Psalm 23; De Heere is mijn Herder

Psalm 23; De Heere is mijn Herder. Deze Psalm is misschien wel de bekendste Psalm bij heel veel gelovigen. Ook Johannes 10 gaat over de Goede Herder. De Heere als Herder, en de gelovigen als een beeld van de schapen. In het Oude Testament wordt het Volk Israël, op diverse plaatsen, vergeleken met een kudde schapen. In Johannes 10 zegt de Heere Jezus: ‘Ik ben de Goede Herder’. De Heere Jezus is ook niemand anders dan de Heere. Hij heeft Deze Naam weer gekregen in Zijn Opstanding. ‘Heere’ is de vertaling van Jehovah of Jaweh. Hij is de Heere God, Die Zich een tijdlang vernederde, mens werd, in de persoon van Jezus. Daarná werd Hij uitermate verhoogd.

Handelingen 2
36 Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt.

Psalm 23

1 Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
2 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
3 Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.
4 Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
6 Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.

Herder en Koning

Deze Psalm geeft elke gelovige steun en bemoediging. Hij wordt dan ook regelmatig gebruikt wanneer iemand gestorven is. De Psalm is geschreven door David. David was een herder, die later koning werd. Hij was koning over Israël. Een herder leidt de kudde, en een koning leidt zijn volk. David was een man naar Gods Hart.

Handelingen 13
22 En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen.

De Gemeente is nu de kudde

In het Oude Testament was de kudde het Volk Israël. In onze dagen is de Gemeente, Zijn Lichaam, de kudde die de Heere volgt. Deze kudde bestaat uit alle gelovigen vanaf de Opstanding van Christus, tot aan de opname van de Gemeente. Deze kudde bestaat uit gelovige Joden, en gelovige heidenen (niet-Joden). Deze schapen luisteren naar Zijn Stem, oftewel het Woord van God.

De Heere verkoos David

David was ook een goede herder, en hij geloofde in de Grote Herder. Hij wist wat de schapen nodig hadden, had hart voor de schapen, en zorgde voor hen. Hij verloste de schapen van hun vijand, de leeuw en een beer, met gevaar voor eigen leven. In Psalm 78 geeft de Heere de reden waarom Hij David verkoos als koning over Zijn Volk. De Heere verkoos hem, omdat hij een goede herder was, en omdat hij gelovig was. David weidde de schapen, maar moest nu een Volk gaan weiden. Ook de Heere Jezus Christus zal als Koning Christus straks, net zoals een herder doet, de bokken van de schapen scheiden. Herder en koning zijn eigenlijk dezelfde functies.

Psalm 78
70 En Hij verkoos Zijn knecht David, en nam hem van de schaapskooien;
71 Van achter de zogende schapen deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn volk, en Israël, Zijn erfenis.
72 Ook heeft hij hen geweid naar de oprechtheid zijns harten (David had een oprecht hart, een gelovig hart), en heeft hen geleid met een zeer verstandig beleid zijner handen.

Wij zouden ons afhankelijk opstellen

David geloofde in de Grote Herder, en daarom zegt hij in Psalm 23: ‘De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken’. David vertrouwde volledig op de Heere. Iedere keer als David, als koning, een beslissing moest nemen, bijvoorbeeld over een strijd, dan ging hij in gebed. Dan richtte hij zich op de Heere. David wilde zeker weten dat hij Gods Wil deed. Je hebt niets aan een geestelijke Wapenuitrusting, als je je niet afhankelijk opstelt ten opzichte van God. Van nature is de mens hooghartig.

Psalm 23
1 Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.

Mijn schapen volgen Mij

De Heere wil ons leiden door Zijn Woord, en Zijn Geest. Hij zorgt voor ons, waakt over ons, en beschermt ons. De Heere bewaart ons in Zijn Hand. Hij brengt ons naar geestelijk Voedsel, maar wij zouden dat wel zelf tot ons nemen. Wij zouden daarom niet afdwalen van de kudde, maar Zijn Stem volgen. Hij is onze Herder.

Herder  =  Ra-ah  =  weiden; voeden; verzorgen; vriend;
naaste =  zij dienen, in vrijwillige dienstbaarheid.

Johannes 10
27 Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij.
28 En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken.
29 Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders.
30 Ik en de Vader zijn één.

Herders zijn leraren

In overdrachtelijke zin onderwijst de herder. Efeze 4 zegt dat dit een verantwoordelijkheid is, die God gegeven heeft; herders, namelijk leraars.

Efeze 4
11 En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en (=namelijk) leraars;

David de Geliefde

De Bijbel noemt David een man naar Gods hart. De Heere heeft David lief. En zo heet David ook. Want David betekent geliefde. David is een type van de Heere Jezus Christus. Christus, de Geliefde van de Vader, is de Zoon en Erfgenaam van de Levende God. De Psalm is eigenlijk door de mond van de Heere Jezus Christus gesproken.

Handelingen 13
21 En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren.
22 En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen.
23 Van het zaad dezes heeft God Israël, naar de belofte, verwekt den Zaligmaker Jezus;

2 Samuël 7

8 Nu dan, alzo zult gij tot Mijn knecht, tot David, zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u genomen van de schaapskooi, van achter de schapen, dat gij een voorganger zoudt zijn over Mijn volk, over Israël
—-
12 Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. (= de Heere Jezus Christus)
13 Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid.
14 Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen.
15 Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen.
16 Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid.

Zoon des mensen en Zoon van God

God beloofde een Eeuwige Zoon aan David. En God zegt daarbij dat deze Zoon van David, Gods Zoon zal zijn. Deze Zoon zal voor Eeuwig zitten op de Troon van Zijn Hemelse Vader. Deze Zoon zal ook voor Eeuwig zitten op de Troon van Zijn vader koning David, in Jeruzalem. En daarmee is Hij voor eeuwig Koning over alle Volkeren op aarde. David was de zoon des mensen, David was de erfgenaam van de troon over de hele mensheid in Adam. En de laatste Zoon en Erfgenaam van de troon over de hele mensheid, is natuurlijk de Heere Jezus Christus. Hij is, sinds Zijn Opstanding uit de dood, nu al meer dan tweeduizend jaar, de Zoon des mensen. En tevens Zoon van God.

Mij zal niets ontbreken

2 Petrus 1
2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;
3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;
4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.

Als een Goede Herder was de Heere de Leidsman van het Volk Israël. Hij verloste haar uit Egypte. Hij ging het Volk voor, en beschermde haar in de woestijn. Ze hebben geen gebrek gehad. De Heere had, en heeft, beloofd dat Hij voor de Zijnen zal zorgen. Wij zouden Hem in ons dagelijks leven dan ook als onze Herder en Heere aanvaarden, erkennen en kennen. Onszelf in de praktijk van ons leven onderwerpen aan Hem, Zijn Woord, en  Zijn Geest. Dan zorgt Hij voor ons als een Vader voor zijn kinderen. Hij weet beter wat wij nodig hebben dan wijzelf!

Hij heeft ons alles geschonken

Hij schenkt ons de dingen die nodig zijn. Hij heeft ons alles geschonken ‘wat tot het leven en de Godzaligheid behoort’. Hij heeft ons geestelijke Zegeningen gegeven. (zie ook de studie; Efeze 1; zeven geestelijke Zegeningen) Daaruit kunnen we leven. Hij heeft ons Zijn Geest gegeven die ons leidt in alle Waarheid, en ons wil leiden naar Zoonstelling. Hij geeft ons Steun en Kracht, en indien nodig zorgt Hij ook voor stoffelijke zaken. Wij zouden tevreden zijn, en op Hem vertrouwen, net zoals David deed.

1 Petrus 5
7 Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.

Psalm 23
2 Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.

Nederliggen

Nederliggen spreekt van ‘rust’. De Heere Jezus Christus is onze Rust. Wij, als gelovigen rusten in het volbrachte Werk van de Heere Jezus Christus. Hij heeft ons, als Hogepriester, in de Rust gebracht. De Rust van het Nieuwe Verbond der Genade. De schapen gaan na het eten van het gras, liggen. In alle rust herkauwen zij het voedsel. ‘Kauwen’ staat typologisch voor ‘overdenken’. Kauwen zorgt ervoor dat er éénwording plaatsvindt van voedsel. In dit geval geestelijk Voedsel. Het is zoals het Woord van God te geloven, te aanvaarden, tot je te nemen, en je eigen te maken. Dit Woord te kauwen, en te herkauwen. Zodat je door dit Woord, één wordt in denken. Eén wordt met dit Woord. Het Woord krijgt dan een plaats in ons denken, en dat is dan terug te zien in de praktijk van ons leven.

Mijn Juk is zacht

Mattheüs 11
28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt (van de werken van de Wet word je moe), en Ik zal u rust geven. (De Christus geeft ons de rust van het Nieuwe Verbond; wij hoeven niet te werken; Hij doet het Werk voor ons. Wij zijn de rust ingegaan)
29 Neemt Mijn juk op u (Zijn juk is de Heilige Geest), en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.
30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. (In tegenstelling tot het juk van het Oude Verbond der Wet)

Grazige weiden 

De Herder, Die onze Leidsman is, doet ook ons nederliggen in grazige weiden. Overvloedig Voedsel; de Bijbel heeft meer dan duizend bladzijden. De grazige weiden zijn het voedsel, het Leven, en het Woord van het Nieuwe Verbond. We kunnen dan ook Leven vanuit Zijn Rust, en vanuit Zijn Woord, en worden geleid door Zijn Geest. De weg naar die ‘grazige weiden’ gaat door diepe dalen, en over hoge heuvels. De Heere gaat voorop, en leidt de schapen naar Zijn Voedsel. We kunnen dan ook leven vanuit Zijn Rust, en vanuit Zijn Woord. Wij zouden niet leven bij brood alleen.

Lukas 4
4 En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.

Zeer stille wateren

In de nieuwe Bijbelvertaling staat rustige wateren. De Rust van de Heere Jezus Christus. In de Bijbel is water een beeld van het Woord. Hij leidt ons naar Zijn Woord. Wij zouden drinken van het Levende Water. Christus is het Levende Water. Wie van Hem drinkt, krijgt nooit meer dorst, oftewel; blijft voor eeuwig leven. Hoe meer we drinken, hoe meer de Geest ons kan leiden in dit leven. We zouden blijven drinken. Onze aarden kruik moet gevuld worden met water, met Geest, met Leven.

Johannes 4
13 Jezus antwoordde, en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal wederom dorsten;
14 Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.

LEES VERDER IN DE PDF PSALM 23; DE HEERE IS MIJN HERDER-pdf

Psalm 23; De Heere is mijn Herder

Psalm 23; De Heere is mijn Herder

Reageren