Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 1

Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 1 gaat over de geestelijke betekenis achter het letterlijke verhaal over de gebeurtenissen van Naomi en haar gezin. Iets moet eerst letterlijk gebeuren, voordat er een geestelijke betekenis aan gehangen kan worden.

Beloften in vervulling

De geschiedenis van Ruth speelt zich af in de dagen van de Richteren. Men was toen in afwachting van de komst van de Koning, de Zoon van David. De essentie van de geschiedenis is dat hoewel men alles is kwijtgeraakt, Beloften uiteindelijk tóch in vervulling gaan. Er komt verlossing tot stand, hoewel men van nature dood is in zonden en misdaden. Dat geldt voor Israël; de tien-stammen, en de twee-stammen, de Volkeren, en de mensheid in het algemeen.

Efeze 2
1 En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
2 In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht (= de satan), van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; (ongelovigen)

5 Ook toen wij dood waren door de misdaden (= zonden = ongeloof), heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden),
6 En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in (= tezamen met) Christus Jezus;

Door misdaden en zonden

Dood is definitieve scheiding. Leven is gemeenschap, en eenheid, dus ‘deelhebben aan’. Leven is communicatie. Dood is geen communicatie, maar afgesneden zijn. Er is een scheiding tussen de Schepper, en Zijn Schepping. En tussen Jehova, en Zijn Vrouw Israël. Er is een scheiding tussen de Schepper, en al Zijn schepselen. Wij zijn dood door zonden en misdaden. Er is geen communicatie mogelijk tussen God en de mens. Zonde is ongeloof, en misdaden is het doel missen, ongehoorzaam, niet willen horen, dus feitelijk ook ongeloof. Zonde is alles wat bij de wereld hoort. Vanaf de onvermijdelijke val van Adam zijn dus alle mensen dood. Dood door zonden en misdaden.

Romeinen 14
23b En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.

De Verlosser

De Heere Jezus is gestorven aan het kruis, en heeft daarmee al onze zonden en misdaden weggedragen. Mét Hem is de hele mensheid gestorven: ‘indien Eén voor allen is gestorven, dan zijn zij allemaal gestorven’. God heeft de Heere Jezus Christus uit de dood opgewekt. Hij is daarmee Eersteling van een nieuwe Schepping. God heeft Hem gezet aan Zijn Rechterhand en met Eer en Heerlijkheid gekroond. De Blijde Boodschap is dat er een mogelijkheid is tot leven. Dat iedereen opnieuw geboren kan worden, in de nieuwe Schepping. Enkel door geloof in de Christus, als Zoon van God. Iedereen die gelooft mag deelnemen aan Zijn Opstandingsleven, en zal niet sterven. Verlost van de dood. De Geest woont in iedere gelovige, en is daardoor behouden. Voor eeuwig. De communicatie is daarmee hersteld.

Ruth1
1 In de dagen, als de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het land was; daarom toog een man van Bethlehem-juda, om als vreemdeling te verkeren in de velden Moabs, hij, en zijn huisvrouw, en zijn twee zonen.

Geen koning in Israël

De geschiedenis speelt zich af in de dagen dat er Richters waren. In de Bijbel komt het Boek Ruth dan ook direct na het Boek Richteren. Bekende Richters waren bijvoorbeeld Gideon en Simson. Zo nu en dan was er een Richter. Het ging dan bergopwaarts en daarna weer bergafwaarts met het Volk Israël. Zij week dan weer af van God. Dan gaf de Heere haar in de macht van een vreemd Volk. Israël riep dan in haar verdrukking de Heere aan en Deze stuurde dan weer een verlosser. Dat gaat het hele Boek Richteren zo door. In die tijd speelde de geschiedenis van Ruth zich af.

Het Volk week af

Richteren 21
25 In die dagen was er geen koning in Israël; een ieder deed, wat recht was in zijn ogen.

Het Boek Richteren eindigt met: ‘in die dagen was er geen koning in Israël’. Iedereen deed wat in zijn ogen goed was. Dit terwijl het Volk had beloofd de Heere te vertrouwen in de Beloften die Hij aan haar gedaan had. Zij had beloofd te doen wat de Heere voor ogen had. Letterlijk kwam er pas een koning bij Samuël. Samuël was ook een Richter, en priester, en ook profeet. Hij kreeg van God de opdracht om Saul te zalven, want het Volk vroeg om een koning. Dit was echter niet naar de Wil van God, maar Hij liet het toe. Saul werd later dan ook weer aan de kant gezet voor Koning David.

Momenteel is het Joodse Volk ongelovig

Het Boek Ruth gaat over de geschiedenis van het Volk Israël. Dan mag je verwachten dat er ook een periode is in de geschiedenis van het Volk Israël, dat er geen koning en vorst zal zijn. Dat staat dan ook precies in Hosea 3. Dit is tot op de dag van vandaag het geval. Er is geen koning in Jeruzalem. Er is ook geen tempel waar zij kan offeren. Maar er staat dat zij zich uiteindelijk zal bekeren en de Heere zal zoeken, namelijk David hun Koning. Profetisch gaat het hier over de Zoon van David, de Heere Jezus Christus. Momenteel is het Joodse Volk ongelovig. Zij gelooft niet in de Heere Jezus Christus als opgestane Zoon van God. Zij gelooft niet dat de Vader en de Zoon Eén zijn. Niemand komt tot de Vader dan door de Zoon, maar uiteindelijk zal ook het Volk zich bekeren tot Christus Koning.

Hosea 3
4 Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, (heeft met priesterschap te maken) en zonder efod en terafim (gesneden en gegoten beeld)
Daarna (ná die vele dagen) zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en (= namelijk) David, hun Koning (niet de letterlijke koning David, die was dood); en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.

Grote Verdrukking over Israël

De tijd dat het Joodse Volk zich zal bekeren, is ná de zeventigste Jaarweek. Eerst zal er nog grote Verdrukking over Israël komen. Uiteindelijk zal een gelovig overblijfsel van het Volk de Naam van de Heere aanroepen. Christus zal dan Zijn Voeten op de Olijfberg zetten en vanaf dan herstel brengen over het Volk. In de toekomst komt er dus weer een gelovig Volk Israël, maar voor nu is er geen geloof, geen koning, geen paleis, geen priesterschap en geen tempel. De Koning moet nog komen. (zie ook de studie
‘Mattheüs 24’) In de nabije tookomst.

Mattheüs 24
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.

Hij zal als Koning binnengehaald worden

De profetische betekenis van het Boek Ruth heeft dus betrekking op de tijd waarin we nú leven, de tijd van de Gemeente, maar heeft ook betrekking op de tijd die volgt; De zeventigste Jaarweek, en de Wederkomst van Christus. Hij zal dan eerst Koning van Israël  zijn, en later Koning van het hele geopenbaarde Koninkrijk. Een Koninkrijk waar alleen gelovigen mogen binnengaan. Hij zal dan als Koning binnengehaald worden. (zie ook de studieDe zeventigste Jaarweek).

Hosea 5

15 Ik zal henengaan en keren weder tot Mijn plaats (momenteel woont de Heere in de Hemel), totdat zij zichzelven schuldig kennen en Mijn aangezicht zoeken (aan het einde van de grote Verdrukking, het einde van de zeventigste Jaarweek); als hun bange zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken.(ook Israël zal dan worden wedergeboren, de Geest uitgegoten krijgen, en onder het Nieuwe Verbond der Genade gaan leven)

Hosea 6

1 Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd,(Hij heeft hen verstrooid) en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.(er komt herstel en nieuw leven onder het Nieuwe Verbond)
2 Hij zal ons (heel Israël) na twee dagen (profetische dagen; één dag is als duizend jaren 2 Petr.3) levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen (Dan begint de dag des Heeren; het oordeel over de andere Volkeren), en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.(Zijn Residentie zal in Jeruzalem zijn)
3 Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad(=ochtend; van duisternis naar licht); en Hij zal tot ons komen (Zijn Wederkomst) als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.(regen brengt zegen, het land wordt weer vruchtbaar)

Mattheüs 24

29 En terstond na de verdrukking (de grote Verdrukking over Israël 2 x 3 ½ jaar)dier dagen, (als de Verdrukking voorbij is, zal de Heere terugkomen ; de Dag des Heeren; het oordeel van de Heere over de overige volkeren) zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels (op de Olijfberg), met grote kracht en heerlijkheid.

Hij zal wederkomen op een paard

Openbaring 19
11 En ik zag den hemel geopend; en ziet, een wit paard, en Die op hetzelve zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid.
12 En Zijn ogen waren als een vlam vuurs, en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden; en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hij Zelf.

Paard =  Suws  =  uitbeelding van koninklijke macht en heerlijkheid.
Een ezel is eigenlijk een paard in vernedering. Het paard staat tegenover de ezel. Op Palmpasen kwam de Koning op een ezel, maar straks komt de Koning te paard. Toen kwam de Koning in vernedering, maar straks komt Hij in Zijn Kracht en Heerlijkheid. In de Bijbel zijn de begrippen Paard, en Majesteit, en Heerlijkheid feitelijk synoniem. De Heere Jezus leefde vanuit het Woord, en in onderwerping aan het Woord van God, en dit werd uitgebeeld doordat de Heere Jezus reed op een ezelsjong.

Een wedergeboren Volk Israël

In het Boek Ruth, is er geen koning. Er komt wel weer een Koning in Israël; de Heere Jezus Christus, de Zoon van God, de beloofde Messias. Op dit moment verblijft Hij in de Hemel. Op Hemelvaartsdag heeft Hij Zich, zichtbaar, teruggetrokken in Zijn Hemels Koninkrijk. Het Joodse Volk wilde Hem niet als Koning aanvaarden. Afgewezen door Zijn Volk, heeft Hij gezegd; ‘Jullie zullen me niet meer zien, totdat jullie Mijn Naam zullen aanroepen’. Dat zal een gelovig overblijfsel doen, aan het einde van de Verdrukking over Israël. Momenteel houdt Christus Zich bezig met de Gemeente Zijn Lichaam. Zij heeft de plaats ingenomen van het Volk Israël, maar wel op Hemels niveau. (zie ook de studieWat doet Christus in onze dagen?’)

Mattheüs 23
39 Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren!

Wat staat er nog te gebeuren?

De zeventigste Jaarweek zal beginnen als de Gemeente wordt weggenomen. Zij gaat de Heere tegemoet in de lucht; de opname van de Gemeente. Daarna gaat de periode van Israël weer verder. Dan begint de zeventigste Jaarweek; het oordeel over het ongelovig Joodse volk. Na 3 ½ jaar grote Verdrukking over Israël, zal een gelovig overblijfsel van het Joodse Volk, in haar wanhoop, de Heere aanroepen. De Heere zet dan, samen met Zijn Lichaam – de Gemeente – Zijn Voeten op de Olijfberg.

De Dag des Heeren

De Heere biedt haar een vluchtweg naar Petra via de gespleten Olijfberg. De staat Israël zal compleet overlopen en verwoest worden door diverse legers. Het gelovig overblijfsel zal zich bekeren en krijgt de Geest uitgegoten. Dit is ook het begin van de grote Verdrukking over de overige Volkeren. De Dag des Heeren. Deze zal 33 jaren duren. Uiteindelijk zullen de gelovigen het geopenbaarde Koninkrijk binnengaan. De satan zal dan voor duizend jaren gebonden zijn. (zie ook de studies:De opname van de Gemeente’,De 1.000 jaren uit Openbaring 20’)

Een positief einde 

Het Boek Ruth moeten we dus plaatsen in de tijd die wijst naar de Wederkomst van Christus. Er is nu geen koning in Israël, maar uiteindelijk loopt het Boek Ruth toch heel positief af. Het Boek begint met honger, maar eindigt met een huwelijk tussen Boaz en Ruth. Er komt een nakomeling Obed, en uiteindelijk één van de nakomelingen; Koning David. En daar heb je de koning!! En uit David is het Zaad van David, de Heere Jezus Christus, voortgekomen. Een heel goede afloop dus! Dit is ook het einde van Zijn Heilsplan met het Volk Israël.

LEES VERDER IN DE PDF TYPOLOGISCHE EN PROFETISCHE BETEKENIS BOEK RUTH – DEEL 1-pdf

Typologische en profetische betekenis Boek Ruth  – deel 1 –

Typologische en profetische betekenis Boek Ruth – deel 1 

Reageren