Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 4 –

Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 4 – gaat over de geestelijke betekenis achter het letterlijke verhaal over de gebeurtenissen van Naomi en haar gezin. Iets moet eerst letterlijk gebeuren, voordat er een geestelijke betekenis aan gehangen kan worden.

Nieuw Huwelijksverbond

Jeremia 31
31 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken;
32 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb (Oude Verbond der Wet), ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben (het Volk was de Heere ontrouw), hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de HEERE;
33 Maar dit is het verbond (het Nieuwe Verbond der Genade), dat Ik na die dagen (na de bekering van Israël) met het huis van Israël maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.

Boaz is een type van Christus. Ruth is een type van het toekomstig – gelovig – Israël. Na de zeventigste Jaarweek, zal een eerste gelovig overblijfsel de Geest uitgegoten krijgen, zij gaan leven onder het Nieuwe Verbond der Genade. Nadat de Heere de gelovigen uit alle stammen verzameld heeft, zal de Bruiloft plaatsvinden. De Bruiloft is een beeld van het geopenbaarde Koninkrijk. Israël is de Bruid, en de Bruidegom is Christus, met Zijn Lichaam, de Gemeente.
In de letterlijke geschiedenis van Ruth, kunnen wij zien dat ook in deze Oudtestamentische geschiedenis het Heilsplan van God is weergegeven. Op verborgen, profetische wijze, kunnen wij lezen dat de Heere Jezus Christus in Zijn tweede Komst, Zijn Wederkomst, Koning zal zijn. Hij zal Zijn Hemelse Koninkrijk uitbreiden over de hele aarde. Hij zal, samen met het Volk Israël, heersen in dat geopenbaarde Koninkrijk.

Ruth 4
1 En Boaz ging op in de poort, en zette zich aldaar en ziet, de losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij, zulk een! En hij week derwaarts, en zette zich.

1a En Boaz ging op in de poort, en zette zich aldaar.

De Poort

De Poort  =  Sha-ar  =  Gerst; Harig; Vorst; Vorstin

=  Plaats waar Heerschappij en Rechtsspraak gevoerd wordt.
=  Plaats waar het Stadsbestuur gevestigd is.
=  Door het bewaken van de Poort, heeft men de hele stad onder contro­le.
=  Het ingaan in het Koninkrijk der Hemelen.
=  Type van de Hemel. De Hemel is de Hoge Plaats, van waaruit geregeerd wordt.

Hemelvaart van de Heere

Boaz is een type van Christus. Opgaan is typologie voor ‘naar de Hemel gaan’. De Losser, de Heere Jezus Christus, ging naar de Hemel, en zette Zich op de Troon. Dit vers spreekt dus over de Hemelvaart van de Heere. Christus verbergt Zich vanaf dat moment voor de wereld, maar in het bijzonder voor Israël. De positie in de poort, komt hier overeen met de positie in de Hemel. Christus zit aan de Rechterhand van God. De poort is de plaats van de Heerschappij.

Hebreeën 1
1 God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatst dagen tot ons gespoken door den Zoon.
2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;

Typologisch dood, Opstanding, en Hemelvaart

* Boaz lag neder op de dorsvloer.
(Ruth 3 : 7) Dit is een beeld van de dood van de Heere Jezus.
* Boaz stond op in de morgen.
(Ruth 3 : 14) Dit is een beeld van de Opstanding van de Heere Jezus Christus.
* Boaz ging op in de poort.
(Ruth 4 : 1) Dit is een beeld van de Hemelvaart van de Heere Jezus Christus.

1 En Boaz ging op in de poort, en zette zich aldaar en ziet, de losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide hij: Wijk herwaarts, zet u hier, gij, zulk een! En hij week derwaarts, en zette zich.

De onbenoemde

Boaz zet zich dus in de poort en wacht tot de andere losser voorbij komt. Toen Boaz de andere losser zag, vroeg hij hem af te wijken van de route die hij ging. ‘Kom hierheen, kom naar deze kant’. Je zou verwachten dat Boaz de andere losser goed kent, er staat immers, in vers 3, dat de andere losser de oudere broer van Boaz is! Hij was daarom eerder gerechtigd om te lossen dan Boaz. Waarom noemt Boaz zijn broer dan ‘zulk een’? ‘Gij zulk één’ is de vertaling van de Hebreeuwse uitdrukking ‘ploni almoni’. (zie ook de studie ‘Ruth 4) Het Hebreeuwse woord ‘palmoni’ is een samentrekking van ‘ploni almoni’, en betekent ‘de onbenoemde’.

Ploni Almoni

‘Deze Zulk Een’ is, net als Boaz, een type van Christus. Ploni komt van het werkwoord palah, en dat betekent ‘afzonderen’, en ‘wonderbaarlijk zijn’. De Heere is wonderbaarlijk, en heeft Zich teruggetrokken in de Hemel. De Heere was op aarde, en zou hier Zijn Koninkrijk oprichten, maar men heeft Hem niet aanvaard. Hij werd twee keer afgewezen door het Joodse Volk. Christus is nog steeds in de Hemel. Almoni komt van het werkwoord alam, en dat betekent ‘hij die stom is, hij die niet spreekt’.

Oordeel

De Heere zwijgt momenteel, maar zal straks, bij Zijn Wederkomst, de wereld oordelen. Dan zal Hij spreken in Zijn toorn. De wereld merkt niks van Hem, maar Christus doet momenteel een Werk in het verborgene. (zie ook de studie; De Gemeente als Tempel’) God spreekt nu via Zijn Woord, en via Zijn Zoon. ‘Zulk Een’ is Degene Die Zich teruggetrokken heeft, Degene Die zwijgt, en Die Wonderbaar is.

Psalm 2
4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.
Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken.

Nieuwe Testament

Mattheüs 26
17 En op den eersten dag der ongehevelde broden kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten?
18 En Hij zeide: Gaat heen in de stad (Hemelse Jeruzalem), tot zulk een (type van de verborgen Heere Jezus Christus), en zegt hem: De Meester zegt: Mijn tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha houden met Mijn discipelen.
19 En de discipelen deden, gelijk Jezus hun bevolen had, en bereidden het pascha.
(Brood en Wijn spreken van het Nieuwe Verbond der Genade; het nieuwe Opstandingsleven)
20 En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalven.

In Jeruzalem was een bovenzaal waar de Heere Jezus, met Zijn discipelen, de Pascha-maaltijd wilde houden. De zaal was van ‘zulk een’. In het Grieks staat er; ‘een zeker iemand’. De naam is onbekend, ofwel ongenoemd. Ook in de andere Evangeliën vinden we niet de specifieke naam van deze persoon. Daar wordt hij ‘een mens, dragende een kruik met water’ genoemd. We weten vanwege de typologie dat deze man een beeld is van de verborgen Christus. Net zoals ‘Zulk Een’ uit Ruth 4!

Markus 14

12 En op den eersten dag der ongehevelde (ongezuurde) broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?
13 En Hij zond twee van Zijn discipelen (beeld van de Gemeente) uit, en zeide tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten, dragende een kruik water, volgt dien;
14 En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes (het huis van Zulk Eén): De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal?
15 En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar.
16 En Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha.

Een man die op zijn schouders een kruik water draagt

Twee discipelen moeten naar de stad gaan, naar het Hemelse Jeruzalem. Er is een man die een kruik water draagt, en die zouden de twee discipelen volgen. Deze twee discipelen zijn een uitbeelding van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Typologisch is die aarde kruik op de schouders een type van de Verhoogde Christus, aan Wie alle macht gegeven is. Er zit bewegend, en dus levend water in de kruik. Deze man wijst hun een grote toegeruste Opperzaal van de Huisvader, oftewel de Heer des Huizes. Deze man is een beeld van de Heere Jezus Christus. De bovenzaal is een beeld van de Hemel. De Pascha-maaltijd wijst naar het Opstandingsleven. Brood en Wijn; het nieuwe leven, van de Heere Jezus Christus.

Twee Verlossers, één Naam

Boaz  =   Kracht; Sterkte; Macht; In Kracht; In Hem is Kracht; Door Kracht.
In Hem is Bescherming; in Hem is Toevlucht; de Komende Sterke.

De onbenoemde losser, uit Ruth 4, is een beeld van de verborgen Verlosser. We hebben nu twee Verlossers (Boaz, en Zulk Een), terwijl er maar Eén Verlosser is, namelijk de Heere. Deze beide lossers zijn met elkaar verbonden. Er zijn twee lossers, maar wij kennen slechts één naam in de geschiedenis van Ruth: Boaz. Hij is Degene Die nu tot ons, en in ons, gekomen is met Kracht. En Boaz is ook Degene Die straks tot het Volk Israël komen zal, in grote Kracht en Majesteit. Boaz is een beeld van de Heere Jezus Christus in Zijn Wederkomst. Ruth is een type van het gelovige Israël, in de toekomst. Israël is tot vandaag de dag niet gelost. Zij is nu immers ongelovig. De verborgen Losser (Zulk Een) zal haar niet lossen, maar in de toekomst zal de geopenbaarde Losser (Boaz) Israël lossen.

Verborgen geestelijke dingen

In de Bijbel komt het vaker voor dat er twee mensen optreden, terwijl we slechts van één de naam kennen. (zie ook de studie ‘Boek Ruth uitleg gerste- en tarweoogst’) De ander is dan meestal een beeld van de verborgen (geestelijke) dingen. In Johannes 1 waren er twee discipelen die de Heere Jezus volgden. De ene heette Andreas. De naam van de andere discipel wordt niet genoemd. In Lukas 24 sprak de Heere, na Zijn Opstanding, met de Emmaüsgangers. De ene heette Kleopas. De naam van de ander is niet bekend.

Johannes 1
37 En die twee discipelen hoorden hem dat spreken, en zij volgden Jezus.
38 En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen:
39 Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij?
40 Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.
41 Andréas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren.

De Heilige Geest

‘Zulk Een’ verbergt Zich sinds Zijn Opstanding. Wij kennen de verborgen, onzienlijke, Christus als ‘de Geest van Christus’ ofwel  ‘de Heilige Geest’. Geest is in het Hebreeuws ‘Roeach’, en in het Grieks ‘Pneuma’. Het is de aanduiding voor al het onzienlijke, het is niet tastbaar. ‘Geestelijk’ hoort niet bij deze wereld. Het is niet waar te nemen; denk aan de wind, en aan gas. Dat is de reden waarom we de term ‘verborgen Christus’ niet tegenkomen. We lezen wel dat de Heere Zijn aangezicht zal verbergen.

Ezechiël 39
23 En de heidenen (niet-Joden) zullen weten, dat die van het huis Israëls gevankelijk zijn weggevoerd (in ballingschap) om hun ongerechtigheid (= ongeloof), omdat zij (Volk Israël) tegen Mij hadden overtreden, en dat Ik Mijn aangezicht voor hen verborgen heb, en heb ze overgegeven in de hand hunner wederpartijders, zodat zij altemaal door het zwaard gevallen zijn;
24 Naar hun onreinigheid (ontrouw; ongeloof) en naar hun overtredingen (zonden = ongeloof) heb Ik met hen gehandeld, en Ik heb Mijn aangezicht voor hen verborgen.

Andere Trooster

Zulk Een is dus een beeld van de verborgen Heere Jezus Christus, Die in de Hemel is. Hij is de andere Losser, Die Zich achter Boaz verborgen houdt. Sinds Zijn Opstanding, en Zijn verwerping door Israël, verbergt Christus Zich. Deze Losser, Zulk Een, is de andere Trooster uit Johannes 14. Boaz is een beeld van Christus, in de dagen van Zijn Wederkomst. Dan wordt Hij Verlosser van Israël, en de andere Volkeren op aarde. Daaraan voorafgaand is er de Heere Jezus Christus Die Verlosser is van de Gemeente. Daardoor kan deze Zulk Eén Ruth niet lossen, Hij is immers al Losser van de Gemeente, Zijn Lichaam! Zulk Een is momenteel bezig met de opbouw van Zijn Erfdeel, de Gemeente.

Johannes 14
16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid;
17 Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
18 Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u.

Veruiterlijking

De Heilige Geest, zoals Hij genoemd wordt in het Nieuwe Testament, is Dezelfde als de Geest des Heeren, Geest van Jehova, in het Hebreeuws van het Oude Testament. God is onzichtbaar, maar Johannes zegt dat de eniggeboren Zoon Hem aan ons geopenbaard heeft. Als God Zich openbaart, Zich laat zien, dan is dat dus de Heere Jezus Christus. De Zoon van God, is de buitenkant van God. De Zoon van God, is de veruiterlijking van God.

Geestelijke Hoedanigheid

De Heilige Geest, is Dezelfde als de Geest van God, en de Geest van Christus. Wie komt in ons wonen als wij tot geloof komen? De Heilige Geest, de Geest van God, God Zelf, de Heere Jezus Christus, de Vader, de Zoon, de Trooster, het Nieuwe Leven. Het zijn allemaal verschillende uitdrukkingen, maar het is gewoon Dezelfde Die woning in ons gemaakt heeft. Een geestelijke hoedanigheid van de Godheid Zelf. Als God niet zienlijk is, noemen wij Hem Geest. Want God is Geest.

Johannes 4
24 God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.

 LEES VERDER IN DE PDF Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 4 -_pdf


Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 4 –

Tags: , ,

Reageren