden blijft en wordt pas anders bij de ‘openbaring der zonen Gods’. Het wordt pas anders in deze wereld bij de Openbaring van de Heere Jezus Christus en Zijn Lichaam, de Gemeente. Het wachten is tot onze opvoeding voltooid is.

Zoonstelling

Onze aanstelling tot zonen hangt van onszelf af. Vanaf wedergeboorte wil de Geest ons leiden naar Zoonstelling, maar laten wij het toe dat de Heere Zijn Werk aan ons doet? Laten wij ons leiden door de Geest of door ons vlees? Weet dat de Heere een Plan heeft met jouw leven. De Heere wil jou wat leren. Je bent als kind van God op weg naar Zoonstelling. De Geest wil je leiden naar Heerlijkheid. Maar dat is een keuze van jouzelf.

Romeinen 8
19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de (openbaring der kinderen) aanstelling tot zonen Gods.
20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft;
21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der (kinderen) zonen Gods.
22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de (aanneming tot kinderen) aanstelling tot zonen, namelijk de verlossing onzes lichaams. (bij de opname van de Gemeente)

Het uiteindelijke Doel van de Geest

Het is de bedoeling dat wij opgroeien tot volwassenen in het geloof: ‘toegerust tot alle goed Werk’. Goede Werken, oftewel Vruchtbare Werken, zijn Werken ten behoeve van Christus. Dat kan alleen door praktische opvoeding en onderwijs uit de Bijbel. Dat wij Zijn Wil weten en geloven en vervolgens toepassen in ons eigen leven. Dat wij dienstknechten van de Heere zijn. Dat verwacht de Heere van ons en is het doel van de Heilige Geest. Wij zouden ons ervan bewust zijn dat de Heere er niet voor óns is, maar dat wij er voor de Heere zijn! Wij zouden ons hele leven aan Hem ter beschikking stellen. Als een welbehagelijk offer voor God.

Romeinen 12
1 Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.

Oordelen en heersen

Wij dragen zélf de verantwoordelijkheid om ons aan de Geest, de Heere Jezus Christus, over te geven. Als wij denken daar geen kracht voor te hebben dan zouden wij dat in geloof en vertrouwen bij de Heere neerleggen, en dan zal Hij ons veranderen naar Zijn Beeld. Zijn Kracht zal immers in onze zwakheid worden volbracht. Het is de onzienlijke Christus, de Heilige Geest, Die ons opvoedt tot volwassenen, zodat wij straks als zonen van God, samen met Christus, verantwoordelijkheid kunnen dragen in Zijn geopenbaarde Koninkrijk. Dat wij straks, tesamen met Hem, zullen oordelen en heersen. Dat wij zullen delen in Zijn Heerlijkheid. En Heerlijkheid heeft met heersen te maken.

2 Korinthe 12
9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.

 LEES VERDER IN DE PDF Job 2; Job en het Nieuwe Testament_pdf

Job 2; Job en het Nieuwe Testament

Job en het Nieuwe Testament

Tags: ,

Reageren