Job 42; Slot

Job 42. Dit is de laatste studie van de vierluik over Job. ‘Wat is het doel van het lijden van gelovigen?’ Dat wordt zeker duidelijk in dit laatste hoofdstuk van het Boek Job.

In Job 42 is er een herstel voor Job. Na alle ellende wordt zijn bezit verdubbeld. Ook krijgt hij opnieuw tien kinderen. Na lijden volgt Heerlijkheid, na kruis volgt Kroon.

Praat niet voor Mij

Job 38
1 Daarna antwoordde de HEERE Job uit een onweder, en zeide:
2 Wie is hij, die den raad verduistert met woorden zonder wetenschap?

De Heere vraagt aan Job; ‘Wie is het die Mijn Heilsplan in een verkeerd daglicht zet, die uitweidt over mijn Raadsbesluit? Wie vertelt over Mijn beslissingen zónder dat hij er verstand van heeft?’ Job wordt terecht gewezen, omdat hij zelfverzonnen theorieën maakt, als antwoord op de beschuldigingen van de drie vrienden. De drie vrienden hebben allerlei filosofieën over het lijden van Job. (zie ook de studie ‘Inleiding Boek Job’) Job verdedigde zich en noemde daarbij ook de Naam van God. Terwijl Job helemaal geen kennis heeft van het Plan van God met zijn leven.

Job zegt de Heere te doorgronden

In zijn betoog tegen de vrienden heeft Job naar God gewezen. Hij deed alsof hij de Heere doorgrondde. Ook zei hij dat God zijn vijand geworden was. Dat God zijn recht had weggenomen. En Job had ook gezegd dat hij God eigenlijk wel begreep. Verder zei Job dat er geen reden was hem te straffen, want hij was rechtvaardig. Als antwoord hierop laat de Heere aan Job zien Wie Hij werkelijk is. De Heere zegt; ‘Zo Job, jij weet toch alles? Aangezien jij zegt dat je mijn beweegredenen kent, en je mij goed begrepen hebt, nou Job, dan zal Ik je een aantal vragen stellen.’ En dat doet de Heere, vier hoofdstukken lang …

De Heere zet Job op z’n plaats

De Heere laat daarin zien Wie Hij als Schepper is. Hij laat zien dat Zijn Grootheid niet te doorgronden is door mensen. Daarmee zet de Heere Job op zijn plaats.

Job 38
4 Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
5 Wie heeft haar maten gezet, want gij weet het; of wie heeft over haar een richtsnoer getrokken?
6 Waarop zijn haar grondvesten nedergezonken, of wie heeft haar hoeksteen gelegd?

De Heere hoeft geen verantwoording af te leggen

In het hele Boek horen we de Heere geen enkele keer verantwoording afleggen. De Heere legt geen verantwoording af waaróm Hij de bezittingen en de kinderen en de gezondheid van Job heeft weggenomen. Of beter; waarom Hij dit toegelaten heeft. We weten geen motieven. Zelfs niet aan het einde van het Boek. Niet uit de Mond van de Heere. Maar de kern, de essentie, van het Boek Job vonden we al in het betoog van de Vierde Vriend Elihu. Hij gaf antwoord op de meer algemene vraag; ‘Waarom dit lijden van gelovigen’. Maar waarom Job precies moest lijden, en wat het specifieke doel daarvan was, weten we niet. Wij weten niet wat de Heere in Gedachten heeft voor de toekomst van Job.

Levensles

Job – en ook wij – moeten leren dat God geen verantwoording hoeft af te leggen voor de dingen die Hij doet. Wij zouden niet twisten met God. Ook al gebeuren er zaken die in onze ogen onbegrijpelijk zijn. Verontwaardiging van onze kant is zeer ongepast en een teken van gebrek aan geloof en vertrouwen. Elihu zei dit ook al. God is autonoom en kan daarom doen wat Hij wil. Hij doet alles op de manier zoals Hij dat bepaalt. Op Zijn tijd en op Zijn Wijze. God is niet willekeurig, want Hij houdt Zich aan Zijn Plannen.

Job 40
34 En de HEERE antwoordde Job, en zeide:
35 Is het twisten (een mening geven, een aanklacht neerleggen, God ter verantwoording roepen) met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop.
36 Toen antwoordde Job den HEERE, en zeide:
37 Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond.
38 Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren.

Leren accepteren

Jesaja 40
28 Weet gij het niet? Hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? Er is geen doorgronding van Zijn Verstand.

Aangezien God Rechtvaardig is, heeft lijden altijd een bedoeling. En ook al zijn wij kinderen van God, en richten wij ons op Hem en Zijn Woord, dan nog kunnen wij Zijn Bedoelingen met ons leven niet doorgronden. Zijn Gedachten zijn hoger dan die van ons. De Heere denkt niet met een beperkt menselijk verstand. Job, en ook wij, moet dit leren te accepteren. Job zegt dan ook: ‘Onderwijst U mij maar, Heere’. De Gedachtengang van de Heere kúnnen wij mensen niet begrijpen. Dus ook niet proberen!!

Onnaspeurlijk

Romeinen 11
33 O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!
34 Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
35 Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden?
36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Misbruikt

Het is natuurlijk niet zo dat wij mensen helemaal niets van God kunnen begrijpen. Voor dat standpunt worden bovenstaande verzen uit Romeinen 11 nog wel eens misbruikt. Deze gelovigen hebben dan een excuus om geen Bijbelstudie te doen. Natúúrlijk heeft God Zich bekend gemaakt in Zijn Schepping en Zijn Woord. Zijn Geest wil ons graag leiden in al de Waarheid, Hij wil ons helpen met onderzoeken van de Bijbel. Dus zeg nooit dat je niets van de Heere kunt begrijpen, maar natuurlijk zijn Zijn Gedachten hoger dan die van ons. Wij kunnen groeien in inzicht Wie-God-eigenlijk-is en wat voor Plannen Hij heeft. Alleen nooit volkomen begrijpen, oftewel doorgronden.

Zijn Gedachten zijn hoger

Jesaja 55
8 Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.
9 Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.

Reactie van Job, vers 1 en 2

Job 42
1 Toen antwoordde Job den HEERE, en zeide:
2 Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden.
(Gods Gedachten zijn hoger dan die van de mens. Niemand kan Zijn Gedachten, Zijn Plannen, doorbreken. God voert uit wat Hij in Zijn Wijsheid heeft gepland. Job zegt: ‘Geen van Uw Plannen worden door anderen verijdeld, hoe machtig de tegenstander ook is’.)

Vers 3 en 4

3 Wie is hij, zegt Gij, die den raad verbergt zonder wetenschap? Zo heb ik dan verhaald, hetgeen ik niet verstond, dingen, die voor mij te wonderbaar waren, die ik niet wist. (Job erkent zijn eigen onkunde. Job zegt: ‘Ik heb dingen proberen te verklaren waar ik geen verstand van heb, die te wonderlijk waren voor mij. Daarom verklaar ik nu, dat ik mijn mening uitgesproken heb over zaken die voor mij te wonderlijk zijn en ik dus niet begrijp’.)
4 Hoor toch, en ik zal spreken; ik zal U vragen, en onderricht Gij mij.
(Job onderwerpt zich nu aan de Wijsheid van God. Dat God hem bekend zal maken wat Hij in Zijn Wijsheid heeft voortgebracht.)

Vers 5 en 6

5 Met het gehoor des oors heb ik U gehoord; maar nu ziet U mijn oog.
(Ik heb enkel gehoord wat anderen over U te zeggen hadden. Daarbij heb ik teveel naar anderen geluisterd, in plaats van naar U. Ik had niet moeten reageren op de onzinverhalen van mijn vrienden. Maar nu, heeft U Uzelf  door Uw Woord bekend gemaakt aan mij. Pas nu, zie ik, met gelovige ogen, hoe het werkelijk in elkaar steekt)
6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as.
(‘Ik veracht mijn woorden die ik sprak vanuit mijn domheid’, Job erkent hiermee zijn eigen onkunde. ‘Daarom verwerp ik, alles wat ik in onwetendheid gezegd heb. Heere, ik heb berouw)

Nederigheid

Bovenstaande verzen van het laatste hoofdstuk van het Boek Job, zijn een reactie van Job op het Betoog van de Heere. De Heere heeft Job door middel van vragen laten zien Wie Hij is als Schepper. Hij heeft Job laten zien dat hij niet moet twisten met Hem. Daarmee laat de Heere ook aan ons zien dat Hij Zich niet ter verantwoording laat roepen. En een aanklacht bij Hem neerleggen over zaken die wij niet fijn vinden, is zeer ongepast. Wij zouden ons nederig opstellen. Een vader die zijn kinderen opvoedt, trekt zich ook niks aan van het commentaar van zijn kinderen. Hij voedt op zoals hij denkt dat goed is. Ook een aardse vader laat zich niet de les lezen door zijn kroost.

6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as.

Job verontschuldigt zich dan ook

Job heeft geen kwaad woord gesproken over de Heere, dat zegt de Heere Zelf: ‘Job heeft recht van Mij gesproken’. De Heere heeft duidelijk gemaakt dat Hij de Schepper is van alles en iedereen. Dat Hij de Enige is Die alles en iedereen kan doorgronden. Job word steeds kleiner en nederiger onder de Woorden van de Heere. Job kreeg spijt van zijn beschuldigende vinger naar God. Het was niet God Die alle ellende over Job uitstrooide, God kan immers niet verzoeken. Het kwam van de satan. Maar indirect had Job gelijk en kwam het wel degelijk bij God vandaan. God laat het immers toe en gebruikt de ellende ten goede. God is de Eindverantwoordelijke. Maar twisten daarover, zoals Job deed, is absoluut ‘not done’.

Onwetendheid

Job had een volkomen vertrouwen op de Levende God, Die hij diende met volle overgave. Hij begreep de zaken niet allemaal even goed, maar Job getuigde wél van de Heere. In heel het Boek Job getuigt hij van de Schepper, de Levende God, en de geweldige Werken Die Hij allemaal gedaan heeft. Dát had Job heel goed begrepen. Job is, als gelovig man, onder de indruk van Gods Woorden. Maar hij erkent hier in vers 6 dus dat hij maar weinig begrijpen kan van de motieven van God. Job heeft dus berouw dat hij zijn vrienden vertelde over de Gedachten van God inzake zijn lijden. Maar Job deed dit in onwetendheid en niet uit hooghartigheid. Job heeft berouw van zijn bijdehante antwoorden.

6 Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as.

Onzienlijk, Onverderfelijk, en Alleen Wijs

Stof en as verwijzen naar de vergankelijkheid, de nietigheid van de mens. Dit staat in fel contrast met de onvergankelijkheid van de Levende God. God alleen heeft onsterfelijkheid. Hij woont in een ontoegankelijk Licht. Wat Hij overigens voor ons toegankelijk heeft gemaakt, door de Heere Jezus Christus. Christus heeft voor ons de Weg vrijgemaakt naar God. Wij hebben een onsterfelijke God, Die Levend is, en Eeuwig en Alleen Machtig en Wijs. Ieder ander is dus onwijs! Maar wij kunnen Zijn Wijsheid leren kennen, omdat wij Zijn Geest hebben ontvangen. Als wij willen, geeft Hij ons Wijsheid. Zijn Geest wil ons leiden.

LEES VERDER IN DE PDF JOB 42; SLOT_pdf

Job 42; Slot

Job 42

Tags: ,

Reageren